Advertentie
juridisch / Column

Duurzaamheid legt het af tegen de markt

Het schiet met de transitie in de landbouw niet erg op als we de concurrentie organiseren tussen de bedrijven die duurzaam willen worden.

14 februari 2025

In december vorig jaar oreerde Willem Janssen in Groningen over duurzaam aanbestedingsrecht. Aanbestedingen structureren de samenleving, stelde hij, en dus onthult de concurrentie de we organiseren de waarden die we uiteindelijk echt belangrijk vinden.

Het Europese recht heeft nooit onduidelijkheid laten bestaan over wat daarin werkelijk telt: marktintegratie. De duurzaamheidscriteria die tegenwoordig in aanbestedingen wel een rol mogen spelen, verliezen het uiteindelijk van dat ultieme doel. Duurzaamheid is dan wel officieel ook een kernwaarde, in de praktijk krijgt die geen echte prioriteit. Daarvoor zou de verdeling van schaarste veel fundamenteler op de schop moeten.

‘Het gelijkheidsbeginsel en transparantiebeginsel vereisen momenteel dat alle voorwaarden en criteria vanaf de start duidelijk zijn, terwijl duurzame oplossingen noodzakelijkerwijs vaak onduidelijk zijn.’ Zeker als het om kwetsbare waarden op de lange termijn gaat. Voor echt duurzaam aanbesteden zou het veel meer over de inschrijver dan over de inschrijving moeten mogen gaan, maar bij traditionele aanbestedingen is het juist andersom. 

Terwijl men in Groningen het glas hief op die wijze woorden, gebeurde in Teylingen waar Janssen voor had gewaarschuwd. Daar liep op dat moment een openbare aanbesteding voor het pachten van agrarische percelen. Niet omdat Brussel concurrentie tussen de boeren in de Boterhuispolder wil afdwingen, maar omdat de Hoge Raad sinds het Didamarrest steeds meer verplichte marktordening in artikel 1 van onze Grondwet is gaan lezen. En dus moest Teylingen aanbesteden. Het college had wel een reeks duurzame criteria gesteld, maar duurzaamheid bleek geen echte prioriteit: prijs speelde de doorslaggevende rol. 

En dus ging de grond niet naar de biologische boer die er nu zeldzame Lakenvelders tussen de grutto’s laat grazen, maar naar een regulier bedrijf met een mestoverschot. Van de verontwaardiging die dit nieuws in steeds grotere kringen teweeg brengt, is de winnende boer het eerste onterechte slachtoffer. Want hem valt weinig te verwijten; hij wilde juist meer grond om zijn bedrijfsvoering te extensiveren en duurzamer te worden. Toch schiet het met de transitie in de landbouw niet erg op als we de concurrentie organiseren tussen de bedrijven die duurzaam willen worden en de bedrijven die al duurzaam zijn. 

Dan eet de middenmoot telkens de voorhoede op en gaat het nog lang duren voor we ergens komen. Is het dan allemaal de schuld van de lokale politiek? Het college had immers andere criteria kunnen verzinnen waarmee prijs een kleinere rol in de aanbesteding had gespeeld en de kansen voor een biologische boer dus groter waren geweest. En de raad had natuurlijk moeten opletten toen ze in de besluitenlijst van het college criteria hadden kunnen zien waarvan ze hadden kunnen voorspellen dat daarmee de biologische pachter in de polder oneerlijk op prijs beconcurreerd zou kunnen worden. Want een gemiddeld raadslid is natuurlijk ook een expert aanbestedingsrecht met kennis van de markt voor agrarische percelen. 

Het lekenbestuur wordt weer verder op achterstand gezet

Dit was ongeveer de algemene lijn waarmee de regering het Didam-arrest verdedigde toen Bontenbal de zegeningen ervan in de Tweede Kamer ter discussie wilde stellen. Lokale overheden konden nog steeds politieke keuzes maken, betoogde premier Rutte, want er was zoveel beleidsruimte gelaten. Overheden hoefden hun politieke keuzes alleen maar te herformuleren tot de verwachte uitkomst van objectieve mededingingsruimte. En daarvoor hadden de VNG en BZK juist handreikingen en factsheets en ander moois geknutseld. 

De concurrentie die we organiseren onthult de waarden die de samenleving uiteindelijk echt belangrijk vindt. Mits die samenleving natuurlijk wel een fatsoenlijke mogelijkheid heeft om er iets van te vinden. En daar zit de belangrijkste impact van het Didam-arrest: het lekenbestuur wordt met al dat fijne voorlichtingsmateriaal weer verder op achterstand gezet. Natuurlijk komt het maatschappelijke debat over de waarden die we werkelijk belangrijk vinden pas los als de consequenties van abstracte aanbestedingscriteria duidelijk worden. Maar dat is ook het moment waarop de gemeenteraad er van de Hoge Raad niets meer van mag vinden. Het Didam-arrest was ooit bedoeld om een supermarktoorlog in het vastgoed te beslechten. 

Helaas is daarin ook de logische gelegenheid voor een normaal politiek debat over duurzaam agrarisch beheer in de Boterhuispolder gesneuveld. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie