Advertentie
juridisch / Column

Openbaarheid van informatie is (ook) een verdelingsvraagstuk

Dat een Wob-verzoek wordt genegeerd of vertraagd is merkwaardig en onwenselijk, maar niet geheel onbegrijpelijk.

19 juli 2022

Het artikel in de Volkskrant van 18 juli over de minister van VWS die geen gehoor geeft aan een gerechtelijke uitspraak die hem dwingt een Wob-verzoek af te handelen, heeft veel stof doen opwaaien. Het ging bij dit Wob-verzoek over communicatie tussen ex-minister Hugo de Jonge en enkele hoge ambtenaren over de ‘Sywertdeal’. Een ogenschijnlijk overzichtelijk verzoek, de documenten waren immers al voor handen ten behoeve van een onderzoek van Deloitte. De Kamer zou nu al terug moeten komen van reces, mensen spraken van een ambtsmisdrijf.

Hoezeer het op z’n zachts gezegd merkwaardig is en onwenselijk dat een minister een uitspraak van een rechter niet opvolgt, is het geen bijzonderheid voor mensen die vaker een Wob-verzoek doen (die tegenwoordig Woo-verzoeken heten). Het gebeurt vaker dat bestuursorganen de volledige dwangsom die de rechter ze oplegt, veelal 15000 euro, betalen en nog niet overgaan tot de afhandeling van het verzoek waar het uiteindelijk allemaal om te doen is. Kwade opzet? Onwil? Onkunde? Een illustratie van de vermeende Rutte-doctrine? Het rijk heeft de schijn tegen zich en is daar zelf debet aan.

Toch is een enkele nuancering op zijn plek. Een verzoek om informatie is bewust een laagdrempelige handeling. De vraag volstaat om – al dan niet met een beroep op de Wob of Woo – te vragen om alle informatie over een bepaald onderwerp en de termijnen (inmiddels 4 weken met de mogelijkheid van een verlenging met nog eens 2 weken) nemen een aanvang. Het is geen nieuws dat ‘alle informatie’ ook daadwerkelijk alle vormen van gegevensdragers vallen. Te denken valt aan appjes, sms-jes, maar ook gewoon nog alle nota’s, memo’s en e-mails.

Een potentieel grote hoeveelheid aan data die verzameld moet worden. Daar doemt een eerste horde op. Want, zo bleek bij de behandeling van de Woo in de Tweede Kamer, de informatiehuishouding is niet op orde. Het is, zacht gezegd, een rommeltje zodat niet alles in het eigen documentbeheerssysteem met één ‘google’-actie is te verzamelen.

Want hoeveel ambtenaren acht de samenleving gerechtvaardigd om alle verzoeken om informatie af te handelen?

Is die horde genomen, dan volgt tweede horde: een verplichte beoordeling van de documenten. Want niet alle informatie mag of moet openbaar worden gemaakt. De privacy van betrokkenen, maar ook bedrijfsgevoelige informatie of opvattingen van betrokkenen kunnen bijvoorbeeld redenen zijn om informatie niet openbaar te maken voor een ieder. Is dat makkelijk? Nou nee. Misschien nog wel voor namen die met handige software onleesbaar kunnen worden gemaakt. Maar ook bij andere informatie kan de privacy in het geding zijn. En ook de andere redenen die in de wet staan om informatie niet te geven vragen een beoordeling van een mens (en het liefst een aantal personen). Bij honderden documenten zijn dus vele mensen betrokken.

Toch gaat de wet er – 4 plus 2 weken – vanuit dat dit, ongeacht het aantal documenten gewoon gebeurt en lukt. De rechter die constateert dat de termijn is overschreden bekijkt dan wat redelijk en haalbaar is en, steeds meer, betrekt daarbij ook de journalistieke belangen. In die zoektocht van de rechter komt een belangrijk aspect aan bod dat nog onderbelicht blijft. Want hoeveel ambtenaren acht de samenleving gerechtvaardigd om alle verzoeken om informatie af te handelen? Bedenk dat het hierbij dus gaat om alle soorten van verzoeken die soms ook wat minder relevant aanvoelen, bijvoorbeeld over de kosten die een gemeente maakt voor het kunnen geven van kerstpakketten aan de medewerkers. Een onderscheid naar nut of noodzaak van een verzoek mag niet worden gemaakt, eenieder is gelijk voor de Woo.

Dus, moet het beter? Ja. Kan het beter? Jazeker! Maar dat wordt, gezien de staat van de informatiehuishouding, zeker op korte termijn een lastige opgave. En bovendien dringt zich dus al snel de vraag op: hoeveel mag dit kosten en ten koste van welk budget gaat dit? Want gaat dit ten koste van de opvang van asielzoekers, de compensatie van de boeren of de afhandeling van de schade vanwege de aardbevingen in Groningen of het tijdig afhandelen van Kamervragen? In de zoektocht naar transparantie zijn we dus ook aanbeland in een verdelingsvraagstuk. En dat perspectief lijkt soms wat op de achtergrond te staan.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Myconius Scipio
Al hetgeen wat hierboven genoemd wordt is meegewogen door de onafhankelijk rechter, en in deze casus onvoldoende gevonden. Wat op zich logisch is, want alle documenten waren al aan derden geleverd (Deloitte).

De minister heeft de uitspraak van de rechter uit te voeren. Zo niet dan rest de 2e Kamer maar 1 beslissing, en dat is een motie van wantrouwen.

De overheid staat niet boven de wet. Hoewel we in dit (en andere voorbeelden) steeds vaker het gevoel krijgen dat men daar bij de overheid anders over schijnt te denken.
Nico Bos
Als overheden de 1e stap (het rommeltje) nu eens met goede software netjes volgens de archiefwet gaan uitvoeren volgens uniform vastgestelde VNG normen dan is het opvragen van een dossier een druk op de knop. Maar zo werkt het niet, het "rommeltje" wordt doelbewust door juristen gecreëerd om de rechtsorde te ondermijnen. Beroepszaken lopen stuk op te laat ingebrachte stukken dankzij het traineren van de Wob besluitvorming; daar heeft men - zo blijkt - dus veel geld voor over.... want het is toch maar belastinggeld.
Advertentie