Vaag geheim

In het zuidwesten van het Friese Heeg ligt eiland De Gouden Boaijum, Fries voor De Gouden Bodem. Op dat eiland van 16 hectare hebben Wim Schurer en zijn vrouw een jachthaventje met vijfendertig ligplaatsen voor ‘ passanten’. Het eigendom staat op naam van Schurers vrouw. Hoewel de grond flink in waarde is gestegen, legt het echtpaar geld toe op de exploitatie van het haventje. Er is bij slecht weer te weinig te beleven voor aangemeerde gasten, zegt Schurer. De gemeente wijt dit aan het gebrek aan voorzieningen in het haventje.

Volgens Schurer heeft de gemeente destijds toegezegd dat er een ‘elkweervoorziening’ zou komen, zoals een sauna, zwembad, fitnesscentrum en/of squashbaan. De voorziening zou worden geëxploiteerd door Gouden Bodem Beheer (GBB), waarvan Wim Schurer aandeelhouder en directeur was. De exploitatieovereenkomst tussen gemeente en GBB gaat volgens hem grotendeels over de elkweervoorziening.

In het bestemmingsplan staat alleen dat er een hotel/appartementencomplex dient te komen met ‘recreatievoorzieningen’, zoals een zwembad en een tennisbaan. Schurer is met Wymbritseradiel in verschillende procedures verwikkeld over De Gouden Boaijum. Volgens de gemeente is een appartementenhotel met een zwembadje mede door juridisch protest van Schurer nooit verder van de grond gekomen dan de fundering, die ondertussen weer is afgebroken.

In 2008 heeft onderzoeksbureau Tauw de opdracht gekregen de rechten en verplichtingen van de gemeenten te onderzoeken. De bevindingen staan in de notitie Schoonschip. Schurer vraagt de notitie in mei 2008 op, maar krijgt nul op het rekest. Volgens het college van B en W weegt het belang van openbaarheid niet op tegen de economische en financiële belangen van de gemeente. Het bezwaar haalt weinig uit, zegt Schurer. ‘Van de twaalf pagina’s die de notitie beslaat heeft de gemeente er elfenhalf weggelakt - op enkele woorden na.’

Ook in beroep krijgt de havenexploitant de notitie niet. Volgens de voorzieningenrechter is het namelijk ‘niet onaannemelijk’ dat openbaarmaking de onderhandelingspositie van de gemeente tegenover derden nadelig zal beïnvloeden. Ook omdat project De Gouden Bodem nog niet is afgerond.

In hoger beroep vindt de Raad van State de argumentatie van het college te vaag. Door alleen maar te zeggen dat publicatie van de hele notitie de onderhandelingspositie benadeelt, concretiseert en preciseert het college onvoldoende hóe dat dan gebeurt. Ale Ypma: ‘Er moet nu een nieuwe beslissing op bezwaar worden genomen, waarbij wij nader motiveren waarom deze notitie niet, althans niet geheel, openbaar is. Gelet op deze uitspraak kan uiteraard niet worden ingegaan op de meeste vragen die u stelt over de notitie. Dat zou immers betekenen dat de notitie toch openbaar wordt.’

Vindplaats: LJN BK4359