Provincie Fryslân en Alliander staken jarenlange financiële strijd
Een dertig jaar oude lening, waarover Alliander nog elk jaar rente betaalde, stond tussen de beide partijen in.
Dankzij een lening die de provincie Fryslân dertig jaar geleden uitgaf krijgt ze nog elk jaar opnieuw 2,5 miljoen euro binnen. Met grote tegenzin gaat de provincie die inkomsten nu over 5,5 jaar verliezen. Dat is de slotsom van een juridische strijd met de regionale netwerkbeheerder Alliander die vanaf zomer 2020 heeft geduurd.
De provincie heeft met dit compromis ingestemd omdat het niet zeker wist of ze als winnaar tevoorschijn zou komen uit een ongetwijfeld jarenlange procedure bij de rechter. Dat schrijft de Friese commissaris van de koning Arno Brok aan de provinciale staten. Bovendien geeft hij ruiterlijk toe dat de acht procent rente die Alliander elk jaar moest betalen niet langer marktconform is.
Liberalisering
De lening werd dertig jaar geleden, in 1992, verstrekt bij de fusie van twee regionale energiebedrijven: het Provinciaal Electriciteitsbedrijf (PEB), actief in Friesland, en de Provinciale Gelderse Energie Maatschappij (PGEM). De jaren negentig waren de tijd van de liberalisering van de energiemarkt. Nutsbedrijven kwamen op eigen benen te staan. Alom waren er fusies. PEB/PGEM gingen iets later op in Nuon, samen met andere regionale energiebedrijven.
Nuon is inmiddels in handen van het Zweedse staatsbedrijf Vattenfall. Alliander splitste zich echter op haar beurt weer af en is een zelfstandige regionale netbeheerder, die vitale energie-infrastructuur van Friesland in handen heeft. De provincie is zelfs één van de grootaandeelhouders van Alliander.
Geen aflossing
Alliander is sinds de afsplitsing de erfgenaam van de lening van 31,8 miljoen euro die in 1992 verstrekt was aan haar rechtsvoorganger PEB/PGEM. Het probleem was dat de lening expliciet niet afgelost mocht worden. Ook bevatte de overeenkomst van destijds geen beëindigingsregeling.
In 2020 werd duidelijk dat de netbeheerder toch wilde stoppen met de renteaflossing. In ruil daarvoor eiste de provincie wel 'substantiële compensatie' voor gederfde rente-inkomsten. Het voorstel van Alliander was eind 2021 de lening af te lossen en de rente door te betalen tot 1 augustus 2022.
Geen heil
Daar zag de provincie geen heil in. Liever zag ze de rente nog twintig jaar doorlopen. Dat betekende dat de provinciebestuurders ook genoegen zouden nemen met een onmiddellijke aflossing van de lening, plus in één klap twintig jaar extra aan rentebetalingen. Dat weigerde Alliander. Het overleg klapte. Alliander zegde de overeenkomst vervolgens eenzijdig op, aldus de provincie, en stortte de 31,8 miljoen aan aflossing op de provinciale bankrekening. De provincie erkende deze storting niet als aflossing en tot besluit werd Alliander gedagvaard.
Tegelijkertijd liep er nog een andere financiële lijn tussen Alliander en Friesland. De netbeheerder ging ondertussen met de pet rond bij de grootaandeelhouders voor extra financiering. Dit met oog op de investeringen die Alliander moet doen in de verzwaring van het elektriciteitsnet, onder meer in Friesland. Terwijl de juridische strijd voortduurde, besloot het provinciebestuur ruim 76 miljoen uit te geven aan obligaties van Alliander. Want nu al zitten er knelpunten in het Friese elektriciteitsnet, schrijft het provinciebestuur.
De rechter
Vlak voor het begin van de eerste zitting bij de rechter kwamen de twee partijen toch weer bij elkaar aan tafel. Een compromis werd bereikt. De provincie stort de niet door haar erkende aflossing terug op de rekening van Alliander. Vervolgens loopt de lening nog tot 31 december 2028 door. Tot die tijd kan de provincie bedenken hoe ze het structurele gat van 2,5 miljoen euro gaat vullen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.