Groeten uit de rimboe
De ‘romantische boekhouder’ Gerrit Zalm heeft tijd gemaakt om een mooie biografie te schrijven. Het is een must voor de liefhebbers van begrotingspolitiek, anderen vinden helaas minder van hun gading. Vierhonderd bladzijden blijken zelfs niet genoeg om echt inzicht te krijgen in leven en werk van de langstzittende minister van Financiën die Nederland ooit gekend heeft.
Zo worden Zalms leven en persoonlijke drijfveren selectief belicht. Zijn biografie lijkt wel openhartig, maar er resteert veel giswerk. Werkte zijn ongelovigheid na een streng apostolische opvoeding door in zijn toetreden tot Paars? Hoe werkte het ooit eerder verwisselen van de PvdA voor de VVD door in zijn paarse ministerschap? Wat betekende zijn visie op emancipatie en integratie in de Ayaan-perikelen? Wat is zijn motief om nu van de publieke sector naar De Bank te gaan?
Zalm als persoon blijft kortom onderbelicht, ook omdat De romantische boekhouder een inhoudelijk boek is dat eigenlijk in hoofdzaak gaat over de Nederlandse begrotingspolitiek in de laatste dertig jaar. Dat is overigens niet erg, want hij heeft veel te vertellen. In de jaren zeventig ontdekte Nederland - met Zalm als jonge ambtenaar op Financiën in coltrui en met een gilet - de grenzen van de staatsomvang. De jaren tachtig begonnen daarna met een staatsomvang van tweederde van het nationaal inkomen waarna een enorme herijking volgde van staatstaken - met Zalm als een van de architecten hiervan als directeur bij Economische Zaken.
De jaren negentig tot de bankencrisis najaar 2008 zijn gekenmerkt door een verdere terugdringing van de staatsomvang, met Zalm als CPB-directeur en daarna (1994-2007) als langstzittend minister van Financiën. Zowel bij de koersbepaling (de verzorgingsstaat saneren en Nederland klaarmaken voor de komende vergrijzing), als de instrumentatie daarvan (een samenhangend pakket van begrotingsspelregels: de Zalmnorm) en het spel zelf (het soebatten tussen vakminister en schatkistbewaarder) zat hij op de eerste rij. Beter nog, zat hij aan het stuur. En zijn bewezen talent is dat hij eerst een koers en visie ontwikkelde, dit vertaalde in een tactiek en die vervolgens zelf uitspeelde. Dat is weinigen gegeven.
Is er dan geen kritiek mogelijk? Natuurlijk. Begrotingspolitiek beheerste hij als geen ander maar ook daarin opereerde hij niet feilloos. De conjunctuur - en sommige politici - blijken nu eenmaal moeilijk grijpbaar. Ook de ‘kleine’ politiek (ontijdige ophef over vermeende OZB-stijgingen gemeenten) en de grote politiek lag hem soms minder. Zo ontbreekt helaas in het boek een gezaghebbende duiding van de noodzaak van de Irak-oorlog en ontplofte de VVD onder zijn vice-MPschap bijna in de kwestie Verdonk-Ayaan. Geen volmaakte politicus dus (maar wie is dat wel) en geen compleet boek kortom, maar desondanks prijzenswaardig.
Fortuyn
Helaas ontbreekt een aantal belangrijke thema’s en personen. Over het antipaarse sentiment en de opkomst van en moord op Fortuyn vermeldt Zalm alleen dat hij er in Fortuyns boek De puinhopen van paars ‘als enige minister goed afkomt’. Een meer inhoudelijke reflectie zou niet hebben misstaan. Anderen als Balkenende (die hij op de kast kreeg met de mislukte Yab Yum-mop) en vooral Bos komen er te bekaaid af. Het grapje dat Bos op zijn eerste week als staatssecretaris onder Zalm een briefje ontving - Van ‘The Boss’ aan Bos’ is ongeveer alles. Hier zal zich wel wreken dat het nu minister Bos is die bankier Zalm de baas is.
Het boek is tot slot ook te lezen als een verslag uit ‘The village’. Dat is de naam die onderzoekers Heclo en Wildavsky ooit gaven aan het Britse ministerie van Financiën. Ze beschreven Financiën antropologisch als een dorpje in de rimboe. Met eigen manieren, gebruiken, taal en kleding. Met ongeschreven maar sterke codes, een duidelijke ‘Wij-Zij-cultuur (het personeelsblad heet al decennia WIJ van Financiën), een hoog esprit de corps en een sterke interne cultuur.
Ik weet ervan omdat ik zelf lang op Financiën werkte. Zo gaf Zalm als net aangetreden minister eens - tegen onze ambtelijke adviezen in - toe aan een verzoek voor een hoger OV-budget. Daarna volgde direct een bezoek van mijn boze baas -met mij- aan de nieuwe minister. ‘Maar Gerrit, je bent toch (…) Sinterklaas niet’!, wierp hij hem voor de voeten. Later schreef hij deze boosheid ook nog eens van zich af aan de nieuwe minister hetgeen Zalm ook aanhaalt in het boek. ‘Maar WIJ bij de Inspectie der Rijksfinanciën hebben WEL sterke knieën’!, aldus de furieuze ambtenaar. Zalm schrijft er begrip voor te hebben maar ging terecht zijn eigen weg. Heel kritisch kortom intern, maar één naar buiten toe.
Geen wonder zo bezien dat Zalm zich ook in het boek ‘afzet’ tegen andere departementen. Justitie is traag. Andere overvragen altijd. En Zalm schrikt van zijn eerste dagen op Economische Zaken. Er blijkt geen werk voor hem. Er circuleren lijstjes van slimme fiscale aftrekposten. Sterker nog, Zalm wordt ongelovig aangestaard als hij als enige zijn huis niet zwart blijkt te laten schilderen. Dat wou hij blijkbaar 25 jaar na dato nog even kwijt. Er gaat nog steeds niets boven het dorpje Financiën. Misschien moeten we een terugkeer in de toekomst (Zalm is pas 57) niet uitsluiten.
Ton Bestebreur is verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en columnist van Binnenlands Bestuur
De ‘romantische boekhouder’ door Gerrit Zalm; Uitgeverij Balans, maart 2009, ISBN- 13: 9789050188838
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.