CPB: gemeentefonds kan stabieler
De bekostiging van de gemeenten door het rijk kan stabieler en voorspelbaarder dan met de huidige indexering van het gemeentefonds. Dat stelt het Centraal Planbureau (CPB) in een onderzoek op verzoek van de ministeries van Financiën, Binnenlandse Zaken en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
De bekostiging van de gemeenten door het rijk kan stabieler en voorspelbaarder dan met de huidige indexering van het gemeentefonds. Dat stelt het Centraal Planbureau (CPB) in een notitie op verzoek van de ministeries van Financiën, Binnenlandse Zaken en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Lastig begroten
De ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds – het zogeheten accres – wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens de geldende afspraken – de normeringssystematiek van samen de trap op en samen de trap af – leiden hogere rijksuitgaven tot een hogere uitkering aan gemeenten. Geeft het rijk minder uit dan begroot, dan krijgen gemeenten minder.
De afgelopen jaren bleek dat de toe- af afname van de algemene uitkering lastig te voorspellen was: tussentijds vonden grote bijstellingen plaats. Omdat gemeenten qua inkomsten voor een groot deel afhankelijk zijn van die inkomsten uit het gemeentefonds, maakt die onvoorspelbaarheid het moeilijk om een jaarbegroting op te stellen. Een goed voorspelbare ontwikkeling van de algemene uitkering vergemakkelijkt namelijk het opstellen van gemeentebegrotingen en vermindert de noodzaak tot mogelijk pijnlijke beleidsaanpassingen gedurende het jaar.
Voorbeeld Vlaanderen
Volgens de CPB-notitie is het mogelijk meer stabiliteit in te bouwen in de normeringssytematiek. Het meest stabiel en voorspelbaar is een vast nominaal groeipercentage zoals in Vlaanderen. Een vaste nominale groeivoet komt neer op een jaarlijks in procenten even grote stijging in nominale termen, dat wil zeggen ongeacht de inflatie. Ook een vaste groeivoet aangevuld met de ontwikkeling van de inflatie leidt tot een stabielere ontwikkeling. Het voordeel van het opnemen van de inflatie is bovendien dat gecompenseerd wordt voor eventuele forse prijsontwikkelingen, zodat gemeenten een stabiel reëel uitgavenpatroon kunnen handhaven.
Een vast nominaal groeipercentage zoals in Vlaanderen is volgens de CPB-onderzoekers Annette Zeilstra en Kenny Martens uit het oogpunt van voorspelbaarheid een uiterste. ‘Dat leidt echter niet tot een stabiele reële ontwikkeling. ‘Een stabiele reële ontwikkeling wordt wel bereikt door indexatie op basis van inflatie plus een vaste groeivoet. Deze manier van indexeren leidt bovendien ook tot een beter te voorspellen ontwikkeling van de algemene uitkering dan het gebruik van de huidige normeringssystematiek,’ stellen Zeilstra en Martens deze week in een essay in Binnenlands Bestuur.
Lees het hele essay in Binnenlands Bestuur nr. 19 van deze week.
.
Reacties: 8
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Naar analogie met de bijstandsuitkeringen kun je accressen alleen toepassen op toekomstige boekjaren, bijvoorbeeld t+2.
Ik ken niet zo uit het hoofd het grootste accres dat we ooit beleefd hebben maar op de totale rijksbegroting is het even goed geen grote impact.
De gemeenten moeten even wachten maar weten ieder jaar wel vooraf waar ze aan toe zijn.
@wiersma: Wat u noemt is juist een reden om het belastinggebied wel te vergroten. Nu wordt grosso modo 70% van die 18 mio waar u het over heeft door het rijk betaald via de algmene uitkering uit het gemeentefonds. Moet u eens opletten wat er gebeurt als burgers (en bedrijven) in de gaten krijgen dat het voor heen veel groter deel uit belastingopbrengsten betaald wordt die ze zelf rechtstreeks aan de gemeente moeten betalen.