Geen enkele gemeentebegroting structureel sluitend
Doorrekening van de Miljoenennota leert dat gemeenten vanaf 2022 op fors minder geld uit het gemeentefonds mogen rekenen dan hun in de septembercirculaire wordt voorgespiegeld. In plaats van een plus van ruim 1 miljard euro, krijgen ze in dat jaar te maken met een min van bijna 300 miljoen euro.
Doorrekening van de Miljoenennota leert dat gemeenten vanaf 2022 op fors minder geld uit het gemeentefonds mogen rekenen dan hun in de septembercirculaire wordt voorgespiegeld. In plaats van een plus van ruim 1 miljard euro, krijgen ze in dat jaar te maken met een min van bijna 300 miljoen euro.
De vorige week gepresenteerde septembercirculaire is niet geactualiseerd. Erin worden de accressen aangehouden zoals die in de meicirculaire stonden. Als reden noemt het kabinet dat het eerder dit jaar in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten besloot het accres voor de jaren 2020 en 2021 te bevriezen op de stand van de meicirculaire. Normaal is het zo dat gemeenten meer geld krijgen uit het gemeentefonds als het rijk meer uitgeeft dan begroot. Omgekeerd geldt dat ook: als het rijk minder uitgeeft dan begroot dan vloeit er ook minder richting gemeenten. Door bevriezing van het accres worden grote schommelingen in die accresontwikkeling – als gevolg van de extra corona-uitgaven van het kabinet – enigszins gedempt. Vanaf 2022 geldt die bevriezing evenwel niet. Dat wordt aan een nieuw kabinet overgelaten.
Negatief
In de genoemde meicirculaire wordt uitgegaan van een groei van het accres in 2022 van 3,65 procent. Wie de Miljoenennota erbij pakt, ziet dat het voorlopig accres in dat jaar echter negatief is: 0,98 procent lager dan in 2021. ‘In feite is dan dus geen enkele gemeentebegroting structureel sluitend’, berekende gemeentefondsspecialist Jan Verhagen .
Te hoog
De accresrelevante uitgaven zijn volgens diezelfde Miljoenennota in 2020 9,65 procent hoger dan in 2019, en in 2021 4,01 procent hoger dan in 2020. Dat leidt echter niet tot een hoger accres omdat dat is vastgezet op 4,62 procent respectievelijk 3,71 procent. In 2023 en 2024 stijgen de accressen weer met respectievelijk 1,3 en 1,7 procent. Maar ook voor 2023 en 2024 staan in de septembercirculaire nog te hoge percentages aangekondigd, namelijk 2,8 procent en 2,7 procent.
Toch hoop ik dat gemeenten die hun begroting écht niet rond krijgen dit jaar het lef hebben om die niet-sluitende begroting toch te communiceren. Het lijkt de enige mogelijkheid om 'Den Haag' ervan te overtuigen dat er iets niet klopt aan de huidige financiering van gemeenten.