'Stedenbeleid niet alleen voor grootste steden'

Dat pleidooi houdt de VNG in een brief aan minister Ella Vogelaar (Wonen, Wijken en Integratie). De brief sluit aan op de motie die ChristenUnie-lid Cynthia Ortega indiende tijdens de begrotingsbehandeling in december. De strekking van beide oproepen: ook kleinere gemeenten met grootstedelijke problemen moeten een kans maken bij het verdelen van rijksgeld om die problemen op te lossen. Dus ook zij moeten worden betrokken bij de discussie over de toekomst van het stedenbeleid.

Niet alleen het inwonersaantal, ook de ‘hoeveelheid stadsproblematiek’ telt, vindt de VNG. ‘Gemeenten als Almere en Zoetermeer trekken bijvoorbeeld regelmatig aan de bel. Zij hebben ook stadse problemen, maar draaien nergens in mee’, zegt VNG-woordvoerder Henk Goulooze. Ortega heeft het in haar motie ook over Apeldoorn, Ede en Haarlemmermeer; zogenoemde 100.000+gemeenten.

De VNG noemt geen namen, maar legt de minister vijf criteria voor om de gesprekspartners over het toekomstige stedenbeleid te selecteren: dat zijn gemeenten die van een aanzienlijke omvang zijn, een grote investeringsopgave hebben, met meerdere sociale, economische en fysieke problemen tegelijk kampen, een preventieve opgave hebben en een belangrijke functie hebben in de regio.

De gemeenten die aan deze criteria voldoen, zegt Goulooze, kunnen op basis van hun eigen ervaringen objectieve criteria opstellen voor het verdelen van rijkssubsidies voor stedenbeleid vanaf 2010, wanneer er een vervolg komt op het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing en het Grote Steden Beleid.

De VNG wil straks af van Vogelaars wijkaanpak, waarbij de focus is gericht op de grootste problemen binnen een deel van de stad. Goulooze: ‘Wij zijn voor een brede, programmatische aanpak, waarmee je problemen niet alleen kunt oplossen, maar ook voorkomen.’