Waar is Maria?
Bedrijven bezuinigen, banken ontslaan personeel, pensioenfondsen verliezen dekking. De financiële crisis heeft greep gekregen op de reële economie. Minister Bos speelt de hoofdrol, bijrollen zijn er voor Donner en Eurlings. Maar waar is de minister van Economische Zaken?
‘De minister van spek en bonen’, noemt Kamerlid Frans Weekers haar. De minister van Economische Zaken doet er volgens hem niet toe in Den Haag en haar ministerie ook niet. Natuurlijk, Weekers zit voor de VVD in de oppositie en Maria van der Hoeven zit voor het CDA in het kabinet, maar toch, zijn oordeel over provinciegenoot Van der Hoeven is opmerkelijk hard.
‘Als lid van de oppositie ben ik niet blind. Ik heb er geen moeite mee om te erkennen dat Bos een sterke minister is en dat Donner van tijd tot tijd op een aantal thema’s goed de kat de bel aanbindt, maar dat kan ik niet van Van der Hoeven zeggen. De voorgaande ministers van Economische Zaken, van Wijers tot Wijn, durfden hun mond open te doen. Minister Van der Hoeven laat zich niet zien of horen. Minister Eurlings zei eerder deze maand dat de tarieven voor vliegtickets omlaag moeten omdat Schiphol lijdt onder de crisis. Waarom doet Eurlings wat Van der Hoeven zou moeten doen?
'Wat doet de minister van Economische Zaken? Die zegt in een tijd van recessie dat het wetsvoorstel om het aantal koopzondagen te beperken niet van tafel gaat. Voor wie zit zij daar: voor de Christen-Unie of voor het Nederlandse midden- en kleinbedrijf?’, vraagt de VVD-woordvoerder voor financiën en economische zaken in de Tweede Kamer zich af.
Minister Bos speelt sinds het najaar een heldenrol. Hij klimt op de zeepkist, sluit financiële megadeals. Minister van Verkeer en Waterstaat Eurlings is de kampioen van de wegenbouw en roept dat zelf om het hardst. Minister Donner van Sociale Zaken spant vangnetten voor personeel van bedrijven die ‘even’ geen kant meer op kunnen. En de minister van Economische Zaken, waar is die? Die lijkt in het politiek/economische spel geen rol te spelen en valt vooral op door ‘missers’ en verloren confrontaties.
Staatssecretaris van Financiën De Jager floot haar terug toen ze voor kerst positief reageerde op het FNV-voorstel om het spaarloon vrij te geven. Bos bruuskeerde haar toen ze begin december zei dat banken te terughoudend waren met het verstrekken van krediet. PvdA-fractiewoordvoerder financiële zaken Paul Tang, die het ‘niet nodig’ vond om voor dit artikel geïnterviewd te worden, stelde minister Van der Hoeven in december Kamervragen over haar kostbare beleggingsadvies. Een misser waarvoor ze trouwens al veel eerder was gekapitteld door de premier zelve.
Tang, voormalig plaatsvervangend directeur bij de directie Algemene Economische Politiek van EZ, had uitgerekend dat Van der Hoevens advies op BNR radio in januari 2008 om niet halsoverkop aandelen van de hand te doen, een belegger met een AEX-volgende portefeuille van tienduizend euro in december een verlies had opgeleverd van vierduizend euro.
Doodzonde
Minister Van der Hoeven is niet tegen haar taak opgewassen en geen partij voor minister van Financiën Bos, meent Kamerlid Weekers. Dat is doodzonde, want het ministerie zou volgens de VVD’er in het huidige tijdsgewricht nuttig werk kunnen doen. Weekers: ‘Een minister van Economische Zaken heeft nauwelijks een eigen winkel. EZ is klein. Juist dan moet de minister de luis in de pels van het kabinet zijn. EZ moet de verkokerde ministeries opjagen.
In het vorige kabinet was niet de minste minister, namelijk Gerrit Zalm, belast met deregulering en administratieve lastenverlichting. In dit kabinet is dat verdeeld over een paar staatssecretarissen. Er is geen krachtige stem in het kabinet. Dat zou een minister van EZ goed kunnen oppakken, zoals Wijers en Jorritsma vanuit EZ de operatie MDW (marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit) leidden.’
Ziet Kamerlid Weekers nog een taak weggelegd voor het ministerie van Economische Zaken, voormalig secretaris-generaal (SG) van dat ministerie Sweder van Wijnbergen ziet die taak niet. Van Wijnbergen werd in 1997 door D66-minister Hans Wijers naar EZ gehaald om er in het najaar van 1999 weer te vertrekken, voordat Wijers’ opvolger Jorritsma hem zou ontslaan.
Van Wijnbergen, sinds zijn ontslag wederom hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam: ‘De positie van EZ is de afgelopen 25 jaar radicaal veranderd. Niet alleen bij ons. Eind jaren zeventig bepaalde minister van economische zaken Otto Graf Lambsdorff het beleid in Duitsland. Je leefde in een wereld waarin de staat heel veel invloed had op de economische inrichting en bedrijven strak aanstuurde. Nu is de Duitse minister van Economische Zaken opgestapt omdat niemand naar hem luisterde. Dat spreekt boekdelen. De Duitsers hebben nog een ministerie van Economische Zaken, net als wij. Dat is vrij uniek.’
Dat ministerie heeft evenwel al tien jaar geen duidelijke agenda meer, meent Van Wijnbergen. ‘Toen ik onder Wijers SG bij EZ was, was er veel werk voor het ministerie. Het oude industriebeleid werd afgebroken, de Winkeltijdenwet was geïntroduceerd, we kwamen met de Mededingingswet, deregulering van Telecom, elektriciteit, de post, ga zo maar door. Toen dat was afgelopen, was het ook wel afgelopen met EZ. Geen enkele minister heeft sindsdien uitgelegd waarvoor ze op aarde zijn.’
Visie
Volgens voormalig SG Van Wijnbergen kan alleen een krachtige en visionaire minister zin geven aan het bestaan van het ministerie van Economische Zaken. Het type Wijers en dat is Van der Hoeven niet, meent Sweder Van Wijnbergen.
Van Wijnbergen: ‘Het ministerie van Onderwijs had, nadat regelzieke PvdA’ers er gigantische schade hadden aangericht, behoefte aan rust en dat kon Van der Hoeven als minister precies leveren. Ze is rustig en politiek behendig. Op de winkel passen kan ze goed. Probleem bij EZ is dat de winkel leeg is. Er is geen natuurlijke agenda, die moet je als minister zelf maken. Maar dat kan Van der Hoeven kennelijk niet. Ze had nu zeker meer kunnen doen, meer dan een kredietje hier en een kredietje daar. Ik had mij kunnen voorstellen dat ze een speech zou hebben gehouden waarin ze in grote lijnen schetst hoe het herstelbeleid eruit moet zien. Dat doet ze niet en ik weet ook niet of ze daar de ruimte voor zou krijgen van minister Bos. Maar ook zonder Bos zou ze die visie denk ik niet hebben en had je ook niets van haar gehoord.’
Minister Van der Hoeven lijdt vooral onder de nutteloosheid van haar ministerie, aldus Van Wijnbergen. Daarom is het volgens hem wat goedkoop om haar de minister van spek en bonen te noemen. Van Wijnbergen: ‘Zij is misschien niet geschikt voor deze lastige taak, maar je moet je afvragen of die taak wel redelijk is en of er een ministerie moet bestaan waarvoor geen natuurlijke taak meer is. Het is roeien tegen de stroom in. Er is structureel iets mis met EZ. Dat is niet de schuld van deze minister, maar komt door de veranderde maatschappij waarin bedrijven anders met de overheid omgaan. Misschien moet je de conclusie trekken dat het ministerie beter opgeheven kan worden. Dat zou gemakkelijk kunnen. Het enige belangrijke wat EZ doet, is de marktordening. Daarvan kun je prima een directoraat-generaal Competitiebeleid onder Financiën maken.’
(Van Wijnbergens opvolger als secretaris-generaal bij het ministerie van Economische Zaken Jan Willem Oosterwijk, van 1 februari 2000 tot 1 december 2006, liet weten ‘niet in de gelegenheid te zijn om medewerking te verlenen aan dit profiel’, red.)
Minister Van der Hoeven krijgt de steun van CDA-fractiewoordvoerder Economische Zaken Jan ten Hoopen. De minister speelt volgens hem wel degelijk een coördinerende rol in het kabinet, maar die is als vertegenwoordiger van een klein ministerie niet altijd goed zichtbaar.
CDA-fractiewoordvoerder Ten Hoopen: ‘Het ministerie van Economische Zaken, met een kleine begroting van 2,8 miljard euro, gaat over het voorwaarde scheppende beleid voor het bedrijfsleven, maar heeft daar eigenlijk de middelen niet voor. Als het gaat om het Nederlandse vestigingsklimaat ligt de besluitkracht bij een ander ministerie. Bij het voorwaardenscheppende beleid in het onderwijs is het ministerie van Onderwijs aan zet, gaat het over huisvesting dan is dat VROM, gaat het over fiscale voorwaarden dan is het Financiën. De minister moet als coördinator dus binnen het kabinet veel werk verzetten.’
Dat minister Bos van Financiën de afgelopen maanden in Den Haag een hoofdrol heeft gespeeld, komt door de aard van de crisis, zegt CDA-woordvoerder Ten Hoopen. ‘De crisis is ontstaan bij de banken en sterk financieel gerelateerd. De recessie verlegt zich nu naar de reële economie en daarmee komt minister Van der Hoeven meer in beeld. Ze heeft al adequaat gereageerd door de garantieregeling voor het midden-en kleinbedrijf te verruimen. Ze heeft laten zien dat ze eraan werkt om de kredieten beschikbaar te houden voor de bedrijven. We hebben met het kabinet afgesproken dat ze in maart met een pakket maatregelen komt om de Nederlandse economie te stimuleren, en dat is misschien het moment voor Maria van der Hoeven om de bevolking te laten zien voor welke ideeën ze staat en wat ze wil bereiken.’
Het door de crisis geplaagde vaderlandse bedrijfsleven doet er vooral het zwijgen toe als wordt geïnformeerd naar de vermeende onzichtbaarheid van de minister van Economische Zaken. Directeur Loek Hermans van de branche-organisatie voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) wil niets zeggen, Transport en Logistiek Nederland zegt vooral zaken te doen met Verkeer en Waterstaat en ondernemersorganisatie VNO-NCW meldt over de mail slechts dat men ‘vanaf eind oktober intensieve contacten met minister Van der Hoeven’ heeft en ‘met haar een aantal reeds verleende stimuleringsmaatregelen heeft voorbereid.’ Die gesprekken, aldus VNO-NCW, gaan onverminderd door. ‘Daar laten we het bij’, aldus een woordvoerder.
Kredietverlening
Guido Biessen, directeur Beleid bij FME/CWM (de ondernemersorganisatie voor de technologisch- industriële sector) vindt Van der Hoeven helemaal niet onzichtbaar. Biessen: ‘Wat is het belangrijkste probleem in de kredietcrisis voor bedrijven? Dat is onder andere de kredietverlening. Wie heeft als eerste gezegd dat dit een probleem begint te worden? Mevrouw Van der Hoeven. Ze is daarvoor gekapitteld door meneer Bos, die het niet in de cijfers zag. Er was geen probleem met de kredietverlening. Hij onderhandelt nu wel met ING en eist daarbij normale kredietverlening.
'Blijkbaar had minister Van der Hoeven dus tóch gelijk. Dat Van der Hoeven in de media niet voet bij stuk heeft gehouden, wil niet zeggen dat ze er binnen het kabinet niet over heeft gesproken. Je kunt op vele en voor buitenstaanders onzichtbare manieren interveniëren bij andere departementen. Ze is ook zichtbaar in de manier waarop ze de verschillende sectoren van het bedrijfsleven uitnodigt op het ministerie van EZ.’
Met dat ministerie is wel iets fundamenteels mis, meent hoogleraar economie aan de Universiteit Utrecht Hans Schenk. Niet dat er geen taken meer zijn, die zijn er volgens hem wel, maar het ministerie lijdt volgens Schenk juist onder de eff ecten van het mede onder SG Sweder van Wijnbergen gevoerde marktbeleid.
Hoogleraar Schenk: ‘Het ministerie van Economische Zaken heeft zich jarenlang opgeworpen als belangenbehartiger van het marktfundamentalisme en we mogen stellen dat het flink het deksel op de neus heeft gekregen. Eerst van de daken roepen dat we alles moeten vermarkten, dan doen we dat, en vervolgens brengt dat ons in ernstige problemen. De huidige crisis heeft de poten onder het marktfundamentalisme weggebezemd. Dat heeft het minis terie in een identiteitscrisis gebracht en dat zien we nu ook. Vanuit het belang van ons bedrijfsleven geredeneerd is het opvallend hoe weinig debat- en onderzoeksmogelijkheden door Economische Zaken worden aangedragen in het belang van Nederlandse bedrijven.’
Volgens hoogleraar Schenk heeft het ministerie zich te gemakkelijk laten gebruiken als spreekbuis van sommige ondernemingen. Schenk: ‘Het beleid heeft vooral onder Van der Hoevens voorgangers Wijers, Jorritsma en Brinkhorst de verkeerde kleur gekregen. EZ is binnen de Nederlandse verhoudingen onmisbaar, het moet zich alleen een andere taakopvatting aanmeten. Het ministerie moet zichzelf serieus nemen en los komen van de waan van de dag. EZ moet een leidende rol gaan spelen op de terreinen van energie, transport en milieu. Dat kan op korte termijn. Nu. Als ministerie moet je dan wel de guts hebben om die leidende rol te spelen. En een minister hebben die zegt: “Verdomme, ik jaag jullie naar de Bezuidenhoutseweg en volgende week ligt er een plan”.’
Maria van der Hoeven: ‘De honden blaffen, de EZ-karavaan gaat door’
Minister Van der Hoeven is de gelegenheid geboden te reageren op dit artikel. Dit is haar reactie: ‘Kritiek krijgen hoort bij mijn werk. In plaats van te reageren op vaak onjuiste opmerkingen, denk ik er goed aan te doen te laten zien wat EZ doet. We zorgen voor de randvoorwaarden voor bedrijven om te kunnen ondernemen. EZ zorgt ervoor dat bedrijven meer ruimte krijgen om te ondernemen en te vernieuwen, consumenten sterker staan, onze energie schoon en zeker is en onze telecommunicatie veilig en betrouwbaar.
Naast nationale maatregelen, zoals we die nu nemen en gaan nemen in verband met de crisis, is het goed om duidelijk te maken wat we samen met provincies en gemeenten doen. Onder het vorige kabinet is vanuit EZ gestart met het Pieken in de Delta-programma. Dit regionaal economische beleid is gericht op het versterken waar we goed in zijn in plaats van het traditionele achterstandsbeleid.
Een paar voorbeelden van deze omslag zijn: We verbeteren het wegennet voor werklocaties rond de A2 en Brainport Eindhoven en ontwikkelen een Internationale School Eindhoven en de Chemelot campus tot een open innovatie campus; in de Noord-Nederlandse Energy Valley werken we aan de toepassing van methoden voor gebruik van groen gas in regionale netten; we steunen met partners in wetenschap en bedrijfsleven in Oost-Nederland een haalbaarheidsonderzoek High Tech Factory rond toepassingen van microsystemen en nano-technology.
In de Randstad versterken we de positie van toeleveranciers in de tuinbouw op de Europese markt door de gezamenlijke export van geïntegreerde moderne kassystemen te stimuleren. In de regio Amsterdam helpen we bij het opzetten van de Duisenberg School of Finance.
De uitdaging voor de Nederlandse economie is om op regionaal niveau maximale samenwerking te bewerkstelligen op het gebied van ondernemerschap- en innovatiebeleid. Neem het bedrijventerreinenbeleid. Het laatste decennium was dit gericht op het creëren van ruimte voor bedrijvigheid. Samen met mijn collega Cramer vind ik dat dit anders moet. We moeten ook aan de kwaliteit van de ruimtelijke omgeving denken. Maximaal inzetten op het herstructureren van bestaande terreinen en alleen waar het echt nodig is een nieuw terrein.
Waar het nu in deze economische recessie op aankomt, is het versnellen van publieke investeringen. Naast het rijk zijn de provincies en gemeenten hierbij een belangrijke partij. Ik onderzoek momenteel de mogelijkheid om investeringen naar voren te halen op gebied van de herstructurering van bedrijventerreinen. We willen per jaar duizend à vijftienhonderd hectare terreinen herindelen. Al met al past hier de opmerking dat de honden misschien blaffen, maar dat de EZkaravaan doorgaat.’
Maria van der Hoeven
Maria van der Hoeven (Meerssen, 1949) volgde na de MULO de kweekschool in Maastricht. Ze werkte in het onderwijs en werd in 1991 directeur van het Technologiecentrum Limburg. Van 1974 tot 1991 zat ze in de gemeenteraad van Maastricht, waar ze ook woont. Van 1991 tot 2002 was ze lid van de Tweede Kamer. In 2002 werd ze in het eerste kabinet Balkenende minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en bleef dat tot 2007.
In 2006 had ze voorzitter van de Tweede Kamer willen worden maar werd in de laatste ronde verslagen door Kamerlid Gerdi Verbeet van de PvdA. In 2007 werd Van der Hoeven benoemd tot minister van Economische Zaken. Op dat ministerie is de PvdA’er Frank Heemskerk staatssecretaris.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.