Rekenkamers zonder winstoogmerk
De verwevenheid tussen de comemrciële adnivesbureaus en de rekenmakers mag wel wat aandacht krijgen.
Pas zocht de rekenkamer van Utrecht nieuwe leden. Kandidaten moesten ‘bruisend en jong van geest zijn’, volgens de advertentie in uw lijfblad, want ‘dat past bij de Utrechtse gemeenteraad.’ Voormalige leden van diezelfde raad hoefden echter niet te solliciteren. Bovenop de in de Gemeentewet geregelde onverenigbare betrekkingen sloot de gemeenteraad zekerheidshalve ook iedereen uit die de afgelopen vijf jaar een politieke functie had bekleed of in Utrecht ambtenaar was geweest. Ze leggen de lat kennelijk hoog als het om de onafhankelijkheid van hun rekenkamer gaat.
Juist daarom was het opvallend dat kandidaten die werken bij adviesbureaus dan weer niet bij voorbaat werden uitgesloten. Terwijl het gemiddelde rekenkamerrapport tegenwoordig bij zo’n bureau wordt besteld. Dat kan commerciële motieven opleveren die, net als politieke betrokkenheid, de onafhankelijkheid van de rekenkamer verstoren. Toch bevat de advertentie hier geen ferme uitsluiting maar slechts een waarschuwing: ‘We letten scherp op mogelijke belangenverstrengeling en de bereidheid bij de kandidaten daarvoor een oplossing te vinden.’
De altijd bruisend en jong van geest gebleven gemeentejurist John Olivier vroeg zich af of deze advertentietekst de relevante regels niet al te losjes weergaf. Leden van rekenkamers mogen immers, net als raadsleden, volgens de wet geen ‘verboden handelingen’ verrichten. Niet als advocaat tegen de eigen gemeente procederen, bijvoorbeeld, of klussen van je eigen gemeente aannemen. Eventueel kunnen Gedeputeerde Staten (GS) in een concreet geval ontheffing verlenen, maar dan moet je denken aan de enige lokale bakker in het dorp die al jaren broodjes aan de gemeente levert en dat mag blijven doen als-ie raadslid wordt. Dat zit dus allemaal wat strikter in elkaar dan met een goed gesprek over mogelijke belangenverstrengeling kan worden afgedaan.
Goede rapporten maken is een vak
Sowieso kan de verwevenheid tussen de commerciële adviesbureaus en de rekenkamerwereld wel wat aandacht gebruiken, zoals Peter Castenmiller onlangs terecht bepleitte. Er bloeit immers een bonte praktijk van rekenkamerleden die factuurtjes sturen voor het onderzoek dat ze zelf doen tot aan het compleet inkopen van een de hele rekenkamerfunctie bij een commercieel bureau. Gewoon aanbesteden, net zoals de accountant.
Veel van die praktijk kon tot nog toe buiten het bereik van de Gemeentewet blijven omdat gemeenteraden niet per se een echte rekenkamer hoefden in te stellen. Het was ook mogelijk om te kiezen voor een zogenaamde rekenkamerfunctie. Daarmee konden raadsleden zelf ook een rekenkamer vormen, waarvoor op zich heel veel te zeggen valt. Toch is dat matig gebeurd. Onder de vlag van die vrije rekenkamerfunctie was het ook mogelijk om allerhande commerciële constructies op te tuigen. Daarvoor is veel minder te zeggen, maar dat is vaker gebeurd.
Inmiddels is de Wet versterking decentrale rekenkamers in het Staatsblad verschenen. Als die in werking treedt, vervalt de mogelijkheid om zelf nog een rekenkamerfunctie te kleien. Alle gemeenteraden moeten zich voortaan bedienen van de officiële onafhankelijke rekenkamer. Natuurlijk zullen de leden daarvan met regelmaat afkomstig zijn uit de advieswereld, wat goed is voor de publieke zaak. Goede rapporten maken is een vak dat gelukkig is geprofessionaliseerd en de schrijvers ervan zullen een aanwinst voor rekenkamers blijven.
Maar aan rekenkamerleden die gunstig samenwerken met zichzelf of met de eigen werkgever moet strenger de hand worden gehouden. Als adviseur meeschrijven aan een offerte voor je eigen rekenkamer is gewoon een verboden handeling. En voor een opdracht aan je werkgever waarop je gezien je positie daar invloed hebt kúnnen uitoefenen, is toestemming van GS nodig.
Overigens is het daarbij zeker niet uitgesloten dat een bepaald onderzoek alsnog belandt bij het bureau van een rekenkamerlid. Bijvoorbeeld omdat het heel specifiek onderzoek is dat eigenlijk maar door één bureau kan worden gedaan. Maar dan alleen als dat in de ogen van een toezichthoudend orgaan in een voorkomend geval objectief valt te rechtvaardigen. Na het weren van de politieke invloeden uit de rekenkamers moet de lat ook omhoog voor het ontvlechten van de commerciële belangen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.