Advertentie
financiën / Ingezonden

Investeren in innovatie is bittere noodzaak

De Nederlandse innovatiemotor hapert. Dat is de zorgwekkend.

20 augustus 2021

De Nederlandse innovatiemotor hapert. Dat is de zorgwekkende conclusie na de meest recente update van de toonaangevende European Innovation Scoreboard. De rijksoverheid moet hard aan de bak om meer te investeren in innovatie met impact.

Op het eerste gezicht kun je zeggen dat de vlag uit kan: Nederland is het op vijf na meest innovatieve land in de EU. Drie Nederlandse regio's – Utrecht, Noord-Brabant en Noord-Holland – zijn innovation leader in de Regional Innovation Scoreboard (RIS). Wie iets verder kijkt, ziet dat er onder de motorkap problemen opdoemen. Nederland stagneert, waar andere landen groeien.

Een belangrijke graadmeter voor innovatie zijn de investeringen in research & development (R&D). De EU hanteert het strategische doel om 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) te besteden aan innovatie en R&D. In 2019 ging 2,2 procent van ons bbp naar R&D, een percentage dat sinds 2013 nagenoeg hetzelfde is. Ter vergelijking: de Duitse innovation leader Baden- Württemberg besteedt 5,7 procent van zijn bbp aan R&D.

Nu zeggen lijstjes niet alles. Nederland is nog steeds een sterke innovatiespeler en meerdere Nederlandse regio’s staan internationaal bekend als innovatieve krachten. De kracht van de Nederlandse innovation leaders schuilt in samenwerking. Kennisinstellingen, bedrijven met voldoende schaal en overheden werken daar samen, zodat kennis snel wordt ontwikkeld, verspreid én toegepast. Dat samenspel verdient het om ondersteund te worden en is een van de redenen waarom het kabinet het Nationaal Groeifonds heeft opgericht. Waar dit fonds startte met een scherpe focus op versterken van innovatie, sluipt de oer-Hollandse neiging er nu in, vooral te kijken naar eerlijke regionale verdeling.

De verleiding is groot om een one-size-fits-all beleid te ontwikkelen. Dat miskent regionale karakteristieken en regionale kracht. In Noord-Brabant zijn bedrijven de trekker van innovatie. Utrecht excelleert op academisch gebied. Richt rijksbeleid daarom op het maximaliseren van het innovatievermogen binnen de samenwerking tussen deze ecosystemen: verleidt ze om aanvullend aan elkaar te zijn in plaats van concurrerend, zodat ze als collectief bijdragen aan de internationale concurrentiekracht.

De kanteling van marktgedreven naar missiegedreven innovatiebeleid is hiervoor een trigger. De komende jaren staan Nederland, Europa en de wereld voor gigantische opgaven. Verduurzaming van de energie- en voedselvoorziening, klimaatbestendigheid van de leefomgeving en de toenemende digitalisering van de economie en maatschappij. Hiermee zijn deze missies relevante markten geworden, waarbij bedrijven, overheden en kennisinstellingen elkaar nodig hebben. Met haar missie-gedreven beleid neemt de Europese Commissie inhoudelijk het voortouw. Terwijl in Den Haag wordt getreuzeld met de planvorming, denkt Brussel al aan vervolgstappen om toekomstige groei en impact te kunnen realiseren.

Samenwerking en innovatie zijn de basis voor ons toekomstig verdienvermogen en de oplossing voor onze maatschappelijke uitdagingen. Alleen: onderzoek kost geld; samenwerking kost geld. Creëer een hefboomeffect en durf te kiezen voor innovatie, valorisatie en groei en ondersteun de clusters, regio’s en instellingen die de meeste impact genereren. Als we willen dat de innovatiemotor niet stil komt te staan, moet er nú brandstof bij.

Martijn van Gruijthuijsen, Robert Strijk en Ilse Zaal, gedeputeerden economie van respectievelijk Noord-Brabant, Utrecht en Noord-Holland.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie