Raad van State verwerpt plannen Fortuna-stadion

De Raad van State heeft het bestemmingsplan, dat de gemeente Sittard-Geleen had ontwikkeld voor de komst van winkels rondom het stadion van voetbalclub Fortuna Sittard, afgekeurd. Daarmee zal de detailhandel bij de Trendwork Arena voorlopig weer op zich laten wachten.

Niet toegestaan
Eén punt in het bestemmingsplan was voor de Raad van State genoeg om het zijn geheel nietig te verklaren. De gemeente had in de plannen namelijk opgenomen dat bestaande winkeliers uit Sittard-Geleen voorrang zouden moeten krijgen om zich te vestigen rond het stadion, zodat de lokale economie niet benadeeld zou worden. De gemeente wilde de ‘regionale ontwrichting van de branche’ voorkomen. Volgens de Raad van State is een verplaatsingsregeling op deze gronden echter niet toegestaan: ‘Dat mag alleen als er een dwingende ruimtelijke noodzaak is. In dit geval werden er alleen economische redenen aangevoerd, en die gelden niet. De gemeente mag de concurrentie niet beïnvloeden’, aldus voorlichtster Wendy van der Sluijs.

Plus
De commerciële invulling van de Trendwork Arena is al enkele jaren een punt van discussie. In 2005 legde de gemeente haar ideeën over de winkelruimte bij het stadion vast in een bestemmingsplan. Dat stuitte echter op verzet van de winkeliers in Sittard-Geleen en hun belangenorganisaties. Zij vreesden ondergesneeuwd te worden door grote megastores, die zich rond het Fortuna Sittardstadion zouden vestigen. Medio 2009 wijzigde de gemeente haar bestemmingsplan, en besloot ze dat bestaande bedrijven uit de buurt de winkelruimte bij de Trendwork Arena als eerste mochten betrekken . Daarop gingen enkele partijen in beroep bij de Raad van State, waaronder supermarktketen Plus. Zij zijn nu door het hoogste bestuursrechtcollege in het gelijk gesteld. De gemeente zal met een nieuw bestemmingsplan moeten komen.

Slecht scenario
Sittard-Geleen is teleurgesteld over het oordeel van de Raad van State. ‘Dit is een slecht scenario voor de ontwikkeling van het gebied rondom het stadion’, aldus woordvoerder Maarten de Kever. ‘We gaan nu op korte termijn met alle betrokken om tafel om te bekijken wat precies de consequentie is en of we via andere procedures deelprojecten waarover geen discussie meer is, kunnen laten doorgaan’.