Eigen vermogen provincies herstelt zich verder

Het eigen vermogen van provincies steeg in 2017 van 16,1 miljard naar 16,9 miljard euro. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) becijferde dat alle provincies samen 6,1 miljard euro aan baten hadden, 5,3 miljard euro aan lasten, en zo uitkwamen op een positief saldo van 0,8 miljard euro. Er zijn grote verschillen tussen de provincies.

Tijdelijk effect

Tien van de twaalf hadden hogere baten dan lasten. De positieve exploitatieresultaten zijn volgens het CBS deels te verklaren door gewijzigde regelgeving. Sinds 2016 zijn de brede doeluitkeringen (BDU) onderdeel van het provinciefonds en dit heeft tijdelijk een positief effect. Maar Noord-Brabant had mede dankzij een goede deal bij de verkoop van obligaties het grootste overschot met 339 miljoen euro. Groningen en Zeeland moesten hun reserves aanboren om de tekorten van respectievelijk 64 en 15 miljoen euro op te vangen.

Herstel eigen vermogen

Het eigen vermogen van provincies stijgt sinds 2015, toen het met 15,6 miljard euro op het laagste niveau van het decennium was. Daarvoor daalde het sinds 2011, toen het eigen vermogen 18,4 miljard euro bedroeg.

Overdracht en regelgeving

De lasten van provincies daalden in 2017 met 2,4 miljard euro. Volgens het CBS komt dat door de overdracht van taken naar andere overheden, zoals die van de jeugdzorg naar gemeenten in 2015,  en nieuwe regelgeving. Een van de nieuwe regels is dat per 2017 investeringen met maatschappelijk nut, bijvoorbeeld in provinciale infrastructuur, niet meer in een keer als last in een bepaald jaar mogen worden opgenomen, maar gespreid moeten worden afgeschreven over de gehele economische levensduur van de investering. In 2017 nam de post verkeer en vervoer af van 3 miljard euro naar 2,1 miljard.