Advertentie
financiën / Nieuws

Overijssel: eis Rekenkamer onwerkbaar

De norm die de provincie Overijssel zou moeten aanhouden van de Rekenkamer om het daadwerkelijke effect van subsidieverlening te meten is onwerkbaar, vindt de provincie.

08 maart 2013

De provincie Overijssel is het niet eens met de conclusies van de Rekenkamer Oost over het effect van subsidieverlening. Zij vindt de eis van de Rekenkamer onwerkbaar.

Provincie vindt inzicht in subsidieregelingen voldoende

De provincie heeft volgens de Rekenkamer te beperkt inzicht in het effect van subsidieregelingen om voldoende onderbouwde beslissingen te kunnen nemen over voortzetting, aanpassing of stopzetting van subsidies. Volgens de Rekenkamer heeft de provincie 100 procent zicht op prestaties die worden geleverd voor de subsidies, weet de provincie voor 95 procent of doelen bereikt zijn en voor 42 procent welk verband er is tussen prestatie en doelbereik, zo interpreteert de provincie Overijssel de cijfers althans. Volgens Overijssel is dit wel voldoende om beslissingen te nemen.

Eis Rekenkamer onwerkbaar
Voor doeltreffendheid scoort de provincie 4 procent. De Rekenkamer wil hard bewijs of de prestatie van de provincie heeft bijgedragen aan het bereiken van het doel. De provincie vindt deze eis onwerkbaar. Ze wijst erop dat er altijd andere ontwikkelingen en factoren van invloed zijn op gerealiseerde doelen en  daarom niet van de provincie kan worden verwacht dat voor iedere regeling een “sluitend causaal verband” is aan te tonen dat het doel is bereikt door inzet van de subsidieregeling.

 
Aan norm voldoen te duur 

Ook wijst de provincie op onderzoek van Erasmus Universiteit waaruit blijkt dat geen enkel bestuursorgaan aan deze norm van de Rekenkamer kan voldoen. De kosten om dit wel te bereiken zouden niet in verhouding staan met de maatschappelijke baten. Aannemelijk maken dat de prestatie van de provincie heeft bijgedragen aan het realiseren van het doel is volgens GS voldoende. Dat is in 42 procent van de onderzochte regelingen het geval.

Al verbeteringen ingezet
Verder betreurt de provincie het dat de Rekenkamer geen rekening houdt met verbeteringen die de afgelopen jaren zijn ingezet in de monitoring van het effect van subsidieverlening. Zo wordt al vanaf 2011 bij de start van een project een evaluatie in de planning opgenomen en is betere sturing mogelijk, omdat de regelingen onder een beleidsdoel in de begroting vallen. Ook heeft de provincie sinds dit jaar een andere administratie van subsidies, waardoor gemakkelijker te sturen is en werken GS aan een overzicht van evaluaties. De provincie vindt dat ze zo al grotendeels aan de aanbevelingen van de Rekenkamer tegemoetkomt.

Doe een goede steekproef

De Rekenkamer laat weten dat er een aantal dingen in de wet staan die de provincie Overijssel ophangt aan de Rekenkamer. ‘Maar de wet schrijft zaken voor, niet de Rekenkamer’, legt secretaris-directeur Claudio Bruggink uit. En dan hoeft de provincie niet meteen met termen als “onwerkbaar” aan te komen zetten. ‘De wet biedt ruimte. Niet alleen op dat “onbereikbare” niveau, maar ook op wat haalbaar of nodig is. Dan hoef je geen zwaar wetenschappelijke onderzoeken te houden of sluitende causale verbanden aan te tonen. Dat schrijven wij ook nergens. Je moet er proportioneel mee omgaan. Die kaders ontbreken nog en daar moet het straks over gaan in de Staten. Maar niet verkondigen dat het voldoende is om te zeggen dat een fietspad aanleggen goed is voor het toerisme. Is dat aannemelijk? Dat vinden wij niet genoeg. Doe dan een goede steekproef, dan kun je meer zeggen. Die kant zou het op moeten.’

Nog een flinke weg te gaan
De provincie zoekt wel uit het rapport wat van haar gading is, vindt Bruggink. ‘Die 42 procent klinkt aardig, maar haal je het rapport erbij, dan zie je dat de provincie in maar een van deze tien regelingen volledig inzicht heeft en de andere negen maar gedeeltelijk. Ze zijn dus niet allemaal perfect qua inzicht, doelbereik en prestaties. Het is natuurlijk lastige materie, maar ze trekken dit percentage te gemakkelijk naar zich toe. Bovendien, in 58 procent van de gevallen gebeurt het niet. Ze hebben dus nog een flinke weg te gaan, ook wat betreft het niveau dat zij zelf nastreven. Laat ze over dat na te streven niveau eens discussiëren met de Staten. Die zijn wellicht wat meer tevreden met het rapport. En geef als GS dan ook een reactie op iedere conclusie en aanbeveling.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie