Soms moet de nanny-staat maar
Toegegeven, het gaat nog om geruchten maar met enige verbijstering las ik dat er ideeën bestaan om de verkeersveiligheid van ouderen te vergroten, door 55-plussers te verplichten met zijwielen te gaan fietsen.
Roken mag bijna nergens meer, drinken alleen met mate, drugs zijn vrijwel verboden, vet eten of weinig bewegen wordt ontraden enzovoort. De nanny-state lijkt alomtegenwoordig. Vandaar dat u mijn navolgende pleidooi voor een beetje méér financiële overheidsbetutteling misschien niet direct serieus neemt. Toch is het wel zo bedoeld.
Nederlanders kunnen namelijk niet met geld omgaan. En dat richt grote en kleine rampjes aan die te voorkomen zijn. Ik zou het daarom toejuichen als er meer aandacht komt van de overheid bij de financiële huishouding van burgers. De pijn zit lang niet alleen bij mensen met een onaflosbaar hoge schuld, persoonlijke faillissementen of tieners met torenhoge telefoonrekeningen. Daarachter zit nog een miljoenenpubliek dat de eigen huishoudportemonnee eigenlijk heel slecht bestiert. Dan doel ik even niet op beleggers die de ‘verkeerde aandelen’ kopen, dat hoort erbij. Neen, er zijn andere echte pijnlijke voorbeelden te over.
Zo hebben miljoenen Nederlanders het vorig decennium een peperdure kapitaalverzekering afgesloten in de jacht op beurswinsten, via de Legio Winstverdriedubbelaar of een half huis verspeeld via beleggingshypotheken en andere slapendrijk-arrangementen. Even zovelen lenen bij de firma Scheringa-Zalm c.s. tegen hoge tarieven terwijl ze veel goedkoper elders terecht kunnen. Sterker: velen kopen op krediet terwijl ze eigenlijk over voldoende eigen middelen beschikken. Weer anderen blijken twee- of driedubbel verzekerd. Duizenden laten hun spaargeld op nauwelijks renderende rekening wegkwijnen en houden daar na de vermogensrendementsheffing van 1,2 procent en inflatie van 2-3 procent geen cent aan over.
Heel veel Nederlanders kunnen kortom niet goed met geld omgaan. Mijn punt is dat de overheid zich dat wel aantrekt maar alles via de aanbodzijde aanpakt. Zo is er een omvangrijke Autoriteit Financiële Markten opgetuigd, waaromheen een hele toezichtindustrie is ontstaan. Die bakkeleit onophoudelijk met de aanbieders van financiële producten over de kleine lettertjes, de financiële bijsluiters en de grootte van advertenties.
Maar al die maatregelen aan de aanbodzijde kunnen niet verhelen dat er aan de vraagzijde, bij de burger of consument, sprake blijft van een vaak ondeskundig publiek dat als was is in de handen van geldverstrekkers, vermogensadviseurs, verzekeringsexperts en pensioenbureaus. Een betere financiële opvoeding van burgers zou daarom veel leed besparen.
Tot nu toe staan adviseurs alleen de allerrijksten bij om orde te brengen in hun financiële huishouding. Maar wat te doen voor de minder rijken? Een vak ‘persoonlijke financiën’ in het eindexamenjaar van middelbare scholieren? Een cursus en een soort ‘rijbewijs’ voordat men de financiële snelweg op mag? Een van de belasting aftrekbare second-opinion op een financiële check-up of bij grote beslissingen? Alles wat ik bedenk tart taboes over de nanny-state, maar niets doen is te makkelijk. Het is in de 21e eeuw tijd voor een beetje eigentijdse financiële inburgering.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.