Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Balkonscenes

Als zonder toestemming van de perceeleigenaar een balkon wordt gebouwd binnen twee meter van diens erfgrens en de buren daardoor uitzicht hebben op diens erf, is dat in strijd met het Burgerlijk Wetboek. B en W mogen dan ook geen vrijstelling verlenen voor de uitbreiding van dat balkon.

27 maart 2009

In 2006 zet aannemer/projectontwikkelaar Henk Mackloet zeven geschakelde dijkwoningen neer aan de Molendijk in het Zuid-Hollandse Nieuwe Tonge (gemeente Middelharnis). De huizen zijn verkocht met een balkon, dat aan de achtergevel over de volle breedte loopt en een diepte heeft van anderhalve meter. De kopers willen graag vier meter. De welstandscommissie van Middelharnis vindt hooguit twee meter bespreekbaar. Daarom vraagt Mackloet in tweede instantie een vrijstelling aan om de balkons tot twee meter uit te breiden.

 

A. Stroober woont naast het nieuwe nr. 83A. Als hij de heipalen voor de uitbreiding ziet, maakt hij bezwaar. Het balkon komt op tachtig centimeter afstand van zijn erfgrens. B en W wijzen het bezwaar af en Stroober gaat in beroep bij de bestuursrechter. In de tussentijd heeft de kortgedingrechter duidelijk gemaakt dat er volgens het Burgerlijk Wetboek geen balkons, vensters of soortgelijke werken mogen worden gebouwd binnen twee meter van de erfgrens als de gebruikers daardoor uitzicht krijgen op het erf. Tenzij de buren hiermee instemmen. Aangezien Stroober dat niet doet, vindt de bestuursrechter dat B en W het bezwaar van Stroober niet hadden mogen afwijzen.

 

De rechter weigert vervolgens zelf de vrijstelling voor de uitbreiding van het balkon. B en W en Mackloet gaan hiertegen in hoger beroep bij de Raad van State. Want is de inbreuk op het bouwverbod uit het Burgerlijk Wetboek wel zo ‘evident’ dat B en W de vrijstelling hadden moeten weigeren? En dat de bestuursrechter de kortgedingrechter had moeten volgen? Ja, zegt de Raad van State. Wel vindt de Raad dat de bestuursrechter inderdaad te ver is gegaan door zelf een streep te zetten door de vrijstelling. Want als Mackloet de aanvraag iets aanpast, kan die vrijstelling namelijk alsnog worden verleend.

 

De bestuursrechter kan een bestuursorgaan alleen op deze manier passeren als vaststaat dat de mogelijkheden of de bereidheid om de vrijstelling te verlenen ontbreken. En daarvan is in dit geval geen sprake. Het balkon is inmiddels verkleind en op twee meter afstand afgeschermd met een dicht zijschot. En hoewel Stroober zegt dat zijn privacy daardoor gewaarborgd lijkt, wil hij het liefst dat ook het geraamte van het balkon - dat nog te dicht bij zijn erfgrens staat - wordt afgebroken.

 

Stroober: ‘Mackloet heeft kenbaar gemaakt dat hij het balkon in oorspronkelijke staat wil terug brengen na een nieuwe bodemprocedure. Bovendien vind ik het overgebleven geraamte esthetisch onverantwoord.’ Mackloet: ‘Ik wil het afgebroken deel niet herbouwen. Dat mag ook niet van de rechter. En Stroober moet niet naar het erf van de buren kijken als de buren dat bij hem ook niet mogen.’ B en W gaan met Mackloet overleggen over een nieuw besluit.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie