Advertentie
financiën / Nieuws

Hervorming pensioenstelsel is nodig, maar moeilijk

In de komende maanden moet het gebeuren: een nieuw pensioenstelsel. De druk op de huidige regeling blijft toenemen, niets doen lijkt geen optie. De gemiddelde ­ambtenaar is straks niet beter af.

06 februari 2020
Tijd-geld-2-shutterstock-307374188.jpg

In de komende maanden moet het gebeuren: een nieuw pensioenstelsel. De druk op de huidige regeling blijft toenemen, niets doen lijkt geen optie. De gemiddelde ­ambtenaar is straks niet beter af. 

Economische realiteit

Zoals zo vaak benadrukte ABP in het meest recente kwartaalbericht het belang van een nieuw pensioenstelsel. Er was veel positiefs te melden, maar een nieuwe pensioenregeling is nodig. ‘Het nieuwe contract moet beter aansluiten bij de persoonlijke situatie van onze deelnemers en bij de economische realiteit’, vertelde voorzitter Corien Wortmann-Kool.

 

Rekenrente
Een veelgehoord argument is dat het moeilijk uit te leggen is dat de pensioenen niet kunnen worden geïndexeerd (oftewel: meegroeien met de inflatie) terwijl de economie goed draait. De rekenrente krijgt hierbij veel kritiek, omdat die de reden zou zijn dat pensioenfondsen ondanks goede rendementen lage dekkingsgraden halen. Het stelsel moet aangepast worden aan de moderne tijd – áls het aangepast wordt.

Sombere vooruitzichten

Gebeurt er niets, dan zullen de prestaties dit jaar bepalen of er in 2021 moet worden gekort. De vooruitzichten zijn somber. De lage rente speelt daarbij een belangrijke rol omdat die er vorig jaar mede voor zorgde dat de dekkingsgraad te laag bleef, ­ondanks een forse toename van ABP’s vermogen. Die reken­methode gaat als volgt: ABP moet de komende decennia aan bepaalde verplichtingen voldoen en aan de hand daarvan kunnen ze berekenen hoeveel ze nu in kas moeten hebben. Want over het vermogen dat ze nu hebben komt jarenlang rente en wanneer die rente daalt, is er meer vermogen als startpunt nodig. Deze rekenrente wordt vastgesteld op basis van de rente­tarieven op de financiële markten. Over het algemeen wordt verwacht dat die de ­komende jaren laag blijven.

Probleem één

De situatie lijkt te schreeuwen om hervorming. ‘Er zijn daarbij twee problemen’, vertelt hoogleraar economie Bas Jacobs van de Erasmus Universiteit. ‘Het eerste is dat het afschaffen van de doorsneepremie leidt tot een herverdelingsprobleem tussen generaties.’ De doorsneepremie wil zeggen dat iedereen, ongeacht de leeftijd, dezelfde premie betaalt – 24,9 procent voor het ­ouderdoms- en nabestaandenpensioen van ABP – en daarvoor dezelfde pensioen­opbouw ontvangt. Het geld dat jongeren ­inleggen, bouwt decennialang rendement op. Het geld van ouderen bouwt minder lang rendement op. Dus een jongere bouwt met dezelfde inleg veel meer op, maar krijgt hetzelfde pensioen. Op deze manier betekent de doorsneesystematiek een herverdeling van jong naar oud. Dat zou geen probleem zijn als generaties ­elkaar compenseren, maar door de vergrijzing komen er relatief veel meer ouderen bij. Ook bij overstap van vast werk naar zelfstandig werk of andersom is het effect sterk. ‘Op de arbeidsmarkt zijn mensen bang voor verlies van pensioen als ze baan wisselen’, zegt Jacobs.

Compensatie

Er zijn voor dit eerste probleem verschillende oplossingen, zoals toenemende premies, een afnemende op­bouw naar leeftijd, of pensioenregelingen met individuele rekeningen. Jacobs: ‘De regering wil degressieve opbouw. Als je jong bent, krijg je veel pensioen voor wat je inlegt. Het probleem is dat er een generatie bestaat die op jonge leeftijd nooit veel pensioenopbouw heeft gekregen en niet veel opbouwt op hogere leeftijd. ­Iedereen boven de 45 is dan de pisang. Die groep moet vervolgens compensatie krijgen. Dat kost tientallen miljarden euro’s. Ik geloof niet dat pensioenfondsbesturen het voor elkaar krijgen om de gepensioneerden te korten zodat ze de pechvogels bij de afschaffing van de doorsneepremie kunnen compenseren.’

 

Probleem twee

‘Mensen rekenen op in­dexatie van de pensioenen, maar ook op een zeker pensioen. Er is echter geen gratis lunch: met een harde garantie van het pensioen moet je heel veel geld risicovrij beleggen en dus wordt je pensioen lager. Wie een hoog pensioen wil, kan risicovoller beleggen, maar dan moet je rekening houden met meer onzekerheid. We komen uit een systeem waar veel zekerheid én een hoog pensioen zijn beloofd, maar we komen ­erachter dat er veel te weinig geld is om beide beloften waar te maken. Geen pensioenfonds wil die ongemakkelijke waarheid aan haar deelnemers vertellen. Dit komt bij iedere pensioenhervorming naar boven: pensioenfondsen moeten hun deelnemers duidelijk maken dat als je een hoog pensioen wilt, het alleen betaald kan worden door meer risico te nemen. Géén onzekerheid betekent een laag pensioen.’

Ambitieus

Er is dus genoeg om te bespreken bij het uitwerken van het vorig jaar gesloten pensioenakkoord, wat moet resulteren in een nieuw pensioenstelsel. ABP zit niet zelf aan de onderhandelingstafel, maar de werkgevers en werknemers. Om in 2021 met een nieuw stelsel te kunnen werken, moet het pensioenfonds op tijd weten hoe dat eruit komt te zien. Het ambitieuze tijdspad voor het uitwerken van het pensioenakkoord loopt tot en met april. Zou dat haalbaar zijn? Jacobs: ‘Tijdspaden zijn zo fluïde als water gebleken en er kan zo weer uitstel komen. Ik durf geen enkele uitspraak te doen over welk tijdspad dan ook.’

Dit is een ingekorte versie van het verhaal. Lees hier de volledige versie in nummer drie van Binnenlands Bestuur.

Reacties: 8

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

henk
Het ABP heeft aangetoond niet op ons geld te kunnen passen. Eerst is de grote roof door Lubbers geaccepteerd en nu al meer dan tien jaar geen indexering.



kortom: opheffen en het geld teruggeven aan de eigenaars en dat zijn wij,
H. Wiersma / gepens.
1. De opbouw van deelnemers in de pensioenfondsen is zeer verschillend. Bij de grotere pensioenfondsen werd/wordt veelal vanaf de start van het werkzame leven pensioenpremie betaald. Bij het ABP zijn heel veel deelnemers die (veel) meer dan 40 jaar pensioenpremie hebben afgedragen. De laatste 20 jaar hebben de grote fondsen een gemiddeld rendement behaald van ca. 7%. Je kunt over rendementen van pensioenfondsen niet in algemene termen spreken.

2. Als Bas Jacobs (hoogleraar economie????) beweert dat er geld van jong naar oud gaat is dat klinkklare nonsens. Waar haalt hij deze (zogenaamde) wijsheid vandaan? Schermen over doorsneeproblematiek zonder onderliggende cijfers te noemen is niet wetenschappelijk en kan iedereen. Bovendien kan je niet alle fondsen op één hoop vegen. Er wordt bij pensioenfondsen bovendien gewerkt met een kapitaalstelsel en niet met een omslagstelsel zoals bij de AOW. De inleg en het rendement is geld van de deelnemers.

3. De lage ECB-rente had/heeft een zeer drukkend effect op de rendementen van de pensioenfondsen. Pensioenfondsen hebben daardoor een enorme switch moeten maken van obligaties naar andere beleggingsvormen (aandelen, vastgoed, equity-fondsen e.d.).

4. De grootste profiteur van de lage rekenrente (en ECB-rente) zijn de EU-landen. Nederland kon bijv. haar nationale schuld drastisch verminderen omdat geldleningen tegen een veel lagere rente zijn af te sluiten. Daarnaast heeft de Staat groot voordeel behaald via lagere renteaftrek op geldleningen (hypotheken e.d.).

5. En dan hebben we het nog niet gehad over de roof van de Staat uit de kas van bijv. het ABP (omgerekend naar de huidige maatstaven ca. 80 miljard).

6. Door te blijven vasthouden aan een oud Financieel Toetsingskader (FTK) dat alleen past bij een systeem met hogere ECB-renten zijn/worden de huidige gepensioneerden zeer gedupeerd.

7. De meeste pensioenen zijn de laatste 10 jaar niet of nauwelijks meer aangepast en in het ergste geval zelfs gekort. Zij hebben inmiddels een achterstand opgelopen van ca. 20% (!!!!).

8. Daarnaast:

-waardevast werd niet waardevast

-eindloon werd middelloon met indexering

-dit werd vervolgens middelloon zonder indexering

-diverse extra negatieve belastingmaatregelen voor 65-plussers.

-pensioengelden werden bovendien regelmatig gebruikt (dus misbruikt) voor inkomensverbetering van werkenden.

9. Conclusie: een forse aanpassing van de pensioenen per 1 juli 2020 (inclusief indexering met terugwerkende kracht) is nu bij verreweg de meeste pensioenfondsen meer dan gerechtvaardigd.
H. Wiersma / gepens.
O ja en vergeet niet allemaal even lid te worden van de Stichting Pensioenverlies (zie website).

Want over dit pensioenbeleid is het laatste woord nog niet gevallen.
Joop
Meneer Jacobs "Het geld van ouderen bouwt minder lang rendement op.", waar haalt u deze onzin vandaan. Ik ben ook een oudere en betaal pensioenpremie sinds mijn 25e. Dus een oudere bouwt helemaal niet minder lang rendement op. En dit is geldig voor de overgrote meerderheid bij de pensioenfondsen. Het geld klots niet tegen de plinten op, maar klotst zelfs over de rand van de emmer. En de rente en daarmee de rekenrente moet omhoog, iets van 6 á 7 procent. Probleem van jullie economen is boekjeskennis, alleen dat is passé en werkt niet meer.
JHAGM Sneuf van Toetellaere / bd
Betaalde vanaf mijn 14e voor AOW en ABP 4 jaar later.Heb sinds 1`-1-2000 geen enkele welvaartsvaste aanpassing gezien van pensioen. Wel verlaging van pensioenberekening: middelloon ipv eindloon en geen 100% premievrije opbouw tijdens WAO periode. De oplossing: gewoon de wettelijke rente (max 14%!!) aanhouden als rekenrente.
Michel / observer
@ Marquis etc.: de wettelijke rente is sinds 1-1-2017 maximaal 8%, voor zakelijke transacties. De wettelijke rente voor consumententransacties (geen idee wat daarvan de exacte definitie is) is slechts 2%.

De wettelijke rente is voor zover ik kan googlen nooit 14% geweest.
Jan H
De taken van het ABP zijn om enerzijds te zorgen dat iedere deelnemer op het voor hem aangewezen moment een pensioen krijgt en anderzijds te zorgen dat door de beleggingsstrategie een zo hoog mogelijk rendement kan worden gehaald. Ongetwijfeld heeft het ABP daarvoor heel deskundige mensen in dienst, maar ook voor het ABP geldt dat de resultaten van de beleggingen niet voorspelbaar zijn.

Maar partijen waar nooit tegen geageerd wordt, maar die wel de sleutels in handen hebben zijn, zoals Jacobs ook zegt, de (organisaties van) werkgevers en de werknemers. Hoe vaak hebben de vakorganisaties al laten horen dat het triest is voor de gepensioneerden dat ondanks de loonstijgingen en ondanks de inflatie hun excuus aanbieden aan de gepensioneerden dat de pensioenen niet zijn geïndexeerd en er alleen maar de dreiging is van verlaging van de pensioenen? Wanneer zullen de vakorganisaties met de werkgevers eens een voorstel doen om de tien jaar achteruitgang in besteedbaar pensioen te compenseren?
Jan
Wat ook zou helpen is de kosten van het ABP drastisch terugbrengen door naast het minimaal verplichte deel in obligaties de rest te beleggen in indexfondsen. Niemand kan immers de index verslaan en al die dure adviseurs worden overbodig.
Advertentie