Regering krijgt dwangsom als het stikstofdoel 2030 niet haalt
Rechtbank Den Haag stelt eiser Greenpeace grotendeels in het gelijk.
De Nederlandse staat krijgt een dwangsom van 10 miljoen euro opgelegd, als het op 31 december 2030 niet aan het wettelijke stikstofdoel voor dat jaar voldoet. Dat heeft de rechtbank Den Haag woensdag gezegd, in zijn uitspraak in de rechtszaak die Greenpeace tegen de Nederlandse rijksoverheid had aangespannen.
Het doel voor 2030 is in 2021 door het kabinet Rutte-III wettelijk vastgelegd: dan moet de stikstofdepositie op 50 procent van de stikstofgevoelige natuurgebieden zich onder de Kritische Depositiewaarde (KDW) bevinden. De huidige prognose van het RIVM voor dat jaar is nu niet meer dan 31 procent.
Wéér een harde uitspraak
De uitspraak van de rechtbank in Den Haag volgt kort op die van de Raad van State afgelopen december. Zie hier onze verslaggeving toen: ‘Plotsklaps weer hele groep bedrijven in de illegaliteit.’
Dwangsom
Greenpeace had een dwangsom gevorderd, maar volgens de rechter is dat ongebruikelijk. Onder het mom van ‘constitutionele hoffelijkheid’ wordt van de overheid ‘verwacht dat zij rechterlijke uitspraken uitvoert’. Toch maakt de rechter nu een uitzondering. De reden hiervoor is dat de overheid verwijtbaar heeft gehandeld, toen kabinet Rutte-II in 2015 het Programma Aanpak Stikstof (PAS) invoerde, terwijl het kon weten dat dit beleidsprogramma in strijd was met de Europese natuurwetgeving. Het PAS werd destijds ingevoerd onder politieke verantwoordelijkheid van toenmalig PvdA-staatssecretaris Sharon Dijksma.
Gewaarschuwd
Nog voor de invoering van de regeling, zo zei de Haagse rechter woensdag, was de staat gewaarschuwd dat er ‘twijfels waren of de regeling wel voldeed aan de habitatrichtlijn’. ‘Dat blijkt bijvoorbeeld uit het advies van de commissie voor de Milieueffectrapportage van 12 juli 2012. Als dan later de Europese rechter en vervolgens de hoogste bestuursrechter die invoering in strijd met het recht achten, kan niet worden volgehouden dat de staat geen verwijt kan worden gemaakt en kan de onrechtmatigheid dus aan de staat worden toegerekend.’
Ook weegt de rechtbank mee dat in de vier jaar dat de PAS-regeling liep (van 2015 tot en met 2019), ‘niet of nauwelijks stikstofdepositiereductie heeft plaatsgevonden en dat in 2018 zelfs sprake was van een stikstofdepositietoename’.
Afgewezen
Greenpeace kreeg van de rechter niet in alles gelijk. Zo heeft de rechtbank geen wetenschappelijk bewijs gezien dat er in Nederland beschermde natuurgebieden zijn die op korte termijn een point of no return naderen. Wel vindt de rechter het overtuigend dat sommige natuurgebieden, met name de Veluwe, prioriteit zullen moeten krijgen, omdat deze er duidelijk slechter aan toe zijn.
Daarnaast beveelt de rechtbank niet dat de staat ook het wettelijke stikstofdoel voor 2025 moet halen. Dat wilde Greenpeace wel. Maar volgens de rechter ligt dit stikstofdoel buiten handbereik: ‘De rechtbank hanteert in dat verband het algemene uitgangspunt dat een bevel achterwege dient te blijven als daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan bij een maximaal te vergen inspanning.’
Op dit punt maakte de rechtbank wel een foutje, door te spreken van ‘het wettelijk stikstofdoel voor 2025 van 30 procent onder de KDW’. Het doel voor 2025 is namelijk 40 procent. Momenteel zit Nederland op ongeveer 28 procent.
Kritiek op kabinet
De rechter oordeelt ook hard over het huidige kabinet. Tijdens de coalitieonderhandelingen in de eerste helft van 2024 werd het stikstoffonds geschrapt, waar toen nog 20 miljard van resteerde. Daardoor werd het onmogelijk het Nationaal Plan Landelijk Gebied te blijven uitvoeren.
Dit is één van de redenen dat volgens de rechter al lange tijd geen maatregelen genomen zijn die het stikstofdoel voor 2030 dichterbij brengen. ‘Bovendien heeft de huidige regering tot op heden geen beleid afgekondigd op grond waarvan met enige wetenschappelijke zekerheid kan worden aangenomen dat bij uitvoering daarvan het wettelijk stikstofdoel voor 2030 zal worden behaald.’
Tijdens de behandeling van de rechtszaak heeft de staat wel degelijk betoogd dat de regering nog steeds veel plannen heeft om de stikstofdoelen alsnog te bereiken. Maar dit overtuigde de rechters niet: ‘Deze opsomming kan bij de rechtbank niet de stellige indruk wegnemen dat wat betreft de stikstofreductie een stap terug wordt gezet. Met name ook omdat financiële ruimte daarvoor ten opzichte van het transitiefonds zeer naar beneden is bijgesteld: van 25 naar 5 miljard euro.’
Potentiële kosten: 15-20 miljard euro
Het landbouwministerie hield er al rekening mee de rechtszaak te verliezen. Tijdens de coalitieonderhandelingen begin 2024 leverden de departementen lijsten in met mogelijke financiële tegenvallers. Het landbouwministerie noemde een bedrag van 15-20 miljard euro als ‘potentiële kosten’ van de rechtszaak.
Waarom? ‘Als de rechtbank Den Haag een of meer vorderingen van Greenpeace toewijst in de civiele procedure tegen de Staat, wordt de Staat gedwongen binnen zeer korte termijn om de stikstofbelasting aanzienlijk terug te brengen. Vanwege de snelheid waarmee dit dan gerealiseerd moet worden, lijkt dan onvermijdelijk om ook met het verplichtend/normerend instrumentarium te werken, naast een intensivering van het vrijwillige spoor. Dat brengt hoge kosten met zich voor nadeelcompensatie, voor uitvoeringscapaciteit, voor juridische procedures en voor flankerend beleid.’
Bron: pagina 72 van de departementele brieven.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.