Koepel lokale politieke partijen vangt bot bij Ter Horst
De koepelorganisatie voor lokale politieke partijen dacht eindelijk subsidie los te kunnen peuteren van de minister van Binnenlandse Zaken, maar kreeg nul op het rekest. Ter Horst verwijst naar gemeenten en provincies.
Het is een gevecht van de lange adem. Al decennia moet de koepelorganisatie voor lokale politieke partijen, de Vereniging van Plaatselijke Politieke Groeperingen (VPPG) tandenknarsend toezien dat de lokale afdelingen van landelijke politieke partijen wel subsidie krijgen voor de scholing en vorming van raadsleden, en lokale partijen zelf niet.
Bijna twee jaar geleden sprak de Tweede Kamer per motie uit dat aan die onverkwikkelijke situatie een einde moest komen. Eind vorig jaar vroeg de VPPG subsidie aan voor het project Samenwerking op niveau, gericht op de scholing en vorming van raadsleden van lokale politiek partijen, die goed zijn voor een kwart van het totale aantal raadsleden. Het VPPG-bestuur voelde zich gesterkt door een gesprek op 5 december met minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) die de onrechtvaardigheid erkende. Teleurstellend was daarom de formele reactie van Ter Horst: het subsidieverzoek wordt afgewezen. Volgens Ter Horst is er sprake van een structurele subsidie.
Op grond van de Wet subsidiëring politieke partijen (Wspp) komt de Vereniging van Plaatselijke Politieke Groeperingen volgens de minister niet in aanmerking voor structurele subsidie. De wet bepaalt namelijk dat alleen partijen die vertegenwoordigd zijn in de Tweede Kamer subsidie kunnen krijgen. Zelfs als de minister de subsidie zou beschouwen als een incidentele (eenmalige) subsidie moet zij dat verzoek afwijzen. 'De verantwoordelijkheid voor de lokale partijen berust bij gemeenten en provincies', schrijft Ter Horst in haar brief.
Wetswijziging
Ter Horst verwijst de lokale politieke partijen naar het Actieprogramma Lokaal Bestuur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en haar ministerie. Het bestuur van de VPPG is daarover verbaasd. 'Het actieprogramma organiseert vraaggericht en op maat activiteiten voor álle spelers in het lokaal bestuur', schrijft voorzitter Jasmijn Miete in de brief waarin de VPPG bezwaar aantekent tegen het besluit van de minister. Volgens Ter Horst zou het Actieprogramma ook activiteiten kunnen organiseren op bijeenkomsten van de VPPG. Voor de VPPG betekent dit dat Ter Horst de Kameruitspraak uit 2005 naast zich neerlegt, met als gevolg dat de lokale partijen moeten wachten tot de wet is gewijzigd.
Volgens Miete kan het niet zo zijn dat de verstrekking van scholingsubsidie voor de raadsleden van lokale partijen afhankelijk is van de wetswijziging door de landelijke politieke partijen in de Tweede Kamer. Scholing en vorming van raadsleden geldt als een van de belangrijkste thema's om de kwaliteit van het raadswerk te verbeteren en de werkdruk van raadsleden te verminderen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.