Bedrijfsverplaatsing in de agrarische sector: een valkuil
Schaarse ruimte in Nederland zorgt ervoor dat we goed moeten nadenken over de indeling van de omgeving.
Een voorbeeld daarvan is het scheiden van agrarische bedrijvigheid en kwetsbare natuurgebieden. Bedrijfsverplaatsing wordt gestimuleerd.
In het verleden zijn er meerdere regelingen geweest om met name intensieve veehouderijen uit de buurt van deze gebieden te krijgen. De bedoeling was om veehouderijen te laten stoppen of zich elders te laten vestigen, zodat de ter plaatse aanwezige natuur minder werd belast. Ook nu zijn er diverse regelingen met een soortgelijke strekking, met name om het stikstofprobleem aan te pakken. De regelingen zijn vaak voer voor juridische discussie. Goed advies is dan ook essentieel. Zo voorkom je negatieve gevolgen voor je bedrijf.
Hoe werken de regelingen voor bedrijfsverplaatsing?
De overheid (veelal provincies) treedt meestal in onderhandeling met de veehouder over de uitkoop of verplaatsing van het bedrijf. Als partijen eruit komen, sluiten zij gezamenlijk een koopovereenkomst af. Vaak zijn er ook subsidies in het spel.
Nadat de koop of verplaatsing is afgerond, komt de milieuwinst die het gestopte of verplaatste bedrijf oplevert ten goede aan de natuur. Dat klinkt allemaal eenvoudig, maar het levert vaak ingewikkelde en langdurige juridische trajecten op. Met de nodige haken en ogen. Dat volgt bijvoorbeeld uit een recent arrest van de Hoge Raad.
Bedrijfsverplaatsing in de praktijk
In 2005 treedt de Beleidsregeling Verplaatsing Intensieve Veehouderij (hierna: de beleidsregel) in werking in de provincie Noord-Brabant. Het doel van de regeling is het bevorderen van de verplaatsing van intensieve veehouderijen uit zogenoemde extensiveringsgebieden. Dat zijn gebieden waar geen nieuwe veehouderijen mogen vestigen. Bestaande veehouderijen mogen er niet meer uitbreiden.
Varkenshouders konden zich aanmelden voor de regeling. De provincie bepaalde vervolgens of een varkenshouder werd geselecteerd. Zo ook bij de varkenshouder die in deze kwestie centraal staat. Hij werd geselecteerd voor de regeling, waarna hij met de provincie in onderhandeling trad over de verkoop en verplaatsing van zijn bedrijf. Uiteindelijk koopt de provincie het bedrijf van de varkenshouder voor € 1.419.986. De koopsom bestaat uit een subsidie. Dat staat alleen niet met zoveel woorden in de koopovereenkomst. In de overeenkomst wordt de beleidsregel niet rechtstreeks van toepassing verklaard. Er wordt alleen naar verwezen. Partijen spreken af dat de varkenshouder verplicht is om voor 31 december 2009 te verplaatsen. Tot die tijd kan de varkenshouder het bedrijf blijven gebruiken.
Vergunningverlening niet op tijd
De varkenshouder gaat aan de slag met de vergunningverlening voor zijn nieuwe locatie. Het lukt hem echter niet om de vergunningen voor 31 december 2009 rond te krijgen. Om die reden vraagt hij de provincie om uitstel. Uitstel wordt verleend, waarna de varkenshouder pas op 23 juli 2012 zijn nieuwe bedrijf startklaar heeft.
De provincie bericht de varkenshouder vervolgens dat zij niet het overeengekomen bedrag zal betalen, maar een lager bedrag van € 1.241.853. De reden daarvoor is dat de verplaatsing niet in 2009, maar in 2012 is gerealiseerd. Dat is volgens de provincie in strijd met onder andere de beleidsregel. De varkenshouder is het er niet mee eens en stapt naar de bestuursrechter. De bestuursrechter moet de vraag beantwoorden of de provincie de subsidie terecht heeft gekort.
Het oordeel van de bestuursrechter
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) stelt de varkenshouder in het ongelijk. De Afdeling wijst erop dat de varkenshouder uit het taxatierapport en het subsidiebesluit van de provincie een mogelijke verlaging van de koopprijs had moeten afleiden als de verplaatsing meer dan drie jaar zou duren. De varkenshouder is het niet eens met het oordeel van de Afdeling en stapt vervolgens naar de civiele rechter. Hij betoogt daar dat de provincie de overeenkomst niet is nagekomen en eist nakoming of schadevergoeding.
Het oordeel van de civiele rechter
Het hof oordeelt dat de koopovereenkomst tussen de varkenshouder en de provincie ook een overeenkomst is ter uitvoering van een subsidiebesluit. Het hof buigt zich niet over de geldigheid van het subsidiebesluit, maar oordeelt enkel of de provincie een lager bedrag aan de varkenshouder mocht betalen op grond van de koopovereenkomst. Bij de uitleg van overeenkomst zijn alle omstandigheden van belang.
Het hof weegt mee dat de koopovereenkomst niet voorziet in de mogelijkheid om een lagere koopprijs te betalen als de verplaatsing later dan 31 december 2009 plaats zou vinden. Er is alleen een vaste koopprijs afgesproken. Het hof oordeelt verder dat voor de varkenshouder duidelijk was dat hij ook met subsidieverlening te maken had. Dat stond immers in de koopovereenkomst. De beleidsregel is echter niet rechtstreeks van toepassing verklaard op de koopovereenkomst, aldus het hof. Zelfs als de beleidsregel wel van toepassing zou zijn verklaard, dan leidt dat volgens het hof niet automatisch tot de conclusie dat de koopsom daardoor achteraf mag worden aangepast. Daarover hadden de partijen afspraken moeten maken in de overeenkomst. Dat is niet gebeurd. Het hof stelt de varkenshouder in het gelijk.
De provincie is het niet eens met het oordeel van het hof en stelt cassatieberoep in bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad kijkt er anders tegenaan
De provincie betoogt bij de Hoge Raad dat het hof er ten onrechte geen rekening mee heeft gehouden dat de koopprijs een subsidie betreft. De hoogte van de subsidie wordt vastgesteld op basis van de beleidsregel. Het hof kon volgens de provincie niet oordelen over de hoogte van de subsidie. Dat oordeel is aan de bestuursrechter, niet aan de civiele, aldus de provincie.
Partijen zijn het er over eens dat de koopovereenkomst het karakter heeft van een overeenkomst voor de uitvoering van een subsidie. De Hoge Raad oordeelt dat toetsing van de rechtmatigheid van subsidiebesluiten is voorbehouden aan de bestuursrechter. De Afdeling oordeelde eerder al dat het subsidiebesluit rechtmatig is.
Vervolgens oordeelt de Hoge Raad dat het hof ten onrechte een onderscheid heeft gemaakt tussen de in de overeenkomst opgenomen koopprijs en de subsidie. Als een subsidie in de vorm van een koopprijs wordt verstrekt, kan een overeenkomst voor de uitvoering van die subsidie niet een andere koopprijs bevatten dan uit de subsidieregeling voortvloeit. Er zou dan sprake zijn van een overeenkomst die het subsidiebesluit vervangt, en dat kan niet volgens de Hoge Raad. Voor zover de overeenkomst afwijkt van het subsidiebesluit, kan daarvan geen nakoming worden gevorderd. De Hoge Raad stelt de provincie in het gelijk en verwijst de zaak naar een ander hof. Dat hof moet nu oordelen over de kwestie, met inachtneming van het oordeel van de Hoge Raad. Dat betekent dat het hof niet mag tornen aan de hoogte van de subsidie en in het verlengde daarvan de koopprijs. De conclusie zal dus waarschijnlijk zijn dat de varkenshouder genoegen moet nemen met de lagere koopprijs.
Conclusie: let op bij het sluiten van koopovereenkomsten waarin subsidies een rol spelen
Ondanks dat de varkenshouder een hogere koopprijs voor zijn bedrijf was overeengekomen met de provincie, moet hij nu waarschijnlijk toch genoegen nemen met een lager bedrag. De reden daarvoor is dat de koopprijs een subsidie is. In de overeenkomst kan niet worden afgeweken van het subsidiebesluit, omdat daardoor het subsidiebesluit zou worden vervangen.
Hier zit een les in voor agrarische bedrijven en agrarisch adviseurs. Op het moment dat zij overeenkomsten sluiten met de overheid, moeten zij goed laten nagaan wat de basis is van een bepaalde overeenkomst. Daarmee voorkom je dat een overeenkomst sluit die achteraf anders moet worden uitgelegd, waardoor je met minder genoegen moet nemen dan je had verwacht. Goed advies is daarbij essentieel. Binnen Hekkelman zijn wij veelvuldig betrokken bij (agrarische) bedrijfsverplaatsingen in het buitengebied. Meerdere specialisten kunnen je daarbij van advies voorzien.
Vragen?
Heb je vragen over (agrarische) contracten? Neem dan contact op met Rico Ligtvoet via r.ligtvoet@hekkelman.nl of 024-3828335.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.