Minder schade wateroverlast Limburg dan gedacht

De schade die de overstromingen in Limburg en Noord-Brabant aanrichtten in juli 2021 is minder groot dan gedacht. In plaats van een half miljard euro blijkt die 383 miljoen euro te zijn.

Bijstelling

Die eerste raming is vanwege een duidelijker beeld van de financiële gevolgen naar beneden bijgesteld, meldt het kabinet aan de Tweede Kamer.

Geen garanties

De meeste gedupeerden zijn volgens de Kamerbrief inmiddels geholpen, maar een aantal zaken is nog niet afgerond. In totaal zijn er tot op heden nog bijna 2000 particuliere gedupeerden in afwachting van een definitief besluit van de overheid over de tegemoetkoming in hun schade op basis van de regelingen die zijn getroffen. Het streven is om die openstaande zaken zo snel mogelijk af te handelen, maar garanties geeft de overheid niet.

Herstelkosten

Dat heeft volgens het kabinet verschillende oorzaken. Zo wachten schade-experts van NIVRE wachten nog steeds op documenten van gedupeerden. Maar die zijn op hun beurt soms nog in afwachting van een offerte van een aannemer of van een contra-expertise. Verder zijn er gevallen waarbij een droogteperiode moet worden afgewacht alvorens het schadeherstel kan starten. Ook worden veel gedupeerden geconfronteerd met stijgende prijzen, waardoor achteraf kan blijken dat de herstelkosten hoger uitvallen dan in het schaderapport is berekend. Dat is de reden dat de schade-afhandeling regelmatig op verzoek van gedupeerden wordt aangehouden.

Coulance

Tot nu toe zijn 1.616 gedupeerden (zowel particulier als overheid) in aanmerking gekomen voor een tegemoetkoming en is inmiddels in totaal bijna 83,8 miljoen uitbetaald en zijn er nog 84 particuliere gedupeerden in afwachting van een definitief besluit over de tegemoetkoming in hun schade. De verwachting is dat de kosten van de tegemoetkomingen in de schade op grond van de Regeling en de Beleidsregel coulance uiteindelijk zullen uitkomen op 87,5 miljoen euro en de kosten op grond van de Wet veiligheidsregio’s op ongeveer 6 miljoen euro. Dat is aanzienlijk lager dan de verwachte kosten van 261 miljoen euro.

Omzetderving

Verder zijn er nog de kosten van Rijkswaterstaat en ProRail (51,5 miljoen euro), de tegemoetkoming voor omzetderving (24 miljoen euro), de totale verzekerde schade (naar schatting van het Verbond van Verzekeraars 211 miljoen euro) en de tegemoetkomingen op grond van de beleidsregel tegemoetkoming teeltplanschade uiterwaarden (3 miljoen euro).

Uiterwaarden

In de Kamerbrief staat overigens duidelijk dat landbouwers in de toekomst niet meer hoeven te reken op een tegemoetkoming in de schade aan hun gewassen, tenminste als het gaat om gewassen die ze in de uiterwaarden telen. ‘In de toekomst zal geen tegemoetkoming meer plaatsvinden voor teeltplanschade in uiterwaarden, al dan niet in combinatie met welke andere calamiteit dan ook. Met het oog op klimaatverandering en het uitgangspunt van ‘water en bodem sturend’ zullen agrariërs met percelen in uiterwaarden erop voorbereid moeten zijn dat hun percelen vaker onderlopen, soms ook in de zomer. Als zij de inkomstenderving als gevolg van eventuele overstroming niet kunnen dragen, dan is het verstandig om in die gebieden waarvan bekend is dat deze kunnen overstromen deze factor bepalend te laten zijn in hun gewaskeuze.’

Temperen verwachtingen

Burgemeester Daan Prevoo van Valkenburg zegt in reactie op de Kamerbrief teleurgesteld te zijn in de manier waarop de overheid waterschade in zijn gemeente compenseert. Dat het uit te keren schadebedrag neerwaarts is bijgesteld, zegt volgens hem niets over de werkelijk geleden schade. Tegen L1 zei Prevoo dat voor particulieren 10 procent eigen risico is afgetrokken, bij ondernemers 35 procent. ‘De overheid gedraagt zich als verzekeraar terwijl er is toegezegd gedupeerden ruimhartig te helpen’, aldus de burgemeester. In het gesprek zei hij dat overstromingen zich vaker zullen gaan voordoen en dat het rijk daarom de verwachtingen voor de toekomst wil temperen door aan te geven dat er niet op volledige compensatie moet worden gerekend.

Woensdag debatteert de Tweede Kamer wat er met de miljoenen moet gebeuren die niet zijn uitgekeerd.