Hervorming pensioenstelsel is nodig, maar moeilijk
In de komende maanden moet het gebeuren: een nieuw pensioenstelsel. De druk op de huidige regeling blijft toenemen, niets doen lijkt geen optie. De gemiddelde ambtenaar is straks niet beter af.
In de komende maanden moet het gebeuren: een nieuw pensioenstelsel. De druk op de huidige regeling blijft toenemen, niets doen lijkt geen optie. De gemiddelde ambtenaar is straks niet beter af.
Economische realiteit
Zoals zo vaak benadrukte ABP in het meest recente kwartaalbericht het belang van een nieuw pensioenstelsel. Er was veel positiefs te melden, maar een nieuwe pensioenregeling is nodig. ‘Het nieuwe contract moet beter aansluiten bij de persoonlijke situatie van onze deelnemers en bij de economische realiteit’, vertelde voorzitter Corien Wortmann-Kool.
Rekenrente
Een veelgehoord argument is dat het moeilijk uit te leggen is dat de pensioenen niet kunnen worden geïndexeerd (oftewel: meegroeien met de inflatie) terwijl de economie goed draait. De rekenrente krijgt hierbij veel kritiek, omdat die de reden zou zijn dat pensioenfondsen ondanks goede rendementen lage dekkingsgraden halen. Het stelsel moet aangepast worden aan de moderne tijd – áls het aangepast wordt.
Sombere vooruitzichten
Gebeurt er niets, dan zullen de prestaties dit jaar bepalen of er in 2021 moet worden gekort. De vooruitzichten zijn somber. De lage rente speelt daarbij een belangrijke rol omdat die er vorig jaar mede voor zorgde dat de dekkingsgraad te laag bleef, ondanks een forse toename van ABP’s vermogen. Die rekenmethode gaat als volgt: ABP moet de komende decennia aan bepaalde verplichtingen voldoen en aan de hand daarvan kunnen ze berekenen hoeveel ze nu in kas moeten hebben. Want over het vermogen dat ze nu hebben komt jarenlang rente en wanneer die rente daalt, is er meer vermogen als startpunt nodig. Deze rekenrente wordt vastgesteld op basis van de rentetarieven op de financiële markten. Over het algemeen wordt verwacht dat die de komende jaren laag blijven.
Probleem één
De situatie lijkt te schreeuwen om hervorming. ‘Er zijn daarbij twee problemen’, vertelt hoogleraar economie Bas Jacobs van de Erasmus Universiteit. ‘Het eerste is dat het afschaffen van de doorsneepremie leidt tot een herverdelingsprobleem tussen generaties.’ De doorsneepremie wil zeggen dat iedereen, ongeacht de leeftijd, dezelfde premie betaalt – 24,9 procent voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen van ABP – en daarvoor dezelfde pensioenopbouw ontvangt. Het geld dat jongeren inleggen, bouwt decennialang rendement op. Het geld van ouderen bouwt minder lang rendement op. Dus een jongere bouwt met dezelfde inleg veel meer op, maar krijgt hetzelfde pensioen. Op deze manier betekent de doorsneesystematiek een herverdeling van jong naar oud. Dat zou geen probleem zijn als generaties elkaar compenseren, maar door de vergrijzing komen er relatief veel meer ouderen bij. Ook bij overstap van vast werk naar zelfstandig werk of andersom is het effect sterk. ‘Op de arbeidsmarkt zijn mensen bang voor verlies van pensioen als ze baan wisselen’, zegt Jacobs.
Compensatie
Er zijn voor dit eerste probleem verschillende oplossingen, zoals toenemende premies, een afnemende opbouw naar leeftijd, of pensioenregelingen met individuele rekeningen. Jacobs: ‘De regering wil degressieve opbouw. Als je jong bent, krijg je veel pensioen voor wat je inlegt. Het probleem is dat er een generatie bestaat die op jonge leeftijd nooit veel pensioenopbouw heeft gekregen en niet veel opbouwt op hogere leeftijd. Iedereen boven de 45 is dan de pisang. Die groep moet vervolgens compensatie krijgen. Dat kost tientallen miljarden euro’s. Ik geloof niet dat pensioenfondsbesturen het voor elkaar krijgen om de gepensioneerden te korten zodat ze de pechvogels bij de afschaffing van de doorsneepremie kunnen compenseren.’
Probleem twee
‘Mensen rekenen op indexatie van de pensioenen, maar ook op een zeker pensioen. Er is echter geen gratis lunch: met een harde garantie van het pensioen moet je heel veel geld risicovrij beleggen en dus wordt je pensioen lager. Wie een hoog pensioen wil, kan risicovoller beleggen, maar dan moet je rekening houden met meer onzekerheid. We komen uit een systeem waar veel zekerheid én een hoog pensioen zijn beloofd, maar we komen erachter dat er veel te weinig geld is om beide beloften waar te maken. Geen pensioenfonds wil die ongemakkelijke waarheid aan haar deelnemers vertellen. Dit komt bij iedere pensioenhervorming naar boven: pensioenfondsen moeten hun deelnemers duidelijk maken dat als je een hoog pensioen wilt, het alleen betaald kan worden door meer risico te nemen. Géén onzekerheid betekent een laag pensioen.’
Ambitieus
Er is dus genoeg om te bespreken bij het uitwerken van het vorig jaar gesloten pensioenakkoord, wat moet resulteren in een nieuw pensioenstelsel. ABP zit niet zelf aan de onderhandelingstafel, maar de werkgevers en werknemers. Om in 2021 met een nieuw stelsel te kunnen werken, moet het pensioenfonds op tijd weten hoe dat eruit komt te zien. Het ambitieuze tijdspad voor het uitwerken van het pensioenakkoord loopt tot en met april. Zou dat haalbaar zijn? Jacobs: ‘Tijdspaden zijn zo fluïde als water gebleken en er kan zo weer uitstel komen. Ik durf geen enkele uitspraak te doen over welk tijdspad dan ook.’
Dit is een ingekorte versie van het verhaal. Lees hier de volledige versie in nummer drie van Binnenlands Bestuur.
kortom: opheffen en het geld teruggeven aan de eigenaars en dat zijn wij,