Kabinet onderzoekt opsplitsing ABP
Het kabinet gaat het opsplitsen van het ambtenarenpensioenfonds ABP in verschillende deelsectoren overwegen. Dat staat in een reactie van minister Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) op een interdepartementaal onderzoek.
Het kabinet gaat het opsplitsen van het ambtenarenpensioenfonds ABP in verschillende deelsectoren overwegen. Er moet in elk geval een structurele verbinding komen tussen het loon- en pensioenoverleg.
Dat staat in een reactie van minister Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) op een interdepartementaal onderzoek. Die reactie van het kabinet te gaan nadenken over vereenvoudiging van het pensioenstelsel bij de overheid volgt ruim een half jaar na aanbieding van dat onderzoek – Eenvoud loont – aan het de minister.
Weinig grip
Volgens het onderzoek zijn de huidige onderhandelingen over cao en pensioen bij de overheid zijn te complex. Dat is onder meer een gevolg van het feit dat de pensioenpremie voor ambtenaren centraal wordt vastgesteld, terwijl over de cao's voor de veertien overheidssectoren telkens apart wordt onderhandeld.
Jaarlijks dragen de overheidswerkgevers in die sectoren ruim 7 miljard euro aan pensioenpremie af, maar ze hebben – zo klagen ze in het rapport – weinig grip hebben op de ontwikkeling van die pensioenpremie. Het in stukken knippen van het grootste pensioenfonds van ons land zou een oplossing voor dat probleem kunnen zijn. Het is in elk geval één van de vier opties.
Decentrale overheden
In de opknip-variant kunnen sectoren hun eigen pensioenregeling overeenkomen. ‘Bij splitsing kan er een scheiding gemaakt worden tussen alle veertien sectoren afzonderlijk of tussen clusters van sectoren die qua bestuurlijke inbedding, samenstelling, voorkeuren en beleidsopvattingen meer op elkaar lijken. Er kan gedacht worden aan een splitsing in drieën: kabinetssectoren, onderwijssectoren en decentrale overheden’, aldus het rapport. Sociale partners geven dan per sector invulling aan de pensioenregeling, zodat deze aansluit bij hun eigen voorkeuren, arbeidsmarkt en financiële draagkracht. Sectoren kunnen zich met deze variant een risico- en beleggingsbeleid aanmeten dat past bij hun achterban. Bij deze variant zijn de nieuwe pensioenfondsen vrij de pensioenregeling onder te brengen bij een pensioenuitvoeringsbedrijf naar keuze.
Fundamentele herbezinning
In zijn reactie schrijft de minister dat ‘een fundamentele herbezinning' van het pensioenstelsel in de publieke sector ‘in de rede ligt’. Zo ziet hij voordelen in het meer structureel met elkaar verbinden van het cao-overleg en het pensioenoverleg, waarbij er sprake is van aparte onderhandelingstafels voor (clusters van) sectoren. Op die manier kan een integrale afweging tussen loon en pensioen plaatsvinden, rekening houdend met de verschillen tussen de overheidssectoren.
Voordeel hoogopgeleiden
De bij het ABP aangesloten werkgevers zijn divers van aard. De sectoren verschillen qua bestuurlijke inbedding, samenstelling van het personeelsbestand, aard van het werk en financiering. Deelname aan de bovensectorale pensioenregeling met heterogene sectoren beperkt volgen het rapport de mogelijkheden van sociale partners in hun specifieke sectorale behoeften te voorzien. Door de gezamenlijke deelname aan de pensioenregeling, vindt tussen de bij ABP aangesloten sectoren herverdeling van premiebijdragen plaats. ‘Deze is in het voordeel van vergrijsde, hoogopgeleide en feminiene sectoren’, aldus het rapport.
Voorjaar 2016
Een eventuele opsplitsing betreft volgens Plasterk een majeure operatie. Daarom zal het kabinet de komende periode een studie uitvoeren naar het ideale model om de gewenste verbinding tussen de cao-tafel en de pensioentafel te realiseren, zodat op de cao-tafel over pensioen(kosten) kan worden onderhandeld. De studie zal in het voorjaar van 2016 zijn afgerond.
Een pensioen per sector betekent meer kans op 'slijtage' in de Cao-onderhandelingen. Een pijnlijk punt waar onze rechtspositie t.a.v. een redelijk salaris en een redelijke pensioen al behoorlijk aan onderhevig is.
De overheid toont zich meer en meer als een boef dan een sociaal ingestelde werkgever!.