Advertentie
financiën / Achtergrond

‘Zonder extra geld gaat de deur dicht’

Het gemeentefonds moet structureel worden verruimd. Dat staat buiten kijf. En als dat extra geld er niet komt, gooit de VNG de deur dicht richting kabinet. Maar er moet meer gebeuren. Het rijk moet de autonome rol van gemeenten respecteren én ernaar handelen. Een interview met VNG-directeur Leonard Geluk.

25 september 2020
Geldbom-shutterstock-113261461.jpg

VNG-directeur Leonard Geluk wil dat positie gemeenten verbetert

Heel lang zit Leonard Geluk nog niet op zijn post als directeur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Op 1 april startte hij in zijn nieuwe functie, midden in de coronatijd. Toch heeft hij de afgelopen maanden al veel gemeenten bezocht en met nog veel meer gemeenten contact gehad, zo blijkt uit een landkaart die op zijn werkkamer in het VNG-gebouw Willemshof in Den Haag hangt. ‘Ik wil ze allemaal bezoeken.’ Daarmee is niet gezegd dat hij niet op de hoogte is van de noden van gemeenten. Integendeel. ‘Zeker de laatste tijd heb ik dagelijks contact met groepen burgemeesters en wethouders.’

De financiële nood is hoog, benadrukt Geluk. Gemeenten komen zo veel geld tekort dat zwembaden en bibliotheken dichtmoeten, het bermenbeheer wordt opgeofferd om de rekening voor de jeugdhulp te kunnen betalen, het openbaar groen wordt verwaarloosd en subsidies aan lokale cultuur worden afgebouwd of stopgezet. Schrijnend, vindt Geluk. Maar persoonlijk minstens zo schrijnend vindt hij dat wethouders er de brui aan geven. ‘Wethouders die zeggen geen wethouder te kunnen zijn in deze financiële omgeving. Ik snap die keuze, maar ik vind hem vreselijk. Ik moet er niet aan denken dat sterke wethouders afhaken om die reden, maar het is wel wat er gebeurt. Dat raakt de democratie.’

De VNG wordt dan ook bestookt door (groepen) gemeenten die de VNG vragen actie te voeren. ‘In al mijn contacten met gemeenten zeggen ze: “Ga er nou eens met gestrekt been in, hou je poot nou eens stijf.” De VNG is een solide, gouvernementeel georiënteerde organisatie, maar daar is een grens aan; dat haal ik er als signaal uit. Die grens kun je alleen maar trekken als je dat met elkaar doet. We moeten met elkaar bepalen wat die grens is.’ Uit resoluties en moties van (groepen) gemeenten, die vrijdag tijdens de digitale Algemene Ledenvergadering van de VNG worden ingediend, is een duidelijke rode draad zichtbaar: er zal en moet structureel meer geld bij.

Eerste stap
‘Tweederde van de gemeenten staat in het rood. Dat is objectief bewezen.’ De 300 miljoen extra voor de jeugdzorg in 2022 en de bevriezing van de o pschalingskorting is een eerste stap. ‘Dat geeft lucht, maar het is nadrukkelijk een eerste stap. Het besluit om de opschalingskorting twee jaar te bevriezen, zo lezen we dat besluit, geeft rust om het dossier te kunnen voorbereiden om haar helemaal af te schaffen. Dat moet met de formatie gebeuren.’ Op dezelfde manier kijkt Geluk aan tegen de incidentele 300 miljoen voor de jeugdzorg in 2022. ‘Dit najaar krijgen we het onderzoek naar de kosten voor de jeugdzorg. Als daaruit blijkt dat het budget moet worden opgeplust, moet dat door het huidige kabinet worden vastgesteld en door het nieuwe kabinet worden geïncorporeerd.’

Voor wat de Miljoenennota betreft, is Geluk dan ook niet ontevreden. ‘Als het kabinet met het plakken van deze pleisters, die een beetje financiële lucht geven, voor de korte termijn rust koopt om de dossiers goed op te bouwen en in de kabinetsformatie structurele afspraken maakt, dan heb ik daar begrip voor. Als het kabinet gemeenten met deze pleisters afscheept, en gemeenten in de kabinetsformatie niet worden gezien, dan gaat de deur dicht. Mijn advies aan het VNG-bestuur is, en dat moet goed met alle gemeenten worden besproken, dat als er niet structureel geld bij komt, het kabinet niet bij gemeenten hoeft aan te kloppen voor de woningbouwagenda, het Klimaatakkoord en de energietransitie. Zeg maar alle politieke ambities in Nederland die samen met gemeenten moeten worden gerealiseerd.’

Te weinig respect
Structureel meer geld is één, maar dat is niet alles. De positie van gemeenten in het stelsel moet worden versterkt. Er is te weinig respect voor gemeenten, die door verschillende ministeries als slechts een uitvoeringsloket van het rijk worden gezien, en het ontbreekt aan een visie over wat een solide gemeente in het bestuurlijk stelsel is. ‘De manier waarop met de autonomie van gemeenten wordt omgegaan, de eenzijdigheid van afspraken in ons stelsel; dat moet echt van tafel.’

De interbestuurlijke verhoudingen betitelt hij als ‘fragiel’. ‘De visie op de rol van gemeenten verschilt per periode per ministerie en dat zie je terug in wet- en regelgeving. Wij hebben behoefte aan een minister van Binnenlandse Zaken die het stelsel be waakt. Die het schip van Staat, het Huis van Thorbecke, in balans houdt. De autonomie van gemeenten wordt op heel veel manieren uitgehold. Dat gebeurt financieel, dat gebeurt via regionalisering en dat gebeurt door gemeenten te zien als een soort uitvoeringsloket.’

De macht van de minister van Financiën is groot, ook ten opzichte van de degene die de balans in het stelsel zou moeten bewaken: de minister van BZK. ‘Het zou niet moeten kunnen dat er vanuit het ministerie van VWS [Volksgezondheid, Welzijn en Sport, red] een wetsvoorstel komt, zoals de nieuwe Jeugdwet nu, die de autonomie van gemeenten fors inperkt zonder dat het expliciete toestemming heeft van de minister van Binnenlandse Zaken. De minister van BZK had dit moeten tegenhouden. Ze had moeten zeggen: in ons stelsel hechten wij aan een autonome rol van gemeenten en daar past niet bij dat je zo maar een deel van de taken weghaalt en in een ander (regionaal) verband neerzet.’

Onderspit
Respect heeft Geluk voor Ollongren, die de afspraken over reële compensatie van de coronakosten is nagekomen. Maar op andere terreinen delft een minister van Binnenlandse Zaken in het huidig stelsel makkelijk het onderspit bij haar collega op Financiën. ‘Het ministerie van Financiën doet net alsof een claim van gemeenten hetzelfde is als een claim van de kermisexploitanten of horecaondernemers. Het is voor de minister van Financien een van de vele, maar geen prioritaire claim. Daar hebben wij fundamenteel bezwaar tegen.’

Het bestuurlijk stelsel is nu uit balans, benadrukt Geluk. ‘Het respect voor gemeenten als autonome bestuurslaag, waarbij gemeenten eigen lokale keuzes kunnen maken op basis van de problematiek in de gemeenten, is niet standaard aanwezig. We hebben iemand nodig die daarvoor staat. Ik zou willen dat de minister van Binnenlandse Zaken zich, als instituut, verder door ontwikkelt als bewaker van het stelsel. Er zou niets moeten gebeuren als er geen handtekening van de minister van BZK onder staat.’

Eigen wetsvoorstel
De VNG gaat, voor het eerst in haar historie, een wetsvoorstel voorbereiden dat gemeenten die broodnodige positie in het bestuurlijk stelsel moet geven. En de minister van BZK meer doorzettingsmacht. De gemeentekoepel voelt zich daarbij gesterkt door eerdere adviezen van de Raad van State. Het hoogste adviesorgaan van de regering stelde in 2016 dat de minister van Binnenlandse Zaken medeverantwoordelijkheid zou moeten krijgen bij de voorbereiding en besluitvorming van maatregelen die de uitoefening van gedecentraliseerde bevoegdheden raken. Ook bij de vaststelling van maatregelen die de uitoefening van gedecentraliseerde bevoegdheden raken, moet de minister van BZK medeverantwoordelijkheid dragen door ze mede te ondertekenen. ‘Het gaat om interbestuurlijke verhoudingen, gebaseerd op een stevige autonome positie van gemeenten en over de rol van BZK.’ Over die VNG-initiatiefwet is nu contact met wetgevingsjuristen.

‘Het zou ons veel waard zijn als wij nog dit jaar met een concreet voorstel voor de Wet op de decentrale overheden kunnen komen, die we breed in consultatie kunnen geven zodat zij rijp is om na 17 maart op de onderhandelingstafel te liggen.’ Dat kan de VNG uiteraard niet zelf doen. Het initiatiefwetsvoorstel moet via partijpolitieke lijnen op het Binnenhof landen. Een omvangrijker gemeentefonds en een Wet op de decentrale overheden zijn, wat Geluk betreft, twee keiharde voorwaarden om met het kabinet in gesprek te blijven.

Als het nieuwe kabinet daar niet aan tegemoet komt, gooien gemeenten de kont tegen de krib. ‘We zijn straks blij als de opschalingskorting helemaal van tafel gaat en er meer geld voor de jeugdhulp en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) komt, maar dan hebben we nog de Omgevingswet met forse extra kosten voor gemeenten, het Klimaatakkoord, de boa’s; allemaal kostenverhogende keuzes en dan moeten we weer bij het kabinet gaan collecteren. Dat willen we niet meer.’

Het gemeentefonds moet mogelijk met 3 miljard euro groeien. ‘Een miljard opschalingskorting, een miljard voor het sociaal domein en dan heb je nog de kosten voor het Klimaatakkoord, enzovoorts. Maar ik ga nu verder geen bedragen noemen. Dat vind ik aan het bestuur van de VNG.’ Over verruiming van het lokaal belastinggebied wil Geluk nu nog niet in discussie met het kabinet. ‘Eerst moet die koek groter. De kans op afschuiven is anders te groot. Dan zegt het kabinet: zoek het zelf maar uit, ga maar meer belasting heffen als je met het rijksbudget niet uitkomt. Dat kan nooit aan de orde zijn. Principieel ben ik voorstander van een groter belastinggebied, als onderdeel van een sterke gemeente die autonoom is en waarvan de autonomie ook wordt gerespecteerd. Maar dat pleidooi is pas aan de orde als het gemeentefonds structureel op orde is.’

Weglopen
Om als VNG die duidelijke grens te trekken, is wel de steun van alle 355 gemeenten nodig, benadrukt Geluk. ‘Als er bij de kabinetsformatie onvoldoende ruimte inzit voor gemeenten, willen we dan echt niet meer met het kabinet in gesprek. Het is een vergaande strategie. Achter zo’n strategie moeten alle gemeenten zich scharen. En als we voor deze strategie kiezen, moeten gemeenten ook beseffen dat het mis kan lopen. Dat we inderdaad van die onderhandelingstafel weglopen.

Het is goedkoop om te zeggen dat we actie moeten voeren en vervolgens boos te worden als de VNG even niet meer onderhandelt met het kabinet. We moeten een duidelijke grens trekken, maar accepteer dan ook dat actie niet vanzelf gaat.’ De herijking van het gemeentefonds kan een wig drijven in de saamhorigheid van gemeenten. Geluk wil er niet al te veel over kwijt. ‘Iedereen snapt dat dit een moeilijk dossier is. Daarom zeggen we dat de koek groter moet, want het levert een hoop gedoe op als je schaarste gaat herverdelen.’

Gemeenten staan nu op het punt een heel duidelijk signaal af te geven: tot hier en niet verder. ‘Dat vind ik fair naar alle partijen toe die straks een nieuw kabinet gaan formeren. Jullie hebben gemeenten altijd nodig, we zijn zeer bereid onze verantwoordelijkheid te dragen en daar willen we heel graag mee door. Maar dan moeten we wel basaal onze taken als eerste overheid kunnen uitoefenen.’


Strategie
VNG-directeur Leonard Geluk heeft een nieuwe strategie voor de koepelorganisatie uitgestippeld. Die bestaat uit vier stappen. Als eerste moet het gemeentefonds structureel worden verruimd. Als tweede moet er een Wet op de decentrale overheden komen, waarin de autonome rol van gemeenten wordt geborgd. Pas als aan deze twee voorwaarden wordt voldaan, zijn gemeenten bereid aan het kabinet een aanbod te doen op terreinen als de woningbouwopgave, energietransitie en het Klimaatakkoord. Focus op uitvoering is het vierde onderdeel van de strategie die is voorgelegd aan het VNG-bestuur. Als dat bestuur akkoord is, mogen de leden er volgend jaar maart tijdens de buitengewone algemene ledenvergadering hun zegje over doen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie