'Voorlopig is Omgevingswet een stapje terug'
'Veel kleine dingetjes' spelen gemeenten na tien weken Omgevingswet nog parten.
Hoe beleven gemeenten de eerste tien weken Omgevingswet? Binnenlands Bestuur peilt de stemming bij de BUCH-gemeenten, die de wet liefst al een jaar eerder hadden ingevoerd. En ook bij de gemeente Oude IJsselstreek, die lang bleef hameren op een stabielere ict.
Moeilijk
‘Het laatste kwartaal van 2023 was echt moeilijk’, zegt Esther Quaedflieg, implementatiemanager Omgevingswet bij de Noord-Hollandse BUCH-gemeenten (Bergen, Uitgeest, Castricum, Heiloo). ‘Veel mensen hier intern geloofden niet dat het ging gebeuren, die invoering. Ze namen een afwachtende houding aan. Het momentum was weg. Het verloop binnen de teams heeft ook niet geholpen. Vanuit het programma moesten we er hard aan trekken met opleidingen en bijeenkomsten.’
In slaap
De in één ambtelijke organisatie samenwerkende BUCH-gemeenten waren wellicht wat in slaap gesust. Ze drongen er eerder vergeefs op aan om de Omgevingswet al begin 2023 in te voeren. Maar dat het in 2024 dan toch echt ging gebeuren, merkten ze eens te meer in december vorig jaar. Quaedflieg: ‘Op de valreep kwam een hausse aan aanvragen volgens het oude stelsel binnen, vooral ook door de gelijktijdige invoering van de Wkb, waar we de hele maand januari druk mee waren.’
Spannend
Het aantal aanvragen via de nieuwe route valt als gevolg daarvan voorlopig mee. ‘Twee weken geleden hebben we de eerste vergunning verleend onder de Omgevingswet. Vooral spannend omdat wij per 1 januari ook een nieuw zaaksysteem kregen.’ Het betrof een dakkapel. ‘Nee, dat stelt inhoudelijk niet veel voor’, lacht Quaedflieg. ‘Maar omdat het vooral over het proces ging, was het toch tricky. Zou de aanvraag binnenkomen? Werd er wel een ontvangstbevestiging verstuurd? Kwam er ook een vergunning uit?’
‘Het DSO werkt nog niet optimaal'
Koppeling
Het verliep prima, blikt Quaedflieg terug, ‘maar het gaat niet zonder slag of stoot’. De BUCH-gemeenten moesten de nodige aanpassingen doen in de koppeling tussen het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en hun nieuwe zaaksysteem. ‘Het DSO werkt nog niet optimaal. Deels een gevolg van hoe het landelijk is ingericht, deels een gevolg van het door ons ingevoerde beleid. Hoe simpeler je de regels houdt, hoe helderder de uitkomst wordt voor de burger.’
Verbeteren
Daar valt in haar gemeenten nog het nodige te verbeteren, merkt ze, zoals ook de DSO-vragen van provincie en waterschap een stuk simpeler kunnen. ‘Die had je in het oude OLO niet. Nu moet de burger daar ook allemaal doorheen. Ik had gehoopt dat er met het nieuwe DSO een verbeterslag in zou komen, maar eigenlijk is het voorlopig gewoon een stapje terug. We ervaren dat er nog veel werk aan de winkel is om het allemaal zo in te richten en te regelen dat zowel wij als de burger er profijt van hebben. Dat zijn zaken die we in overleg in de regio’s Noord-Holland-Noord en IJmond met alle gemeenten oppakken.’
DSO-knop
Sowieso spelen er volgens Quaedflieg nog veel ‘dingetjes’. Zo was bij meldingen over asbest onduidelijk welke bij de gemeente terechtkwamen en welke bij de omgevingsdienst. Ook blijkt de uitleg bij de DSO-knop ‘sparren met de gemeente’ weinig uitnodigend. Quaedflieg: ‘Ik vrees dat veel initiatiefnemers daarom denken: ik doe een aanvraag en dan zie ik het wel. Dat is natuurlijk niet wat wij beogen. Wij willen voordat ze een aanvraag indienen met initiatiefnemers om tafel.’
Die asbestkwestie die de BUCH-gemeenten aanhalen, speelt ook in Oude IJsselstreek.
Hausse
Ook Oude IJsselstreek kreeg vorig najaar ‘een flinke hausse’ aan plannen, zegt Rutger Schottert, die er de ruimtelijke procedures begeleidt. Volgens hem ‘meer dan twee keer zoveel’ als het jaar daarvoor. Sommige waren compleet, andere verre van. ‘Maar allemaal bewust gedaan om voor de ingang van de Omgevingswet het plan erdoorheen te krijgen.’
Vragenbomen
De Achterhoekse gemeente drong er lang op aan om de Omgevingswet pas in te voeren als het digitaal stelsel aantoonbaar zou werken; een advies dat in Den Haag goeddeels in de wind werd geslagen. Nu zitten ze met de gevolgen. Die asbestkwestie die de BUCH-gemeenten aanhalen, speelt ook in Oude IJsselstreek. Net als die ingewikkelde vragenbomen van het nieuwe omgevingsloket.
Waterschap
‘Laatst liepen we daar zelf ook tegenaan’, zegt Schottert. ‘Een niet meer gebruikt voetbalveld willen we met bomen beplanten en er ook een aantal speelvoorzieningen plaatsen. Bij het doorlopen van de vragenlijst voor de omgevingsvergunning kwamen we ook terecht bij vragen vanuit het waterschap. Terwijl er helemaal geen watergang is of enig ander waterbelang in de buurt van dat veld speelt, is dan de uitkomst: vraag ook een vergunning aan bij het waterschap.’
Ook professionele gebruikers worstelen ermee
Twee uur extra
André Putker, manager fysieke ontwikkeling, hoort dat ook terug van burgers en bedrijven die in Oude IJsselstreek de vergunningencheck doen. ‘Dan gaan ze maar met ons bellen om erachter te komen wat überhaupt met een vraag wordt bedoeld.’ Dus nee, beaamt hij, een stap vooruit is het nieuwe omgevingsloket nog niet.’ Ook professionele gebruikers worstelen ermee, zegt projectleider omgevingsplannen Dènes Jansen. ‘Ik sprak laatst een advocaat die gespecialiseerd is in ruimtelijk bestuursrecht. Die vraagt nu standaard twee uur extra voor een advies vanwege de ingewikkelde software van regels op de kaart.’
Hekwerk
Tien weken na de invoering is de Omgevingswet ook in het kritische Oude IJsselstreek niet de ramp geworden waarvoor door sommige criticasters werd gevreesd. Maar de echte test komt volgens Jansen pas als de Tijdelijke Alternatieve Maatregelen (TAM’s) ophouden te bestaan. ‘Het is niet voor niets dat er nu zo veel partijen moeten worden bijgehaald om via de nieuwe STOP-standaard een wijziging in het omgevingsplan te begeleiden. Je kunt dat straks nooit voor 353 gemeenten op deze manier gaan doen. Ik vang bij Binnenlandse Zaken geluiden op dat de TAM’s sowieso met één jaar zullen worden verlengd.’
Lastig
Voor een kleine gemeente als Oude IJsselstreek wordt het volgens Putker straks lastig om de kennis in huis te halen om het omgevingsplan te kunnen wijzigen. ‘Dat zijn kwetsbare functies. Stel dat zo iemand vertrekt, dan dreigt in de organisatie meteen een probleem. Het kan een optie zijn om het aanpassen van het omgevingsplan in regionaal verband met andere gemeenten te organiseren. In theorie is de bereidheid tot samenwerking er altijd, maar in de praktijk is het organiseren van dit soort nieuwe taken vaak lastig voor elkaar te krijgen. Misschien komen we tot de conclusie dat we die wijzigingen alleen maar bij een ruimtelijk bureau kunnen neerleggen. We hebben veel meer tijd nodig om daar achter te komen. En in de tussentijd blijft de winkel hier gewoon open. Voordat we de TAM’s kunnen opgeven, moeten wat mij betreft eerst alle kinderziektes uit het nieuwe systeem.'
Lees het hele verhaal over gemeenten en de Omgevingswet deze week in BB05 (inlog).
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
In de Wvg zijn alle regels over voorkeursrechten overzichtelijk bij elkaar opgenomen. Onder de Omgevingswet zijn deze regels echter gespreid over meerdere hoofdstukken. Hoofdstuk 9 van de Omgevingswet ziet op
voorkeursrechten. Hierin zijn de belangrijkste regels over vestiging, intrekking en inschrijving opgenomen. Hoofdstuk 15 van de Omgevingswet gaat over schade, daarin is de schaderegeling van artikel 25 Wvg opgenomen. Hoofdstuk 16 ziet op procedures en bevat de regels over de kennisgeving en terinzagelegging en de bezwaarprocedure. Het overgangsrecht is niet opgenomen in de Omgevingswet zelf, maar in de artikelen 4.1, 4.2 en 4.3 van de Aanvullingswet grondeigendom. Op grond van artikel 4.2 worden bestaande voorkeursrechten gelijk gesteld aan de voorkeursrechten op basis van de nieuwe grondslagen uit de Omgevingswet. Tot slot bevat hoofdstuk 7 van het Omgevingsbesluit regels over de inhoud van voorkeursrechtbeschikkingen en intrekkingsbesluiten.
Iemand moet mij maar eens uitleggen wat hier zoveel handiger aan is.