Raadsleden mogen definitief rekenkamer niet meer in
Voor raadsleden geldt alleen nog maar een adviserende rol bij lokale rekenkamers. Dat schrijft minister Plasterk van Binnenlandse Zaken als antwoord op schriftelijke vragen van de Vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken over het actieplan lokale rekenkamers. Dat betekent dat veel gemeenten op zoek moeten naar nieuwe leden voor hun rekenkamer.
Voor raadsleden geldt alleen nog maar een adviserende rol bij lokale rekenkamers. Als lid zitting nemen in de rekenkamer mag definitief niet meer.
Dat schrijft minister Plasterk van Binnenlandse Zaken als antwoord op schriftelijke vragen van de Vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken over het actieplan lokale rekenkamers. Als adviserend lid kunnen ze hooguit meedenken over de onderzoeksprogrammering en de wijze waarop de rekenkamer haar rapporten presenteert aan de raad. ‘Adviserende leden hebben geen stem in het vaststellen van de onderzoeksprogrammering van de rekenkamer, de onderzoeksfase of bij het vaststellen van rapporten, aanbevelingen en conclusies. Raadsleden kunnen als adviserende leden geen stem uitbrengen in de onafhankelijke rekenkamer en kunnen ook niet de voorzitter zijn’, aldus de PvdA-bewindsman. Daarmee moet worden voorkomen dat partijpolitieke overwegingen een rol gaan spelen bij de onderwerpkeuze, de onderzoeksvragen en het formuleren van de conclusies en aanbevelingen op basis van het onderzoek.
Zoektocht leden
Dat betekent dat veel gemeenten op zoek moeten naar nieuwe leden voor hun rekenkamer. Naar schatting 50 procent van de lokale rekenkamers werkt met raadsleden. Plasterk wil louter nog onafhankelijke rekenkamers. Die onafhankelijkheid is volgens hem essentieel voor een goede controle op de doelmatige, doeltreffende en rechtmatige besteding van de middelen. De omvangrijke decentralisatie van taken – met de bijbehorende miljarden – maken die noodzaak alleen maar groter.
Tegengaan marginalisering
Het verbod op raadsleden is een van de onderdelen uit het actieplan van Plasterk om de kwaliteit van lokale rekenkamers op een hoger plan te brengen. De minister is bepaald ontevreden over de manier waarop in sommige gemeenten invulling wordt gegeven aan de wettelijke verplichte rekenkamer. Uit onderzoek werd duidelijk dat gemeenten soms strategieën toepassen om de rekenkamerfunctie zodanig te marginaliseren, dat geen onderzoek meer mogelijk is. Dat doen zij volgens de minister door geen leden te benoemen, geen of te weinig budget toe te kennen, een rekenkamerfunctie ‘op afroep’ te maken of een combinatie daarvan.
Bezuinigingen
Uit ander onderzoek, van Berenschot, werd duidelijk dat in ruim vier op de tien gemeenten de laatste jaren is bezuinigd op de rekenkamer. In een derde van die gemeenten is het budget in een paar jaar tijd zelfs meer dan gehalveerd. ‘Uit deze gegevens concludeer ik dat de rekenkamerfuncties steeds meer aan betekenis inboet, wat resulteert in onvoldoende aandacht voor rekenkameronderzoek’, aldus Plasterk. Pogingen van zijn kant om gemeenten aan te spreken op gebrekkig functionerende vormen van rekenkamerfuncties en om verbeteringen aan te brengen, hadden nauwelijks het gewenste effect. ‘Het is met name om die reden dat ik heb aangekondigd dat ik tot een eenduidige regeling in de Gemeentewet wil komen, waarin geen plaats meer is voor andere vormen dan een onafhankelijke rekenkamer.
Budget rekenkamer
Ondanks het feit dat minister Plasterk bezuinigingen op de rekenkamer ‘penny wise pound foolish’ vindt en zich zorgen maakt over de daling van de rekenkamerbudgettent, is hij toch tegen een wettelijk normbedrag voor rekenkamers. De minister schrijft het onwenselijk te vinden om dat vast te leggen. Dat zou volgens hem een inbreuk op het budgetrecht van de raad betekenen. ‘De raad moet na goed overleg met de rekenkamer tot een bedrag komen dat voldoende is voor de rekenkamer voor het uitoefenen van haar taken. Per gemeente kan het best worden bepaald hoe hoog dat budget moet zijn.'
Reacties: 14
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
onafhankelijke rekenkamer met een gepast budget
daar heeft de raad al budgetrecht voor. Een goede raad heeft daar een rekenkamer niet voor nodig.
een rekenkamer zorgt voor verdieping en evaluatie van beleid en moet niet gepolitiseerd worden/ zijn.
Dat brengt mij ook op het tweede punt. Op basis van bestaande onderzoeken, Berenschot voorop, is geen correlatie te vinden tussen 'goed functioneren' van de rekenkamerfunctie en de vorm van de functie (Rekenkamer, dan wel Rekenkamercommissie). Evenmin is aangetoond dat 'onafhankelijkheid' samenhangt met de vorm van de functie. De in de brief van Plasterk opgevoerde correlatie (en soms lijkt het wel causaliteit) wordt op geen enkele wijze door onderzoek gestaafd.
Mijn conclusie. Plasterk 'shopt' gewoon uit argumentaties in het onderzoek. Het is typisch een voorbeeld van de Haagse kaasstolp. Kamerleden, nauwelijks op de hoogte van de praktijk in het land, roepen wat en de minister komt aan hun beelden, opvattingen of wat dan ook tegemoet. Zonder degelijk onderzoek. Onder het mom van onafhankelijkheid en kwaliteitsimpuls. Over die twee begrippen valt veel te zeggen, en ook best nog het een en ander te verbeteren. Maar dat staat los van de vorm van de rekenkamerfunctie.
Over een paar maanden is zijn lijdensweg voorbij.
Dan kan hij weer columns gaan schrijven.
Net als die Jan Dijkgraaf.
Ook een vak.
Ook ik heb er ervaring met zowel 2 'gemengde rekenkamers' (met raadsleden erin) en met 5 lokale rekenkamers zonder raadsleden, en een verschil in onafhankelijkheid en effectiviteit heb ik niet kunnen bemerken. Plasterk is idd met schijnargumenten bezig, niet gestoeld op de onderzoeken die er nu liggen.
Komt bij dat ook hij geen oplossing geeft voor gemeenteraden die te fors op hun budget gekort zijn/worden (een voorstel van de NVRR om dat budget te normeren wijst hij af), en geen remedie heeft voor de 'slapende' rekenkamers - behalve het normale toezichtsregime (dat tot op heden ook niet heeft voorkomen dat er 8% 'slaaprekenkamers' zijn).
Gemeenten zijn gebaat met sterke rekenkamers, die draagvlak hebben in de lokale politiek, maar onafhankelijk tot hun oordeel kunnen komen. Plasterks plannen dragen daar niet aan bij.