Advertentie
financiën / Nieuws

Rijk kan ingrijpen in lokale verschillen sociaal domein

Door gemeenten minder of meer geld te geven kan het rijk de lokale verschillen bij de Wmo, Jeugdzorg en Participatiewet beperken, zonder bestedingsvoorwaarden op te leggen. Dat stellen onderzoekers Mark Kattenberg en Wouter Vermeulen in de maandag verschenen CPB Policy Brief 'Financiering decentralisaties: betalen zonder te bepalen?'

01 juni 2015

Door gemeenten minder of meer geld te geven kan het rijk de lokale verschillen bij de Wmo, Jeugdzorg en Participatiewet beperken, zonder bestedingsvoorwaarden op te leggen. Deze sturende werking voorkomt echter niet altijd de afwenteling naar andere regelingen. Als de hoogte van de uitkering afhankelijk wordt gemaakt van het beoogde resultaat, zoals een lage instroom in zorginstellingen, kan dit worden ondervangen. Zelfs met geld dat vrij besteedbaar is, heeft het rijk al met al aanzienlijke invloed op lokaal beleid.

Bestedingsvoorwaarden

‘Een algemene uitkering is in de praktijk echter meer sturend dan de conventionele economie veronderstelt’, concluderen Mark Kattenberg en Wouter Vermeulen in de maandag verschenen CPB Policy Brief Financiering decentralisaties: betalen zonder te bepalen?. Dat doen zij op basis van hun onderzoek naar de rijksuitkering voor huishoudelijke verzorging. Voordat de huishoudelijke hulp in 2007 via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) naar gemeenten werd gedecentraliseerd, bestonden er fikse verschillen tussen gemeenten. Volgens de CPB-onderzoekers zijn deze verschillen verkleind door de manier waarop de rijksuitkering werd verdeeld.

Minder zorg

‘Zonder dat het rijk specifieke bestedingsvoorwaarden aan de uitkering verbond, stegen de uitgaven aan huishoudelijke verzorging met vijftig cent na iedere stijging van de uitkering met een euro. Omgekeerd daalden de uitgaven met vijftig cent na iedere daling van de uitkering met een euro. Deze veranderingen in de hoogte van de uitkering hebben lokale verschillen verkleind’, aldus de onderzoekers. Veranderingen in de hoogte van de uitkering waren ook van invloed op het aantal geleverde uren huishoudelijke hulp. ‘Minder geld heeft dus geleid tot minder zorg en vice versa.’ Gemeenten hebben vooral het aanbod van meer gespecialiseerde en duurdere vormen van huishoudelijke hulp aangepast.

Onderbesteding

Een vrij-besteedbare uitkering stuurt dus wel degelijk de gemeentelijke uitgaven. ‘Dat beperkt het risico dat er te weinig aan een bepaald doel wordt uitgegeven (onderbesteding), of dat gemeenten de kosten op andere partijen afwentelen’, aldus het CPB. Met de verdeling van de uitkering kan het rijk lokale verschillen beperken.

Afwentelen risico’s

Tegelijkertijd stellen de onderzoekers dat deze sturing is ‘onvolledig’ is en dat er een ‘risico op afwenteling’ blijft bestaan. Dat blijkt volgens het CPB uit de ervaringen met de Wet werk en bijstand (Wwb 2004), die bepaalde dat gemeenten overschotten op het bijstandsbudget vrij mochten besteden. ‘Als gevolg daalden hun uitgaven aan de bijstand, maar nam het beroep op de door het Rijk gefinancierde Wajong toe.’

Financieel lokkertje

Een dergelijk risico speelt nu ook bij de door het rijk gefinancierde intramurale zorg (zorg binnen instellingen) en de per 2015 naar gemeenten gedecentraliseerde langdurige zorg. Het rijk kan het risico van afwenteling beperken door gemeenten met een lage instroom in de intramurale zorg financieel te belonen, stellen de onderzoekers. Bestedingsvoorwaarden zijn hiervoor niet noodzakelijk, zodat gemeenten de ruimte houden om de uitkering naar eigen inzicht uit te geven. Een financieel lokkertje dus.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

J de Vries / mederwerker
Hef de VNG op dat kost bakken met geld.en je heb minder corruptie en vriendjes politiek.en verdelen van leuke baantjes.te kosten van de zwaksten in Nederland.
I. W. Bloemendal / Adviseur sociaal domein
Deze aanbeveling blijft nogal in de lucht hangen. Ze steunt ook op een aanname die nog maar zeer de vraag is. Mijn commentaar:



Wat is nu het aangrijpingspunt van de gemeente? Dat zijn dus beleid/investeringen in de lokale WMO voorzieningen (bijv. huishoudelijke hulp). Dit moet doorwerken in minder opnames in instellingen.



Op stelselniveau geeft dat de ongerijmdheid dat gemeenten investeren in voorzieningen, terwijl de baten daarvan neerslaan bij andere stelselpartners.



Door gemeenten financieel te belonen voor minder instroom in instelling, pak je deze ongerijmdheid dus aan.



Maar de aanname is blijkbaar dat dit ook financiële afwenteling - doelgroep doorschuiven naar regelingen buiten de gemeente kas - aanpakt , of zeg: vermindert.



Dat is nog maar zeer de vraag. Want financiële afwenteling blijft voor stelselpartijen nog steeds interessant. En als wet- en regelgeving daarvoor ook de openingen bieden, zoals indertijd bij WWB / Wajong, dan lijkt me de kans groot dat het weer gaat gebeuren.
Advertentie