Advertentie
financiën / Achtergrond

Herverdeling gemeentefonds risico nummer één

Natuurlijk, de coronacrisis zadelt gemeenten op met een heleboel onzekerheid over hun (toekomstige) inkomsten en uitgaven. Maar nog veel meer zorgen maken ze zich over de financiële gevolgen van de herverdeling van het gemeentefonds.

01 mei 2020
Geld-verdelen-shutterstock-205684195.jpg

Corona niet de grootste zorg gemeenten


Dat blijkt uit een peiling van Frontin PAUW in opdracht van Binnenlands Bestuur onder 168 gemeenten – bijna de helft van het totale aantal. Gevraagd naar de risico’s voor de begroting van volgend jaar, noemt slechts één op de tien gemeenten direct aan corona-gerelateerde onderwerpen. Zoals dalende inkomsten uit onder meer toeristen- en parkeerbelasting en stijgende uitgaven voor met name cultuur, sport, bijstand en algemene zorgkosten als grootste bron van onzekerheid.

Heel veel moeite om de corona-kosten bij te houden zeggen de financiële afdelingen overigens niet te hebben. De helft vindt het eenvoudig en een kwart neutraal. Echt lastig vindt een kwart van de gemeenten het. Op de vraag met welk financieel nadeel ze worden getroffen als gevolg van corona zegt 80 procent van de gemeenten het nog niet te weten. De overige variëren van nul euro tot boven de 100 euro per inwoner.

Waar 10 procent van de gemeenten blijkens de peiling het meest bezorgd is over de direct aan corona-gerelateerde kosten, bezorgen de mogelijk dalende accressen als gevolg van de coronacrisis dubbel zo veel gemeenten (20 procent) serieuze hoofdbrekens. Gemeentefondsspecialist Dirk Jans van Frontin PAUW acht dat risico reëel op de langere termijn. Voor de jaren 2020 en 2021 zal dat wel meevallen. ‘Sterker nog, ik houd rekening met een vastgeklikte stand, net als in de jaren 2009 tot en met 2011’, zegt Jans. Niet vastklikken zou immers betekenen dat door de hogere rijksuitgaven in verband met de coronacrisis gemeenten een veel hoger accres tegemoet kunnen zien. Bij hogere rijksuitgaven dan geraamd, krijgen gemeenten volgens de geldende bekostigingssystematiek van samen de trap-op, samen de trap-af namelijk naar rato een hogere uitkering van Den Haag.

Tussenoplossing
Veruit de grootste bedreiging voor de begroting 2021 vormt een niet met corona verband houdende factor: de negatieve herverdeeleffecten als gevolg van het nieuwe verdeelstelsel dat per 2022 ingaat. De helft van de gemeenten bestempelt dat als risico nummer één.

Daarbij zijn overigens wel aanmerkelijke verschillen te zien. Van de kleinere gemeenten schat liefst twee derde een nadelig herverdeeleffect als het grootste risico. Naarmate gemeenten groter worden, neemt de inschatting van het nadeel door herverdeeleffect spectaculair af. Grotere gemeenten blijken veel banger voor de stijgende kosten van het sociaal domein, en met name dan de jeugdzorg.

Op de vraag met welk bedrag – in positieve dan wel negatieve zin – de gemeenten rekening houden bij de herverdeling van het gemeentefonds in 2022, verwacht een kwart er niet op vooruit, maar er ook niet op achteruit te zullen gaan. 40 procent geeft aan het nog niet te weten. Van de overige 35 procent denkt 10 procent een voordeel te halen en 25 procent een nadeel. Zowel de ingeschatte voor- als nadelen schommelen rond de 50 euro per inwoner.

Grote gemeenten boven 75.000 inwoners ramen nog geen of een beperkt voordeel van 25 euro per inwoner, hoewel zij er op basis van prognoses straks toch op vooruit zullen gaan. Onder dat inwonertal tendeert het naar forse nadelen, waarbij de meeste gemeenten uitgaan van een bedrag van 50 euro per inwoner. Dirk Jans vindt het getuigen van goed financieel beleid dat grotere gemeenten hun kruid nog droog houden, nu de resultaten van de herverdeling pas in het najaar bekend worden.

Anderzijds vindt hij het voor kleinere gemeenten nodig om de gemeenteraad alvast mee te nemen in de ontwikkelingen. ‘Een nadelig effect ramen van 100 euro per inwoner is wellicht veel van het goede. De helft ramen is een goede tussenoplossing, aangevuld met vermelding in de risicoparagraaf.’

Uitdelen 'zoet'
Ondanks de vele onzekerheden, komen de meeste gemeenten (65 procent), zoals te doen gebruikelijk, voor de zomer nog met een kader- of perspectiefnota voor de periode 2021-2024. In die nota worden door het college van burgemeester en wethouders de grote lijnen en de prioriteiten van de nieuwe begroting aangegeven. Op basis daarvan geeft de gemeenteraad aan waar meer of minder moet worden uitgegeven, waarna het college aan de slag gaat om die voorstellen uit te werken in de begroting 2021 die in het najaar wordt behandeld.

Nog niet één op de zeven gemeenten stelt deze nota uit tot na de zomer. Van de gemeenten die deze of volgende maand hun kadernota presenteren, geeft twee derde aan er ook nieuw beleid in mee te nemen en wijkt daarmee dus – alle financiële onzekerheden ten spijt – niet af van het normale patroon. Eén op de drie gemeenten actualiseert in de in voorbereiding zijnde kadernota uitsluitend het financieel perspectief.

Opvallend is dat bijna geen enkele gemeente bezig is om, met de raadsverkiezingen 2022 in aantocht, extra nieuw beleid door te voeren in het jaar daaraan voorafgaand. In normale tijden komen juist in dat pré-verkiezingsjaar zogeheten jubel begrotingen veelvuldig voor en wordt uit electorale overwegingen relatief veel ‘zoet’ uitgedeeld.


2019: grote gemeenten in de plus
De coronacrisis raakt ook de jaarrekening 2019. Omdat het COVID-19 virus de voortgang in het opstellen en controle van de gemeentelijke jaarstukken 2019 in gevaar kan brengen, toonde minister Knops van Binnenlandse Zaken zich onlangs al bereid de termijnen voor de aanlevering van de jaarstukken te verlengen.

De overheidsmaatregelen, zoals het thuiswerken en het vermijden van grootschalige bijeenkomsten, verstoren in zijn ogen immers de financiële processen en de verantwoordingsprocessen van de decentrale overheden. De noodzakelijke aanlevering van facturen door zorgaanbieders zouden bijvoorbeeld problemen kunnen opleveren voor de tijdige afgifte van de accountsverklaring. Blijkens de peiling van Frontin PAUW in opdracht van Binnenlands Bestuur is er op dat vlak sprake van een diffuus beeld. Meer dan de helft weet het nog niet. Met name grotere gemeenten zeggen weinig tot geen problemen te verwachten.

Op de vraag of corona effect heeft op de planning van controlewerkzaamheden door accountant antwoordt een derde van de gemeenten het nog niet te weten, een derde antwoordt bevestigend en een derde zegt nee. Ook hier weer zijn het vooral grotere gemeenten die ‘nee’ zeggen. Blijkens het onderzoek denken veruit de meeste gemeenten, ondanks alle ongemak, de jaarstukken wel tijdig te kunnen indienen. Ruim driekwart zegt ze voor de normale deadline van 15 juli bij de provincie te kunnen hebben. Slechts een handjevol gemeenten – 3 procent – geeft aan die termijn niet te halen, de rest kan er nu nog geen uitsluitsel over geven.

Kijkend naar de te verwachten resultaten over 2019 zijn iets meer gemeenten positief dan negatief – respectievelijk 55 en 45 procent. Het voordeel valt vooral bij de grote gemeenten met 100.000 en meer inwoners: 85 procent van die gemeenten rekent op een positief resultaat, met hier en daar grote uitschieters die oplopen tot boven 100 euro per inwoner.


Verantwoording: De enquête van Frontin PAUW in opdracht van Binnenlands Bestuur werd gehouden van 7 tot 22 april. Aan het onderzoek deden 168 gemeenten mee. Lees verder vanaf pagina 37


Afbeelding

(Klik op de afbeelding voor een vergroting)


Afbeelding

(klik op de afbeelding voor een vergroting)


Afbeelding

(klik op de afbeelding voor een vergroting)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie