Twijfel over optimale inzet EU-subsidies in Nederland
Ontvangers van EU-subsidies hoor je niet klagen. Of de besteding ervan Nederland ook vooruit helpt, vraagt de Algemene Rekenkamer zich af.
Van de ruim 7 miljard euro die Nederland in de periode 2014-2020 uitgaf aan EU-subsidies is grotendeels onduidelijk of dat geld goed is besteed. In Brussel noch Den Haag heeft men daar zicht op. Dat concludeert de Algemene Rekenkamer in het onderzoek Toegevoegde waarde EU-subsidies in Nederland. De Rekenkamer onderzocht zes van de acht fondsen.
Tevreden bedrijven
Nederlandse ontvangers tonen zich volgens dat onderzoek tevreden over de EU-subsidies. Voor een grote meerderheid van de bijna 1.300 subsidieontvangende bedrijven en organisaties die een enquête van de Algemene Rekenkamer hebben ingevuld, staat buiten kijf dat de EU-subsidie een verschil voor hun project maakte. Dankzij de EU-subsidies zeggen negen van de tien respondenten bijvoorbeeld een project sneller te zijn gestart of grootschaliger te hebben opgezet. Van de aanvragers die niets kregen, staakte de helft het project.
ESF positieve uitzondering
Waar ontvangers tevreden mogen zijn, geldt dat volgens de onderzoekers in mindere mate voor de subsidieverstrekkers en -verdelers. Met uitzondering van de 0,5 miljard euro aan subsidies die via het Europees Sociaal Fonds (ESF) zijn verdeeld, weet de Nederlandse overheid weinig over welke resultaten met de EU-subsidies zijn behaald. Het ontbreekt op landelijk niveau aan een goede inhoudelijke onderbouwing hoe beschikbare budgetten uit de EU-fondsen zouden moeten worden verdeeld over maatregelen en/of regio’s. ‘Ook is de sturing hoe het geld ingezet kan worden met de meeste toegevoegde waarde onvoldoende’, stelt de Algemene Rekenkamer.
Regionale economie
Een andere vraag die de Algemene Rekenkamer opwierp is of de beschikbare budgetten van de verschillende EU-fondsen wel hielpen om de grootste nationale uitdagingen het hoofd te bieden. De onderzoekers namen een aantal nationale programma’s onder de loep, zoals onder andere regionale economie, arbeidsparticipatie, het voorkomen van uitsluiting en de opvang van asielzoekers. Omdat het nogal eens ontbreekt aan een probleemanalyse of inhoudelijke onderbouwing, is vooraf niet aannemelijk gemaakt waar de meeste toegevoegde waarde met het EU-geld kan worden behaald. Criteria voor de verdeling van EU-geld blijken soms simpelweg gekopieerd uit vorige programmaperiodes. Het accent ligt vooral op bijhouden of al het beschikbare geld wordt uitgegeven wordt.
Administratieve lasten
De Algemene Rekenkamer beveelt aan om binnen de EU-programma’s als Nederland eigen indicatoren op te stellen, die beter inzicht geven in de feitelijk behaalde resultaten. Nu worden op EU-niveau indicatoren vastgesteld om prestaties en effecten bij te houden. De reden dat de EU kiest voor gemeenschappelijke indicatoren is dat de Europese Commissie op die manier een beeld voor de EU als geheel kan krijgen. ‘Maar op het niveau van de lidstaat zijn ze vaak weinig behulpzaam’, aldus de Rekenkamer. De verantwoordelijke ministers reageren afhoudend op dat voorstel. Zij vrezen namelijk een toename van de toch al behoorlijk grote administratieve lasten die bij EU-subsidies komen kijken.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.