Advertentie
financiën / Ingezonden

Herijking gemeentefonds biedt kans om verschillen te verkleinen

De laatste fase van de herijking van het gemeentefonds biedt de kans om de solidariteit te vergroten.

12 juli 2022

De herijking van het gemeentefonds is na jaren getouwtrek en veel analyses bijna rond en wordt per 2023 (met overgangsperiode) ingevoerd. Er staat echter nog één verdeelvraagstuk open: de nettering van de eigen inkomsten. Het voorgestelde vaste bedrag per inwoner doet volgens de Raad voor het Openbaar Bestuur geen recht aan de diverse aard en hoogte van de inkomsten per gemeente en wordt daarom nog nader onderzocht.

Het uitgangspunt zoals omschreven in de memorie van toelichting van de Financiële-verhoudingswet is helder: ‘Elke gemeente is, gezien haar structurele omstandigheden, (globaal) in staat om, bij gelijke belastingdruk, een gelijkwaardig niveau van voorzieningen te realiseren’. Om dit zogenaamde derde aspiratieniveau te realiseren dient er in de financiering van gemeenten zowel rekening gehouden te worden met een verschil in de kosten per gemeente als met het verschil in eigen inkomsten.

Bij de herijking is vooral veel aandacht geweest voor de kostenkant van het gemeentefonds. Voor 10 clusters (Jeugd, Educatie, Inkomen & Participatie, etc.) wordt met behulp van 51 maatstaven (jongeren, ouderen, oppervlakte, etc.) gepoogd de werkelijke kosten zo goed mogelijk te benaderen. Helaas is aan de inkomstenkant in eerste instantie gekozen voor de simplistische benadering. Het grote probleem hierbij zit in de overige inkomsten (alles behalve onroerendezaakbelasting), waarbij het initiële voorstel is om een vast bedrag per inwoner te netteren (dus af te halen van de de uitkering die de gemeente ontvangt). Dit veronderstelt dat gemeenten in staat zijn om even veel eigen inkomsten te realiseren. Dat staat echter in sterk contrast met de werkelijkheid.

De hamvraag is dan ook: gaan we in Nederland dit soort lokale voordelen geheel of een beetje met elkaar delen?

De totale overige eigen inkomsten van gemeente in Nederland bedroegen in 2020 2,5 miljard euro (excl. mutatie reserves, excl. OZB, en excl. verkoop Eneco). Gemiddeld bedragen de totale overige eigen inkomsten in 2020 ongeveer 156 euro per inwoner (totale eigen inkomsten, minus mutatie reserves, onroerendezaakbelasting, en verkoop Eneco). Echter zijn de verschillen significant. De top 20 procent gemeenten incasseert ruim 319 euro per inwoner, de laagste 20 procent moeten zelfs 12 euro per inwoner bijleggen (voornamelijk door negatief resultaat bij grondexploitaties). Bij het hanteren van het vaste bedrag komt de laagste 20% dus sterk negatief uit. Ze hebben daardoor onvoldoende middelen om het in het gemeentefonds voorziene dienstverleningsniveau te realiseren.

Opvallende uitschieters aan de bovenkant betreffen Utrecht (674 euro o.a. door grondopbrengsten), Amsterdam (556 euro o.a. door parkeren, erfpacht), en Rotterdam (413 euro o.a. door havengelden), maar ook kleinere gemeenten als Texel (886 euro o.a. door toeristenbelasting), Zaltbommel (427 euro, o.a. door grondopbrengsten) en Brielle (334 euro, o.a. door treasury). Aan de onderkant zien we Amersfoort met de laagste overige eigen inkomsten van alle grote gemeenten (-38 euro door weinig inkomsten en negatieve grondopbrengsten), en Ameland, Hendrik-Ido-Ambacht en Papendrecht als de drie gemeenten met de minste overige eigen inkomsten in Nederland.

Een belangrijk deel van deze verschillen zijn niet beleidsgerelateerd, maar het gevolg van grote maatschappelijke trends (groei wereldwijde handel, toerisme, trek naar de grote stad) of gewoon een beetje mazzel (wel/niet afstoten van een deelneming). De hamvraag is dan ook: gaan we in Nederland dit soort lokale voordelen geheel of een beetje met elkaar delen? Gaan de gemeenten met de ‘sterkste schouders’ ook meer van de lasten dragen? In tijden van toenemende verschillen en oplopende spanning tussen de regio’s biedt dit laatste puzzelstukje van het gemeentefonds een unieke kans om de onderlinge solidariteit weer wat te vergroten. Hopelijk pakt de minister deze kans en wordt er - ondanks allerlei haken en ogen - gekozen voor een meer gedifferentieerde nettering binnen het gemeentefonds.

Kees van der Meeren, partner bij maatschappelijk adviesbureau It’s Public

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie