Links Rotterdam: stad bulkt van het geld

‘We zijn de armste stad van Nederland, maar dat zouden we niet zijn als je het saldo van het investeringsfonds meerekent’, aldus raadslid Richard Moti van de PvdA. ‘Als je kijkt naar de noden in onze stad, is het vreemd dat we zoveel geld op de rekening laten staan.’ Zijn kritiek wordt gedeeld door de fractie van de SP en deels door die van Leefbaar Rotterdam.

Zevenhonderd miljoen bevat momenteel het Investeringsfonds Rotterdam (IFR). Het fonds werd opgericht in 1999 toen de privatiseringsgolf van Rotterdamse nutsbedrijven begon met de verkoop van het energiebedrijf, maar de teller tikte echt aan in 2006 toen de gemeente 1,1 miljard euro incasseerde met de verkoop van AVR, de Afvalverwerking Rijnmond. Vooralsnog wordt alleen de rente over het saldo van het fonds gebruikt voor nieuwe investeringen,afgezien van enkele ‘cadeautjes voor de stad’, zoals de markthal aan de Blaak.

‘Het argument dat wij wel weer voor potverteren zouden zijn, gaat niet op’, zegt PvdA-raadslid Moti. ‘Het fonds is de laatste jaren veel sneller volgelopen dan gedacht, van 200 miljoen naar 700 miljoen. Er is geen maximum gesteld aan het saldo en je kunt dat geld ook in de stad investeren. Rotterdam voert allerlei slechte lijstjes aan. We staan voor grote opgaven als het gaat om het terugdringen van de taal- en inburgeringsachterstand en het verbeteren van de leefkwaliteit. Wij pleiten bijvoorbeeld voor het ondertunnelen van twee grote stadstracés. In die zaken investeren levert voor de toekomst wellicht veel meer winst voor de stad op dan de rente op dat potje.’

Wethouder financiën Lucas Bolsius betwist dat het college geld nodeloos oppot: ‘Het IFR is geen dood geld, het genereert rente waarmee investeringen kunnen worden gefinancierd. Bovendien blijft de omvang van het IFR in tact, waardoor toekomstige generaties kunnen blijven profiteren van dat geld. Met de rente kunnen we een hoop goede dingen voor de stad doen zoals het plaatsen van ondergrondse vuilcontainers en fietsroutes.’

Bolsius kan zich ook niet vinden in de kritiek dat de gemeenteraad te weinig invloed heeft op de besteding van de opbrengsten. ‘De besluiten gaan nooit buiten de gemeenteraad om’, aldus Bolsius.