Ambtenaren willen door met omgevingsdiensten
Gemeenten, provincies en Rijk houden vast aan de vorming van omgevingsdiensten per 1 januari 2012. Op een ambtelijke werkconferentie is vorige week afgesproken door te gaan op de ingeslagen weg.
De uitkomst van de tweedaagse conferentie is verrassend, omdat de Eerste Kamer onlangs expliciet heeft uitgesproken dat aan provincies en gemeenten moet worden overgelaten of en hoe zij willen samenwerken bij vergunningverlening, handhaving en toezicht. Het kabinet stuurt al geruime tijd aan op de vorming van omgevings- of regionale uitvoeringsdiensten (rud’s) waarbij dit kan worden ondergebracht. Dit ligt moeilijk bij met name gemeenten, omdat zij vrezen bevoegdheden en ambtenaren kwijt te raken aan de nieuw op te richten organisaties.
Toch bereikten de deelnemers aan de conferentie overeenstemming over een slotverklaring die als belangrijkste boodschap bevat dat gemeenten, provincies, Rijk en ook waterschappen ‘met elkaar de urgentie voelen om samen te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van vergunningverlening+, toezicht, (bestuurlijke en strafrechtelijke) handhaving en opsporing van de VROM-regels in het hele land’.
In de verklaring staat dat de eind vorig jaar door provincies en gemeenten bij toenmalig VROM-minister Cramer ingediende plannen uitgangspunt blijven om de regionale samenwerking vorm te geven. Als hiervan wordt afgeweken, moeten de betrokken provincies en gemeenten het daarover met elkaar eens zijn. Tegelijkertijd ‘moet de afstemming met het Openbaar Ministerie en de politie geborgd blijven’, staat in de verklaring.
Wijze mensen
Als gemeenten en provincies er samen niet uitkomen, is er een zogeheten ‘escalatieladder’. Dit betekent dat de koepelorganisaties VNG en IPO dan samen met de minister in bestuurlijk overleg een oplossing zoeken. Hierbij kan advies worden ingewonnen bij een ‘commissie van wijze mensen’. In het uiterste geval kan het dan aan de minister zijn om de knoop door te hakken.
De deelnemers aan de conferentie vinden dat de omgevingsdiensten ‘voldoende kritische massa’ moeten hebben, en dat de waterschappen bij de plannen moeten worden betrokken. De omstreden kwaliteitscriteria gelden als ‘referentiekader’. Uiteindelijk bepalen de gemeenten hoe zij deze uitgangspunten gaan toepassen. Vervolgens worden de criteria ‘aan de hand van de ervaringen geëvalueerd en waar nodig aangepast’.
Ambtenaren van gemeenten, provincies, Rijk, waterschappen, politie en Openbaar Ministerie namen aan de conferentie deel. De tweedaagse bijeenkomst werd gehouden in Hotel Oud London in Zeist. ‘De gemeenten waren met twintig mensen aanwezig, en de VNG had ervoor gezorgd dat veel smaken vertegenwoordigd waren’, zegt Frank Meelker, directielid van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam, die tijdens de bijeenkomst werd gebombardeerd tot gemeentelijk delegatieleider.
Over de tekst van de slotverklaring is stevig onderhandeld. Meelker: ‘De eerste dag kwamen vooral veel verschillende meningen en belangen op tafel. Maar de tweede dag viel alles op zijn plek. Gemeenten krijgen de ruimte om de voorgestelde vormgeving zonodig aan te passen, de provincies hebben die ruimte gegeven. Een grote meerderheid is het hiermee eens.’ De slotverklaring van ‘het Zeister Beraad’ heeft de status van ambtelijk advies aan de betrokken bestuurders van VNG, IPO, Unie van Waterschappen en het Rijk. Uiterlijk op 1 oktober moet in een gezamenlijk bestuurlijk overleg de definitieve knoop worden doorgehakt.
Lees hieronder de slotverklaring
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Bovendien wordt nu duidelijk dat de VNG en andere 'belangenbehartigers' sippendragers van het Rijk zijn dat met zijn megalomane inzichten probeert lokaal bestuur, dat toch de betere papieren in handen heeft, in de kiem te smoren.