Nazorgfondsen geraakt door beurskrach
De koersdalingen op de effectenbeurzen treffen ook de provinciale nazorgfondsen voor vuilstortplaatsen. Zo staat het nazorgfonds van Noord-Brabant tientallen miljoenen in de min.
De provinciale nazorgfondsen voor stortplaatsen lijden flinke verliezen door de koersdalingen op de beurs. Het nazorgfonds van de provincie Noord- Brabant staat mogelijk tientallen miljoenen in de min door de beurskrach. Noord-Brabant had eind vorig jaar een kleine honderd miljoen euro in het nazorgfonds, waarvan 48 procent in aandelen, 48 procent in obligaties en 3,5 procent in vastgoed. Vooral de aandelen hebben een flinke duikeling gemaakt. Sinds begin dit jaar zijn de beurzen bijna gehalveerd in waarde. Vorig jaar bleef het verwachte rendement van het Brabantse nazorgfonds al steken op drie miljoen euro in plaats van de begrote zes miljoen. Gemiddeld bedroeg het jaarlijkse rendement van het fonds sinds 2000 bijna zeven procent.
De nazorgfondsen voor stortplaatsen zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat eenmaal gesloten vuilstortplaatsen geen milieuproblemen veroorzaken. Daarvoor is voor de lange termijn geld belegd dat nodig is voor het jaarlijkse onderhoud en beheer van de gesloten stortplaatsen. Het geld is afkomstig uit heffingen op de voormalige exploitanten van de stortplaatsen.
De nazorgfondsen vallen niet onder de wet Fido; er mag daarom in aandelen worden belegd. De meeste provincies doen dat ook, vanwege de betere rendementen. Zeeland, dat vijf miljoen euro nazorggeld stak in een garantiefonds van Lehman, dat wel onder Fido valt, heeft ook een kleine vier miljoen in ‘echte’ aandelen. Volgens treasurer Simon de Visser zit dat geld in duurzaam belegde aandelen die minder zware klappen hebben gekregen dan de beurs. Of het geld van Lehman terugkomt, is nog onduidelijk.
Ook Noord-Holland, dat 32 miljoen euro in het nazorgfonds heeft, zit voor een deel in aandelen. Hetzelfde geldt voor Zuid- Holland, dat zo’n 40 miljoen euro in het nazorgfonds heeft. Zuid-Holland ging tot voor kort uit van een jaarlijks rendement op het nazorgfonds van 5,5 procent, maar constateerde in de laatste begroting dat dat wellicht een al te optimistische inschatting is. Vorig jaar bedroeg het rendement iets meer dan vier procent. Gelderland, dat nu 20 miljoen euro in het nazorgfonds heeft, streeft naar een vermogen van 100 miljoen euro, deels te realiseren door gunstige beleggingsresultaten.
Nazorg
Vooralsnog maken de provincies zich weinig zorgen. Volgens een voorlichter van de provincie Noord-Brabant is het daarvoor te vroeg. ‘Het gaat om geld dat lang uitstaat, daarom zit het ook deels in aandelen. Tegen de tijd dat het geld nodig is, is de beurs misschien al weer op een hoger niveau.’ Als de beurskoersen structureel laag blijven, moeten provincies tekorten uit eigen middelen aanvullen of exploitanten van stortplaatsen extra heffingen opleggen. Het is overigens onduidelijk hoeveel geld er precies nodig is voor de nazorg. Noord-Brabant besloot onlangs het zogeheten ‘doelvermogen’ te halveren van 300 miljoen naar 150 miljoen euro.
Het nazorgfonds van Friesland is de problemen op de beurs voor geweest. In november vorig jaar besloot de provincie het geld niet langer te beleggen, omdat de rendementen op aandelen achterbleven. In plaats daarvan wordt het geld nu tegen een rente van vijf procent aan de provincie teruggeleend. Zo is de provincie verzekerd van een lening tegen een mooie rente en het nazorgfonds, dat in een aparte rechtspersoon is ondergebracht, verzekerd van een jaarlijks rendement op het vermogen waarmee de stortplaatsen kunnen worden onderhouden.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.