Optelsom van factoren is genoeg voor afscheid
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Echt verwijtbaar had deze ambtenaar niet gehandeld, en de arbeidsrelatie was ook al niet enorm verstoord. Waarom kon zijn werkgever toch de arbeidsovereenkomst ontbinden?
Zijn leidinggevende is er niet blij mee als het Centraal Justitieel Incassobureau beslag legt op het loon van Marco Lijnstra*, sinds een half jaar douaneambtenaar. Dat betreft dertien onbetaalde verkeersboetes (totaal 5.638 euro) voor te hard en onverzekerd rijden van auto’s die op zijn naam staan.
Het gaat vast, vermoedt Lijnstra, om de vijf auto’s van zijn ouders die – door hun hoge leeftijd – op Lijnstra’s naam zijn gezet. Hij kende de boetes niet omdat zijn ouders zijn post behandelen, zegt hij. Later ontdekt zijn chef dat Lijnstra bij zijn indiensttreding ook nog eens een verkeerde woonplaats had opgegeven, en nu mogelijk verblijft in een appartement met een behoorlijk hoge huur.
Die gaat twijfelen aan diens integriteit als douaneambtenaar, zeker nu er zestien onbetaalde boetes zijn bij gekomen. Een goede verklaring voor dit alles heeft Lijnstra niet, waarop de Staat een ontbindingsverzoek indient bij de rechtbank Rotterdam: wegens verwijtbaar handelen van Lijnstra, wegens een verstoorde arbeidsrelatie, en een combinatie daarvan.
De kantonrechter gelooft Lijnstra dat hij niet wist van de boetes en ook niet waarom de auto’s op zijn naam zijn gezet. Zijn ouders waren vergeten alles goed te regelen brachten hierdoor hun zoon in de problemen. Het is verder niet duidelijk welk adres Lijnstra tijdens zijn indiensttreding heeft opgeven en over zijn financiële situatie bleef hij ook wat vaag. Dat alles was niet handig, oordeelt de kantonrechter, maar daarmee kan niet worden gezegd dat Lijnstra zodanig verwijtbaar heeft gehandeld dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden.
Zorgen over de beïnvloedbaarheid van buitenaf
Uiteindelijk heeft Lijnstra wel alle onduidelijkheden weggenomen. De arbeidsrelatie is door dit alles ook niet onherstelbaar verstoord. Het vertrouwen van de Staat in de werkrelatie met Lijnstra is zeker aangetast, maar ook dit is niet zodanig dat van de Staat in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
Hoewel het verwijtbaar handelen en de verstoorde arbeidsverhouding op zichzelf onvoldoende zijn voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, is de combinatie daarvan wel genoeg om afscheid te nemen.
Lijnstra antwoordde, waarschijnlijk door onwetendheid of naïviteit, niet duidelijk op vragen van de Staat naar aanleiding van het loonbeslag en zijn woon- of verblijfplaats. Dat heeft niet alleen geleid tot gerede twijfels van de Staat over de financiële situatie van Lijnstra en zijn verblijfsituatie (hoe betaalt hij dat appartement?), maar ook tot zorgen over de beïnvloedbaarheid van Lijnstra van buitenaf. Zo gaf hij zijn DigiD-code af aan een ander voor het overschrijven van kentekens. Dat met die auto’s overtredingen werden begaan waar Lijnstra niets van wist, brengt toch een niet te aanvaarden integriteitsrisico met zich, oordeelt de kantonrechter. Dat weegt extra zwaar nu hij in de Rotterdamse haven containers scant op drugs.
De combinatie van verwijtbaar handelen en de verstoorde arbeidsrelatie is zodanig dat de Staat de arbeidsovereenkomst niet hoeft te continueren. Herplaatsing is geen optie omdat Lijnstra’s contract toch binnenkort afloopt. Ondanks de ernstige twijfels aan zijn integriteit heeft hij wel recht op een transitievergoeding (1.280 bruto), vindt de Staat – het is immers geen ernstig verwijtbaar gedrag. Dat bedrag krijgt hij. Hij krijgt geen billijke vergoeding omdat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet is te wijten aan ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.
ECLI:NL:RBROT:2023:12067
* De naam is gefingeerd.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.