WOZ-kosten dalen door samenwerken

Dat blijkt uit gegevens van de Waarderingskamer over 2010. Gemeenten geven met het oog op de uitvoering van de WOZ (Wet waardering onroerende zaken) op dit moment 18,70 euro per onroerende zaak uit. In 2009 was dat gemiddeld nog 19,50 euro.

De daling van de kosten met 4 procent wordt volgens Ruud Kathmann van de Waarderingskamer vooral veroorzaakt door het minder inhuren van extern personeel en het minder uitbesteden van werkzaamheden. Die trend hangt volgens hem samen met de ontwikkeling dat gemeenten in toenemende mate de uitvoering van de WOZ onderbrengen in één of andere vorm van samenwerking met andere gemeenten. Door deze schaalvergroting is het mogelijk om de benodigde deskundigheid in de gemeentelijke organisatie te realiseren, zodat men minder afhankelijk is van externe deskundigen. Kathmann acht een verdere daling van de kosten haalbaar. ‘Voor deze daling is het belangrijk dat gemeenten de WOZ-werkzaamheden op een efficiëntere manier afstemmen of integreren met andere activiteiten. Het verdient met name aanbeveling om het bijhouden van objectkenmerken voor WOZ-taxaties goed af te stemmen met de bijgehouden basisregistratie adressen en gebouwen (BAG)’, zegt hij.

Ook koppeling aan de gemeentelijke basis administratie (GBA) geeft het voordeel dat gemeenten maar één keer kosten maken bij het bijhouden van de gegevens in plaats van drie. Per 1 juli geldt dat de zogeheten BAG-gegevens verplicht moeten worden gebruikt.

Bezwaren

Volgens secretaris Jan Gieskens van de Waarderingskamer kunnen gemeenten ook nog goedkoper uit zijn als het aantal bezwaarschriften en beroepsprocedures tegen taxaties daalt. ‘Het bezwarenpercentage lag vorig jaar op 2,6 procent. In 2009 was dat nog 3,5 procent. Het is zelfs ooit 13 procent geweest’, zegt hij.

Een heldere communicatie met belanghebbenden zou kunnen bijdragen aan een verdere daling. Zo kunnen belanghebbenden op eenvoudige wijze, zoals via internet, de mogelijkheid krijgen zich op gedetailleerd niveau te vergelijken met andere gemeenten.

Aan het jaarlijks opnieuw taxeren van ruim 8 miljoen woningen en andere onroerende zaken als kantoren, winkels, bedrijfsruimten, scholen en ziekenhuizen, waren gemeenten in 2010 circa 165 miljoen euro kwijt. De opbrengsten van de met de WOZ-waarde geheven belastingen bedragen meer dan 5,7 miljard euro. Dat betekent dat de WOZ-kosten 2,9 procent van de opbrengst bedragen.

De gemaakte kosten omvatten onder andere het maken van marktanalyses en het taxeren van onroerende zaken (samen goed voor één derde van de totale kosten), het bijhouden van de objectkenmerken op basis waarvan de taxaties plaatsvinden, en het behandelen van bezwaren en beroepsprocedures (elk goed voor een kwart van de kosten).