Prijs beste rekenkamerrapport voor Utrecht

De rekenkamer van de gemeente Utrecht heeft de Goudvink 2022 gewonnen, de prijs voor het beste rekenkamerrapport. Onderwerp van onderzoek was de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoedbezit. De Goudvink is de jaarlijkse prijs van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR). Dit jaar dongen 17 gemeentelijke, provinciale en waterschapsrekenkamers mee naar de prijs.

Grote woorden

De jury prees de manier waarop de Utrechtse rekenkamer erin was geslaagd een zo breed thema als verduurzaming concreet te maken aan de hand van een onderzoek naar de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed. De hoofdconclusie was volgens juryvoorzitter Koos Jansen – burgemeester van Zeist – behalve glashelder ook schokkend. De onderzoekers ontdekten namelijk dat er maar 2 panden waren verduurzaamd, waar dat er – volgens de ambities – er 57 hadden moeten zijn. De onderzoekers gaven het rapport dan ook de treffende titel Onbegonnen werk mee. Lof was er voor de manier waarop de rekenkamer ‘de grote woorden en beloften’ van het stadbestuur op hun werkelijke waarde wist te toetsen. Met name de financiële onderbouwing rammelde: er was 2 miljoen euro gereserveerd, terwijl er volgens een door de onderzoekers geraadpleegde expert 100 miljoen nodig was.

Vies onderwerp

De rekenkamer Nijmegen, behoorde net als vorig jaar, opnieuw tot de genomineerden. Dit keer met een rapport over de kwaliteit van gescheiden ingezameld huishoudelijk afval in de stad. ‘Een ‘vies’ onderwerp dat met hapklare brokjes appetijtelijk werd geserveerd’, aldus Jansen. De onderzoekers concludeerden dat de gemeente weliswaar kampioen gescheiden inzamelen is, maar dat het succes van afvalbeleid niet moet worden afgemeten aan de hoeveelheid ingezameld restafval en het scheidingspercentage. Die cijfers zeggen niets over de kwaliteit en de mate waarin de gescheiden ingezamelde stromen daadwerkelijk worden hergebruikt.

Aanzienlijke uitval

Bij glas en oud papier bleek de uitval beperkt – de hergebruikspercentages daarvan liggen bijna op 90 procent. Maar bij GFT, plastic en textiel is de uitval echter aanzienlijk: rond de 50 procent. Op die manier gaat het volgens de rekenkamer Nijmegen niet lukken de doelstelling voor de hoeveelheid restafval en de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval voor 2025 te realiseren, en gelijktijdig het hergebruik fors te verhogen. En daarmee komt ook de realisatie van de doelstellingen voor de Circulaire Economie in 2030 in gevaar.

Twee andere genomineerden waren de rekenkamer Vijfheerenlanden met een onderzoek naar de weerbaarheid tegen zorgfraude en de provinciale Rekenkamer Oost naar het tegengaan van leegstand en het vitaal houden van gemeenten in Gelderland en Overijssel.