Advertentie
financiën / Nieuws

Meer kansen in New York

Ter gelegenheid van de viering in 2009 van vierhonderd jaar New York, destijds gesticht als Nieuw Amsterdam, werd zowel in New York als in Amsterdam uitgebreid stilgestaan bij de historische banden en culturele verwantschap tussen beide steden, met hun traditie van tolerantie en culturele verscheidenheid.

08 mei 2009

Heel wat in New York woonachtige Nederlanders getuigden van hun liefde voor de Big Apple, waar niemand zich een vreemdeling hoeft te voelen, omdat iedereen er vreemdeling is. Maar heel wat waarnemers moesten ook spijtig constateren dat er in Nederland bitter weinig is overgebleven van de openheid en de dynamiek van het Amsterdam van de Gouden Eeuw. Ze zouden steeds meer worden verdrongen door wantrouwen, benepenheid en polarisatie, zoals die worden gepropageerd door Geert Wilders en gelijkgestemden.

 

Zo ook Heleen Mees, Nederlandse econome en juriste die in New York woont en werkt en daarnaast columns schrijft voor onder meer de Financial Times, Le Monde en NRC Handelsblad. Het boek Tussen hebzucht en verlangen bundelt een aantal van die columns, waarin Mees haar licht laat schijnen over thema’s als de huidige financiële crisis, de opkomst van Azië, de rol van Europa in de wereld en de plaats van immigranten in zowel de Nederlandse als de Amerikaanse samenleving.

 

Gedachtesprongen

 

Bloemlezingen zoals deze bundel hebben hun specifieke nadelen: bepaalde thema’s komen herhaaldelijk aan de orde (soms in vrijwel dezelfde bewoordingen) en veel zaken zijn wat gedateerd, ook in die zin dat er te summier wordt gerefereerd aan omstandigheden die niet meer vers in het geheugen liggen. Het tijdstip waarop de stukjes oorspronkelijk zijn verschenen, moet uit de context worden opgemaakt. Het is inherent aan een column dat de auteur kort door de bocht gaat en achteraf zijn de gedachtesprongen vaak nog moeilijker te volgen.

 

Dat wordt allemaal ruimschoots goedgemaakt door een levendige stijl en een provocerende visie. De artikelen bestrijken een breed terrein en steeds weer zorgt Mees ervoor dat de lezer anders tegen dingen aan gaat kijken. Ze laat zich niet in traditionele politieke kaders vangen: links en rechts krijgen er in gelijke mate van langs. Ze stelt vast dat de groeiende ongelijkheid en de onmatige topbeloningen de sociale cohesie ondermijnen, maar ook dat de sociale zekerheid een fuik is die de zwakkeren in de samenleving kansen ontneemt.

 

Ze verwijt Wouter Bos bij zijn steun aan banken geen strengere voorwaarden te hebben gesteld en concludeert dat de banken eigenlijk genationaliseerd zouden moeten worden. Ze hekelt de Europese landbouwsubsidies, maar waarschuwt ook dat de globalisering niet alleen winnaars kent en wantrouwt de motieven van China dat steeds meer westerse bedrijven opkoopt. Ze verwijt Europa met de rug naar de wereld te staan, maar maakt zich nog kwader over het negativisme jegens het Europese project.

 

Volgens Mees dreigt de teloorgang van het politiek en economisch liberalisme wanneer Europa en de Verenigde Staten de handen niet ineen slaan. Positie migranten Mees is het meest indringend en overtuigend als ze het heeft over de positie van immigranten, waarbij ze rijkelijk put uit eigen waarneming.

 

Waarom zien Nederlanders (en andere Europeanen) immigranten vooral als een kostenpost, terwijl Amerikanen ze als een aanwinst voor de samenleving en de economie zien? Waarom is negentig procent van de immigranten in New York aan het werk en hebben hun kinderen op school nauwelijks een achterstand, terwijl dat onder Nederlandse niet-westerse allochtonen nog geen zestig procent is en hun kinderen en vaak ook kleinkinderen met een taal- en onderwijsachterstand blijven kampen?

 

Het antwoord ligt in de vrije Amerikaanse arbeidsmarkt en in de noodzaak voor immigranten de eigen broek op te houden. ‘Betaald werk is de snelste, zo niet de enige weg naar volwaardige maatschappelijke participatie’, stelt Mees. In New York kan elke nieuwkomer meteen aan de slag, waarbij hij of zij ook de taal leert en meestal snel opklimt. Het New Yorkse minimumloon correspondeert met ons sociaal minimum voor een alleenstaande, zegt Mees.

 

In Nederland zijn laaggeschoolden uit de markt geprijsd doordat de loonkosten een veelvoud zijn van het nettoloon door de torenhoge sociale lasten die erop drukken. Vandaar ook dat Nederlanders zelf allerlei klussen doen waar je in New York iemand voor inhuurt.

 

Mees trekt fel van leer tegen de PvdA die erkent dat werk een belangrijke motor is voor integratie, maar niet onder ogen wil zien dat werken voor immigranten dus makkelijker en aantrekkelijker moet worden gemaakt: ‘In plaats daarvan lezen we in de integratieresolutie over rechten en plichten, waar rechten kennelijk staat voor het recht op een uitkering en plichten voor de plicht een inburgeringscursus te volgen.’

 

Ed Lof is econoom en publicist.

 

Heleen Mees, Tussen hebzucht en verlangen. De wereld en het grote geld, Nieuw Amsterdam, ISBN 978904680525, € 16,95

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie