Lui, dom en dakloos
Kan een topambtenaar mediator zijn in de beroerde relatie tussen Rijk en gemeenten?
Onder leiding van een onafhankelijk procesbegeleider gaan Rijk en gemeenten praten over de financieringssystematiek van gemeenten na 2026. De relatie tussen gemeenten en Rijk slecht noemen is natuurlijk het understatement van het jaar. Die onafhankelijk procesbegeleider is bovendien de wens van de Tweede Kamer, dus heel erg van harte gaat het niet.
Het is toch een beetje alsof de kinderen hun in loopgraven ingegraven vechtouders aan de oren naar een relatietherapeut slepen. De vraag is dan ook of een procesbegeleider hier meters gaat maken. Een mediator gaat waarschijnlijk meer zoden aan de dijk zetten.
Mediators in de dop leren ‘lui, dom en dakloos’ te zijn. Lui, omdat het de strijdende partijen zijn die het werk moeten doen. Het is en blijft immers hún conflict. De mediator zorgt slechts dat de deelnemers gestructureerd alle twistpunten aflopen. In die zin is de mediator wel degelijk een procesbegeleider. Er is één uitzondering op die regel: de mediator wordt nooit moe van het benadrukken dat er ook over de onderliggende emotie gesproken moet worden. Iets wat mensen in een gespannen relatie doorgaans liever vermijden.
Mediators doen zich dom voor, omdat de strijdende partijen zelf dé experts zijn in hun eigen ruzie. De mediator komt dus verder met eindeloos socratisch vragen naar het waarom van bepaalde opmerkingen. En waarom dat een bepaald effect heeft bij de ander. Zo komen patronen bloot te liggen die een goed gesprek tussen de deelnemers mogelijk maken.
En dan dakloos. Een mediation mislukt op het moment dat één van de strijdende partijen het vermoeden heeft (of kan hebben) dat de mediator meer op de hand is van een andere partij. De mediator moet dus even streng zijn voor alle partijen, goed doorvragen en de partijen het werk laten doen. Geen onderonsjes met de ene partij zonder ook de ander die gelegenheid te geven. Transparant zijn over wat er in die onderonsjes is besproken en daar partijen samen het gesprek over laten voeren. Belangrijk ook: de strijdende partijen betalen gezamenlijk de mediator om volstrekt duidelijk te maken wie de opdrachtgever is.
Vorige week maakte Leonard Geluk van de VNG bekend dat de onafhankelijk procesbegeleider in de ongelukkige financiële relatie tussen rijk en gemeenten een rijksambtenaar wordt. Door de Ministerraad benoemd. Het gaat zonder meer om een kundig iemand. Voormalig lid van de raad van bestuur van het UWV, voormalig directeur-generaal op het departement van Onderwijs. Momenteel doet ze vooral interim-klussen voor het Rijk. Haar financiële kennis van het Rijk zit wel goed: ze was ooit directeur financieel-economische zaken op Onderwijs. Kennis van gemeentefinanciën springt niet uit haar cv.
Ze is alleen niet dakloos. Een rijksambtenaar wordt immers betaald door het kabinet. De raison d’être van een rijksambtenaar is de noodzaak het kabinet te dienen. De vraag of de belangen van de gemeenten in goede handen zijn bij deze ambtenaar zal daarmee permanent boven de gesprekstafel hangen.
De keuze is verklaarbaar hoor. Noem het een keuze uit comfort. Deze ambtenaar is snel beschikbaar en het is in deze constructie ook eenvoudig om andere ambtenaren voor haar aan het werk te zetten. De Kamer heeft aangedrongen op haast en zo kunnen we snel van wal. We kunnen het ook een luie keuze noemen. De tijd zal leren of het een domme keus was.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.