330 miljoen voor transformatie sociaal ontwikkelbedrijven
De transformatie van sociaal ontwikkelbedrijven vraagt een flinke smak geld.
Het kabinet wil 330 miljoen euro vrijmaken voor de transformatie van sociale ontwikkelingsbedrijven. Dat blijkt uit een brief van minister Schouten aan de Tweede Kamer. Volgens het kabinet is er een gebrek aan een gemeentelijke toekomstvisie. Ook blijkt dat de infrastructuur op veel plekken niet meer passend is vanwege de veranderingen die de Participatiewet heeft gebracht.
Participatiewet
Sinds de invoering van de Participatiewet zijn sociale werkplaatsen steeds meer gericht op het begeleiden van kwetsbare mensen naar de reguliere arbeidsmarkt. De rol van de bedrijven is daarmee veranderd. Echter heeft dit nog onvoldoende geleid tot een aanpassing van de infrastructuur, aldus Schouten. ‘Dit heeft overcapaciteit van organisatievoorzieningen, inefficiëntie en aanzienlijke kosten als gevolg.’ Recent onderzoek, waarover Binnenlands Bestuur in juli al schreef, laat zien dat gemeenten op dit moment tot € 10.000,- per werkplek moeten bijleggen.
Infrastructuur niet aangepast
De ontwikkelbedrijven zijn huiverig geweest om de stelselwijziging die de Participatiewet in de praktijk door te voeren in de vorm van het afbouwen van het oude systeem, zegt het kabinet. ‘Dit omdat deze moeilijk weer kan worden opgebouwd en ook omdat de infrastructuur bewezen heeft belangrijk te zijn voor de werkgelegenheid van mensen voor wie het hebben van werk niet vanzelfsprekend is.’ Maar dit heeft volgens de analyse van het rijk wel tot gevolg dat de kosten hoog blijven en dat de efficiëntie te wensen overlaat.
Te weinig sturing
Tegelijkertijd hebben de lokale overheden ook te weinig richting en sturing gegeven volgens Schouten. Ongeveer 60 procent van de sociaal ontwikkelbedrijven geeft aan geen duidelijk takenpakket te hebben en 46 procent mist een helder toekomstperspectief. ‘Operationele afspraken worden vaak niet nagekomen en ook wordt aangegeven dat de samenwerking niet in alle regio’s optimaal is. Daarnaast ervaren gemeenten en bedrijven soms een gebrek aan kaders vanuit het Rijk.’ Zo wordt de financiering van de Participatiewet als ontoereikend, onduidelijk en complex ervaren.
(Deel)oplossing
Het kabinet heeft verschillende verbeteringsrichtingen onderzocht. Schouten en minister Kaag van Financiën zijn akkoord over één van de scenario’s, zo blijkt uit de onderliggende beslisnota. Het gaat om een soort tussenvariant die een antwoord biedt op een deel van de geconstateerde knelpunten. Gemeenten, en vooral gemeenten die achterlopen, krijgen van het rijk meer sturing en middelen om zo het bereik en de ondersteuning van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te verbeteren.
Kosten
Zo moeten gemeenten duidelijk gaan uitwerken hoe zij werken aan een toekomstbestendige inrichting van de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven. Voor de transformatie naar die toekomstbestendige inrichting in de periode 2025-2034 komt een aanzienlijk bedrag beschikbaar: in totaal bedragen de eenmalige investeringen 330 miljoen. De structurele investeringen bedragen 35 miljoen vanaf 2035. Het oplossen van alle geconstateerde knelpunten zou aanzienlijk meer kosten. Namelijk eenmalig 330 miljoen en daarna 430 miljoen structureel. Die optie heeft echter niet de voorkeur van het kabinet.
Bij de voorjaarsbesluitvorming kunnen de nieuwe plannen pas formeel gemaakt worden.
Reactie Cedris
Cedris, de belangvereniging voor een inclusieve arbeidsmarkt en in het proces gesprekspartner van het kabinet, reageert teleurgesteld op de brief van Schouten. Volgens voorzitter Mohamed el Mokaddem gaan de maatregelen niet ver genoeg. Cedris wil het liefst taakstellingen voor gemeenten en een wettelijke verankering als het gaat om bijvoorbeeld beschut werk.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.