Advertentie
financiën / Nieuws

Financiën loert op korten gemeenten en provincies

Financiën ziet voor het volgende kabinet tal van mogelijkheden om te bezuinigen, met name op gemeenten en provincies.

18 augustus 2023
stapel-geld-shutterstock-127466858.jpg
Shutterstock

Financiën ziet voor het volgende kabinet tal van mogelijkheden om te bezuinigen, met name op gemeenten en provincies. Op de Ombuigingslijst 2023 staan voor in totaal miljarden euro’s aan suggesties.

Interim manager SBZ S15/16

JS Consultancy
Interim manager SBZ S15/16

Jurist Handhaving Leefomgeving

Gemeente Stichtse Vecht
Jurist Handhaving Leefomgeving

Op de lijst opperen ambtenaren van Financiën maatregelen om de rijksuitgaven te verlagen en daarmee de overheidsfinanciën te verbeteren. De lijst is met name gemaakt ter ondersteuning bij het opstellen van verkiezingsprogramma’s. De erin opgesomde maatregelen – honderden in getal – zouden in elk geval technisch mogelijk zijn. Er valt volgens diezelfde ombuigingslijst ruim 400 miljoen euro te besparen op de apparaatskosten van gemeenten en provincies. Eenzelfde efficiencykorting opleggen op overige overheidsorganisaties, zou op termijn in totaal jaarlijks structureel 1,4 miljard euro besparingsruimte opleveren.

Financiën heeft het oog ook laten vallen op de goed gevulde kas van sommige provincies. Het afromen daarvan zou het rijk honderden miljoenen per jaar kunnen besparen. Een aantal provincies beschikt over hoge reserves, met name door de verkoop van hun energiebedrijven. Volgens een ambtelijke werkgroep zou een volgende regering ervoor kunnen kiezen een beroep te doen op deze provincies, om gedurende een bepaalde periode vanuit hun reserves meer in eigen inkomsten te voorzien.

Ouderenzorg

Er hoeft dan minder rijksgeld in het provinciefonds te worden gestort. Dat zou het rijk jaarlijks een besparing opleveren van 300 miljoen euro, in elk geval tot en met 2026. Wel zal, om die greep in de provinciale kas mogelijk te maken, de wet moeten worden aangepast. Een andere besparingsmogelijkheid ziet Financiën in de decentralisatie van de langdurige ouderenzorg.

Door gemeenten daarvoor verantwoordelijk te maken en daarbij een decentralisatiekorting van 10 procent toe te passen, kan het rijk structureel 1,6 miljard euro besparen. Nu wordt ouderenzorg vanuit drie stelsels geleverd: de Wet langdurige zorg, de Zorgverzekeringswet en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Daarmee zijn er drie zorginkopers: zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten. Die schotten zouden volgens Financiën ‘een barrière tot investeren in preventie en samenwerken.’

Door ontschotting is ‘mogelijk’ doelmatigheidswinst te behalen. In de berekening houdt Financiën rekening met transitiekosten van 250 miljoen euro gedurende de eerste jaren. Na acht jaar zou er de volle besparing van 1,6 miljard euro mogelijk zijn. Niet onderzocht is in hoeverre een efficiencywinst van 10 procent realistisch is.

Het Centraal Planbureau (CPB) heeft overigens in de startnotie Keuzes in Kaart aangegeven efficiëntiekortingen van 10 procent niet automatisch te tolereren bij de doorrekening van de verkiezingsprogramma's. Daartoe is het CPB alleen genegen als er ‘overtuigend empirisch bewijs is dat deze gehaald zullen worden.’

BNG en NWB

Verder kan het rijk kan 435 miljoen euro per jaar besparen door de BNG en de NWB te laten lenen bij het rijk zelf in plaats van in de markt, of zelfs meer dan het dubbele door leningen zelf te verstrekken in plaats van door die sectorbanken. Het Agentschap Financiën kan volgens de toelichting gunstige rentetarieven op staatsobligaties (deels) doorrekenen aan de publieke sector. Ook decentrale overheden zouden op die manier goedkoper kunnen lenen. Het financiële voordeel binnen de rijksbegroting ligt met de huidige rentestanden binnen een bandbreedte van structureel 400 miljoen tot net iets meer dan 1 miljard euro per jaar.

Geld lenen bij Agentschap in plaats van bij BNG en NWB

Zo’n wijziging heeft wel ingrijpende gevolgen. Daarom is een verdiepende analyse nodig om de uitwerking te laten voldoen aan alle randvoorwaarden. Ook moet het politiek-bestuurlijk draagvlak bij de medeaandeelhouders – gemeenten, waterschappen en provincies – en klanten goed worden geregeld. Zonder hun medewerking is een wijziging van de financieringsstructuur niet mogelijk. Het rijk heeft 50 procent aandeel in BNG Bank en 17 procent aandeel in NWB Bank.

CPB: pas op voor minder dienst. Verlening en kwaliteitsverlies

Wat het Centraal Planbureau betreft, is het geen vaststaand gegeven dat een nieuw kabinet de opschalingskorting weer activeert. Gebeurt dat wel, dan beoordeelt het CPB die maatregel als invulling van een nieuwe bezuiniging.

Die streep trekt het CPB in de startnotitie Keuzes in Kaart 2025-2028. Daarin zet het onderzoeksinstituut de spelregels uiteen rond die hij straks hanteert bij zijn doorrekening van de diverse verkiezingsprogramma’s.

Gemeenten schoppen al langer tegen de opschalingskorting aan. Die korting kwam voort uit het plan gemeenten te dwingen op te schalen tot 100.000 inwoners en daarmee kosten te besparen. Dat voornemen, onderdeel van Rutte II in 2012, werd nooit uitgevoerd. De korting werd echter gehandhaafd, alleen werd hij de laatste jaren bevroren.

Het CPB maakt in de startnotitie duidelijk dat als politieke partijen de opschalingskorting weer van stal willen halen, ze dat expliciet als bezuiniging moeten opvoeren. Op die manier stelt het CPB grenzen aan de bezuinigingen op het overheidsapparaat van lokale overheden. De maximaal getolereerde korting op het gemeente- en provinciefonds in 2028 is volgens de rekenmeesters 0,5 miljard euro. Het CPB noemt dat een ombuiging ten opzichte van het zogeheten basispad.

‘In het basispad is er geen sprake van een opschalingskorting, omdat verondersteld wordt dat het besluit van het kabinet de opschalingskorting op te schorten ook in het basispad van kracht blijft’, aldus het CPB. ‘Mochten partijen de opschalingskorting willen voortzetten, dan wordt dit gezien als een invulling van de maximaal mogelijke korting.’ In de startnotitie staat verder dat dit soort ombuigingen ‘alleen haalbaar zijn onder strikte voorwaarden ten aanzien van politieke en ambtelijke sturing’ en kunnen leiden tot kwaliteitsverlies en minder dienstverlening. Mede daarom zullen maatregelen boven op deze maximale ombuigingen door het CPB niet worden gehonoreerd in de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie