‘Kostenbesparing door omgevingsdienst’

Gemeenten en provincies die deelnemen aan omgevingsdiensten gaan dit merken in hun portemonnee. Volgens Deloitte Consulting zijn zij uiteindelijk minder geld kwijt aan de uitvoering van toezicht, handhaving en vergunningverlening. De besparingen kunnen oplopen tot 20 procent per jaar.

In opdracht van het ministerie van Vrom heeft Deloitte onderzocht wat de oprichting van omgevingsdiensten financieel kan opleveren. Volgens de deze week afgeronde kosten-batenanalyse begint de teller na zes jaar in positieve zin te lopen.

Voor het onderzoek verzamelde Deloitte gegevens bij vier provincies en 43 gemeenten van uiteenlopende omvang. Bekeken werd hoeveel deze overheden in 2007 uitgaven aan handhaving, vergunningverlening en toezicht. Met behulp van deze informatie werd berekend wat de komst van omgevingsdiensten zou betekenen voor de begroting.

Deloitte berekende drie varianten. In de eerste gaan alle provinciale en gemeentelijke ‘Vrom’-taken naar omgevingsdiensten. In de tweede variant blijven gemeenten rechtstreeks belast met 50 procent van de vergunningverlening.

Op verzoek van Vrom werd enkele weken geleden nog een derde model onderzocht. In deze ‘minimumvariant’ blijven gemeenten directe bemoeienis houden met 90 procent van alle vergunningen, en met 40 procent van hun toezichts- en handhavingstaken. Ook dan ontstaat kostenbesparing, al blijft deze volgens Deloitte beperkt tot ‘enkele procenten’.

Massa

Martin Eikenboom, bij Deloitte Consulting verantwoordelijk voor omgevingsdiensten, benadrukt dat alle uitkomsten op macroniveau zijn berekend. ‘Voor regiospecifieke informatie is extra onderzoek nodig.’

Eikenboom zegt dat een omgevingsdienst ‘voldoende massa’ moet hebben. ‘In dun bevolkte regio’s, waar je minder bedrijvigheid hebt, kan het zijn dat de kosten niet tegen de baten opwegen. Diensten met te weinig werk, lopen volgens Eikenboom de kans onvoldoende ‘kennis en kunde’ op te bouwen om kwalitatief goed werk te kunnen leveren.