Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

82 keer een tekortkoming. Nul erkend

Provinciale Staten van Drenthe zetten in 2010 de veenkoloniën op de kaart als locatie voor grootschalige windenergie. Na jaren van lokaal verzet wordt deze zomer de eerste van in totaal 45 windturbines gebouwd. Binnenlands Bestuur reconstrueert in een tweeluik de gang van zaken. Deel twee: hoe het rijk de lokale overheden negeerde.

24 mei 2019
Windmolen.JPG

Rijk passeert gemeenten en provincie bij Drents windpark

Op 30 juni 2010 valt een brief van het ministerie van Economische Zaken op de mat bij de gemeente Borger-Odoorn. In Den Haag ligt een aanvraag voor een grootschalig windpark van 400 tot 600 megawatt. Omdat het park onder de rijkscoördinatieregeling (RCR) valt, handelt het rijk de ruimtelijke inpassing, de vergunningen en de inspraakprocedures af. De brief slaat in als een bom. Op zijn autoradio hoort Ali Edelenbosch, gedeputeerde van 1995 tot 2007, dat er grootschalige windparken in de Drentse veenkoloniën zullen komen. ‘Ik reed net toevallig door het gebied en ik moest het stuur goed vasthouden. Ik dacht: daar waren we toch altijd op tegen? Wat is er gebeurd?’

Na de zomer van 2010 zitten rijk, provincie en de gemeente om tafel om te werken aan een plan waar alle betrokkenen achter kunnen staan. Maar dat lukt niet. De gemeenten willen niet verder gaan dan een park van 110 tot 120 megawatt, maar dat is voor het rijk, dat inmiddels de regie heeft, veel te weinig. Minister Kamp (Economische Zaken, VVD) houdt vast aan 255, de omvang die agrariër en initiatiefnemer van het eerste uur Harbert ten Have in zijn brief van 29 december 2009 aan het ministerie had genoemd.

De provincie Drenthe probeert de omvang voor de veenkoloniën terug te praten naar 150 megawatt. ‘Maar het rijk stelde als voorwaarde dat Emmen en Coevorden dan ook moesten leveren’, zegt oud-gede- puteerde Rein Munniksma. ‘In totaal moest Drenthe 285 megawatt aan vermogen opstellen.’ December 2012 staan de 150 megawatt in de provinciale windvisie, al hebben de gemeenten daar niet aan mee willen werken. Ondanks dat dit plan aanzienlijk bescheidener is dan de oorspronkelijke plannen van 600 megawatt blijven de gemeenten Borger-Odoorn en Aa en Hunze er tegen.

Ze kunnen hoog en laag springen, in een brief van 20 december 2013 aan commissaris van de koning Jacques Tichelaar laat minister Kamp nog eens weten wie de baas is: ‘Het blijft echter uiteindelijk een besluit van mij en van de minister van Infrastructuur en Milieu of en zo ja voor welk alternatief een inpassingsplan wordt gemaakt.’ Het is duidelijk hoe Den Haag aankijkt tegen de regio. Eind november 2014 stelt Kamp de definitieve omvang vast op 150 megawatt, en schrapt daartoe een rij met vijf turbines. Al is dat volgens zowel gemeenten als provincie een ‘verkeerde rij’: het dorp Gasselternijeveenschemond wordt daardoor aan twee kanten ingesloten door hoge windturbines.

Pennenstreek
Zowel gedeputeerde Munniksma als de gemeente Aa en Hunze trekken aan de bel, zonder succes. Ambtenaar Peter van der Veen van Aa en Hunze: ‘Wij vroegen naar een motivatie maar de provincie en het ministerie wezen naar elkaar. We hebben nooit een antwoord ontvangen.’ Munniksma, in die jaren portefeuillehouder in Drenthe: ‘Dat schrappen van die verkeerde rij turbines gebeurde in Den Haag, met een pennenstreek. Wij kregen dat niet meer veranderd.’

Als de rook is opgetrokken blijven er drie groepen over die de 45 molens zullen gaan ontwikkelen: een groep van boeren rond Ten Have, een groep boeren die in de gemeente Aa en Hunze een eigen windpark ‘Oostermoer’ zullen ontwikkelen samen met de Windunie, en een aantal boeren dat niet zelf investeert maar land verhuurt aan Raedhuys Windenergie BV. In een brief van 3 februari 2015 ‘aan de initiatiefnemers’ schrijft minister Kamp: ‘Overeenkomstig de afspraken en het Inter Provinciaal Overleg krijgt het Windpark een omvang van 150 MW.’ Een zinnetje waar later weer een hoop om te doen zal zijn, zo zal blijken.

Op 16 september 2016 is het besluit van Kamp ten aanzien van die 150 megawatt definitief. Ondertussen blijven de bestuurlijke verhoudingen problematisch. En ook het draagvlak onder de bevolking – een destijds door minister Van der Hoeven (Economische Zaken, CDA) gestelde voorwaarde voor de plannen – lijkt niet erg te groeien. Het zijn de initiatiefnemers die voor dat draagvlak moeten zorgen, zo had Van der Hoeven in haar brief van juni 2010 bepaald. Maar pas anderhalf jaar later, op 27 januari 2012 heeft de groep van Harbert ten Have een eerste gesprek met de omwonenden die zich tegen het windpark verzetten.

Er volgen in de loop der jaren enkele rumoerige informatieavonden waarbij de plannen worden toegelicht, maar tot meer begrip leidt dat niet. In september 2015 stelt Ten Have in een uitzending van De Monitor dat het met dat draagvlak niet echt gelukt is: ‘Dat geef ik eerlijk toe.’

Weerstand
Met name in de gemeenten Aa en Hunze en Borger-Odoorn neemt de weerstand toe, niet alleen van de inwoners, maar ook van de gemeenten zelf. Eind december 2013 vragen de burgemeesters Marco Out van Borger-Odoorn en Erik van Oosterhout van Aa en Hunze aan minister Kamp om uit te leggen waarop hij baseert dat er lokaal draagvlak bestaat, op grond waarvan de rijkscoördinatieregeling kan worden toegepast.

Kamp heeft een mooi antwoord: sinds het Energieakkoord van 2013 is er sprake van breed gedragen noodzaak voor het vergroten van het aandeel van duurzame energie in de Nederlandse energievoorziening. En daar staan de handtekeningen onder van de provincies, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en van milieuorganisaties. Als dat geen draagvlak is. In de loop van 2014 organiseert het ministerie van Economische Zaken zelf een aantal informatieve spreekuren in het gebied. Dat is een verplicht onderdeel bij inspraakprocedures.

Actiegroep Platform Storm roept omwonenden op om er niet naartoe te gaan: ‘Deze spreekuren zijn georganiseerd omdat dit wettelijk verplicht is. Maar men wil het de bewoners zo moeilijk mogelijk maken deze te bezoeken. Ten eerste dient u zich aan te melden via de website en daarna ontvangt u een barcode waarmee u naar binnen mag op de avond. Let op dat u dan wel geregistreerd staat! Daarnaast verzoeken ze dat er niet gefilmd, gefotografeerd of opgenomen mag worden. Het ministerie en de initiatiefnemers willen kennelijk graag alles zo geheim mogelijk houden.’ Kamerlid Agnes Mulder van het CDA zegt tegen RTV Drenthe: ‘Dit is niet de manier waarop je met de veenkoloniën omgaat.’

Maar minister Kamp is helemaal klaar met alle kritiek van gemeenten en Kamerleden. In een Algemeen Overleg op 11 november 2014 zegt hij: ‘Wij moeten een koers hebben voor de langere termijn. Wij moeten daarover afspraken maken, een goede visie hebben hoe wij dat voor elkaar kunnen krijgen en daaraan moeten wij consequent vasthouden. Ik geef de woordvoerders dit graag in overweging. Zij kunnen met moties en amendementen komen, maar ik waarschuw ervoor dat dit geen kleine rukjes aan het stuurwiel moeten zijn die ertoe leiden dat wij de ene keer de ene en de andere keer de andere kant op gaan. Daardoor ontstaat alleen maar vertraging bij het bereiken van het doel.’

Andere realiteit
Ondertussen opereren de gemeenten Aa en Hunze, Borger-Odoorn en Stadskanaal in een andere realiteit: de plaatselijke bevolking blijft het windpark volhardend afwijzen. Er is onrust over de gezondheidsrisico’s en over de waardedaling van de huizen. Eind 2014 laten de gemeenten opnieuw een eigen draagvlak onderzoek te doen. Conclusie: 82 procent van de respondenten in het zoekgebied is tegen de komst van een windpark. Minister Kamp reageert op 14 november 2014 in de Tweede Kamer: ‘Het grote draagvlak waarmee ik te maken heb, is het politieke draagvlak. Dat is er volop. Ik vind alle persberichten en onderzoeken prachtig, maar hoe ze ook uitpakken, ik heb het draagvlak dat ik nodig heb, ik heb de afspraken die ik nodig heb en daarmee ga ik verder.’

In een brief van 21 oktober 2015 keren de gemeenten Aa en Hunze en Borger- Odoorn zich scherp tegen het ministerie. De gemeenten uiten hun zorg dat er straks zeer hoge molens gekozen worden omdat het windregime in de veenkoloniën volgens het KNMI zeer matig is. En hoge molens hebben weer een grotere impact. ‘Wij vragen u waarom u hier het principe van een goede ruimtelijke ordening zo ondergeschikt heeft gemaakt aan het economisch belang van een zo hoog mogelijk rendement voor de initiatiefnemers.’

Ook de rechtmatigheid van de rijkscoördinatieregeling wordt bestreden, omdat er volgens de gemeenten geen sprake is van één samenhangend park, maar van twee parken met drie aparte initiatiefnemers. ‘Gezien onze opvattingen over de wettelijke bevoegdheid geven wij u ten zeerste in overweging om de ingezette procedure voor het rijksinpassingsplan stop te zetten en uw bevoegdheid over te dragen aan het provinciaal bestuur van Drenthe. Wij behouden ons het recht voor om, afhankelijk van de opstelling van minister Kamp, een kort geding hierover aanhangig te maken bij de Rechtbank te Den Haag.’ De brief is ondertekend door beide burgemeesters.

Het komt niet vaak voor dat een gemeente een minister voor de civiele rechter daagt. Maar het kort geding van eind 2015 wordt door de gemeenten verloren. Het definitieve besluit staat begin 2016 in de Staatscourant, het moment waarop de inspraak kan beginnen. De overheid heeft een eigen bureau energieprojecten waar de reacties worden verzameld.

Teleurstelling
De Groningse gemeente Stadskanaal – een aantal turbines komt zo ongeveer op de gemeentegrens te staan – reageert nog diezelfde dag: ‘Het plan voldoet niet aan eisen van een goede ruimtelijke ordening, de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan is niet aangetoond.’

Ook de provincie Drenthe reageert op 24 maart 2016 per brief: ‘Bij de inwoners van het plangebied leven grote zorgen over de komst van het windpark. In de afgelopen jaren voerden wij met u gesprekken over die breed gedragen zorgen. Tot onze grote teleurstelling zien wij van onze inbreng op wezenlijke punten niets terug in het nu voorliggende ontwerp- inpassingsplan en het bijbehorende Milieu effectrapport.’ Voor burgers is het feitelijk ondoenlijk om te reageren op de plannen, de milieueffectrapportage alleen al bestaat uit duizenden pagina’s. Toch blijken sommige omwonenden zeer goed ingevoerd. Zoals de oudofficier van justitie Cor van Ginkel (82) uit 2e Exloërmond. Hij noteert 82 tekortkomingen op de voorgenomen exploitatievergunningen.

De door de overheid ingehuurde juristen die deze reacties van commentaar moeten voorzien werken zich in het zweet, maar ze komen eruit. Hier en daar wordt een omissie toegegeven, maar in de laatste kolom van de ‘nota van antwoorden’ staat onder de rubriek ‘Aanleiding tot aanpassing besluit’ 82 maal het woordje ‘nee’. Nergens leiden de honderden ingestuurde reacties tot aanpassingen van de besluiten. De procedure rond de inspraak schenkt de indieners weinig vertrouwen. Temeer daar je op een nota van antwoord niet meer kunt reageren.

Te positief
Niet alleen actiegroepen verweren zich. Ook oud-gedeputeerden zoals Edelenbosch, oud-wethouders en ambtenaren, en wetenschappers van de Groningse universiteit die in het gebied wonen roeren zich. In de loop der jaren richten ze hun pijlen op de landelijke politiek, er worden alternatieve plannen gemaakt. Soms komt steun uit onverwachte hoek. Zoals een uitspraak van de Nationale ombudsman van 1 augustus 2011 waarin hij concludeert dat de rijksoverheid te eenzijdig en positief bericht over de inpassing van windenergie in het bestaande elektriciteitsnetwerk.

Daarover zijn de meningen verdeeld, oordeelt de ombudsman, wat niet blijkt uit de tekst op de website van de overheid. ‘Naar het oordeel van de Nationale ombudsman [is] onvoldoende gedaan om de schijn van partijdigheid op de website te vermijden. De onderzochte gedraging is niet behoorlijk.’ In november 2016 gebeurt dat nogmaals. De Sociaal Economische Raad (SER) en SER-Kroonlid Ed Nijpels, trekker van de groene energierevolutie, ‘bagatelliseren de nadelen van windparken’, stelt de Nationale ombudsman. Zij informeren het publiek te eenzijdig over windenergie door vooral de positieve kanten te belichten en nemen klachten van omwonenden van windturbines niet serieus.

Maar het Haagse bastion zal een onneembare vesting blijken. De Tweede Kamer neemt op 20 december 2016 zelfs een motie aan die oproept tot herbezinning rond het Drentse park: ‘Verzoekt de regering, een periode van bezinning in te lassen en een zoektocht naar alternatieven te starten die dezelfde hoeveelheid duurzame energie opleveren.’ Kamp legt die motie naast zich neer, zo schrijft hij 19 januari 2017 aan de Kamer. Eén van de argumenten die Kamp noemt is veelzeggend: ‘Nu alle procedures stoppen zou de betrouwbaarheid van de overheid en het investeringsklimaat schaden en zou een grond opleveren voor het indienen van schadeclaims tegen de Staat door de initiatiefnemers.’

De belangen zijn te groot. ‘Als je eenmaal verkeerd begint, dan draai je dat nooit meer bij’, zegt ambtenaar Peter van der Veen van de gemeente Aa en Hunze die al tien jaar op het dossier zit. ‘Toen wij in 2017 bij de Raad van State procedeerden’, zegt Ali Edelenbosch, ‘kon je duidelijk zien hoe de verhoudingen lagen: wij aan de ene kant van de zaal, de initiatiefnemers met hun advocaten en de ambtenaren van het ministerie aan de andere kant. In de zaal er ook daarbuiten tijdens de schorsingen: zij lunchten gezellig met elkaar, maar denk niet dat de ambtenaren ook even een praatje met ons kwamen maken.’

Ongegrond
Op 21 februari 2018 verklaart de Raad van State alle bezwaren tegen het windpark ongegrond: het park mag worden aangelegd. En stelde minister van der Hoeven in 2010 als voorwaarde dat de initiatiefnemers voor draagvlak moesten zorgen, in haar uitspraak zegt de RvS: ‘Er is geen wet die bepaalt dat een ruimtelijk plan een ontwikkeling alleen mogelijk is als daarvoor voldoende draagvlak bestaat.’ Eind 2018 wordt opeens bekend dat de initiatiefnemers hebben gekozen voor 45 turbines van 3,9 megawatt, wat het totale vermogen op 175,5 brengt, ruim meer dan de afgesproken 150 megawatt. Opnieuw klimmen de gemeenten Aa en Hunze en Borger-Odoorn op 16 november 2018 in de pen: ‘Hier wordt het vertrouwen van de burgers opnieuw geschonden.

Niet alleen slecht voor het vertrouwen in het Ministerie van EZ maar ook voor het vertrouwen in de overheid in het algemeen’, schrijven de gemeenten aan Kamps opvolger minister Wiebes (VVD). ‘Die 175,5 MW is absoluut niet conform we destijds hebben afgesproken met minister Kamp’, zegt oud-gedeputeerde Munniksma. Maar volgens de minister is er niks aan de hand: de 175,5 MW valt ‘binnen de bandbreedte’ van de vergunning. Einde discussie. Wel zegt Wiebes, eind 2018 terugblikkend: ‘Het zou niet nog een keer zo moeten, maar we moeten dit nu wel als afgerond beschouwen.’

Toch blijkt die conclusie niet tot het hele kabinet te zijn doorgedrongen. Op 10 maart 2019 spreekt minister Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) voor een groep planologiestudenten in Groningen, onder meer over de energietransitie. ‘Draagvlak staat voorop’, zegt ze haar voorgangers na. Ze heeft ook een waarschuwing: ‘Als gemeenten en provincies in conservatisme blijven steken, dan moet het rijk positie bepalen, en dan kom je terug in de situatie dat de rijksoverheid dingen moet gaan opleggen. Dat het rijk locaties voor windparken gaat aanwijzen.’

Auteur Willem de Haan doet onderzoek naar de Drentse en Groningse windparken. Voor Argos (Vpro, radio 1) maakte hij een documentaire over het voorgenomen Groningse park N33.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie