Gemeentefonds kan worden gekort
Wat doen gemeenten jaarlijks met de 18 miljard euro uit het gemeentefonds? Die vraag leidt meestal tot antwoorden in de vorm van cijfers. Voor die 18 miljard euro leveren de gemeenten 120.000 kilometer gemeentelijke wegen, bouwen ze basisscholen voor anderhalf miljoen leerlingen, administreren ze 350.000 bijstandsuitkeringen, gaat de brandweer af op 110.000 brandmeldingen, zijn er 20.000 theatervoorstellingen voor 3 miljoen bezoekers, lenen bibliotheken 100 miljoen boeken uit, en organiseren de gemeenten één verkiezing per jaar. Is dat veel, is dat weinig? Is dat meer of minder dan verwacht? Daar is geen antwoord op te geven.
Net zo interessant als de vraag ‘hoe veel’ is de vraag ‘hoe goed’. Hoe is de kwaliteit van de voorzieningen die de gemeenten leveren? Het Rijk heeft dat laten onderzoeken. Van elk beleidsterrein is de kwaliteit van de voorzieningen (hoog of laag) vergeleken met het bedrag (veel of weinig) dat de gemeenten daaraan besteden. Zo ontstonden vier categorieën beleidsterreinen. Ten eerste zijn er beleidsterreinen waar gemeenten hoge kwaliteit leveren voor weinig geld. Een bekend voorbeeld zijn de schoolgebouwen. Door het geld voor de schoolgebouwen efficiënt te besteden zien de schoolgebouwen er nu veel beter uit dan toen het ministerie van Onderwijs er nog verantwoordelijk voor was.
De rekenmeesters van het Rijk concluderen dat er voor deze beleidsterreinen te veel in het gemeentefonds zit. Daar kan op worden gekort. Ten tweede zijn er beleidsterreinen waar gemeenten hoge kwaliteit leveren, en daar veel geld in steken. Een bekend voorbeeld zijn theaters en schouwburgen. Deze keuze voor luxe is een gemeentelijke keuze, die hoeft het Rijk niet te bekostigen. Als de gemeenten geld willen uitgeven aan cultuurpaleizen, dan moeten ze daar maar ozb voor vragen. De hoge uitgaven op deze beleidsterreinen kunnen dus ook worden gekort.
Ten derde zijn er beleidsterreinen waar de gemeenten lage kwaliteit leveren, ook al steken ze er veel geld in. Re-integratie is het bekendste voorbeeld. Het ontbreekt hier duidelijk aan efficiëntie. Wat de gemeenten nodig hebben, is een prikkel tot reorganisatie. Een korting op het gemeentefonds voor deze beleidsterreinen kan deze prikkel geven. Die korting is gerechtvaardigd, om de inefficiëntie op deze beleidsterreinen weg te snijden. Want waarom zou het Rijk de gemeenten blijven betalen voor inefficiëntie?
Ten slotte zijn er beleidsterreinen waar de gemeenten lage kwaliteit leveren, omdat ze er weinig geld aan besteden. Het onderhouden van bestemmingsplannen is hier een voorbeeld van. Blijkbaar neemt de maatschappij genoegen met die lagere kwaliteit. Ook voor deze beleidsterreinen kan het gemeentefonds worden gekort. Waarom zou het Rijk immers meer aan de gemeenten geven dan ze zelf willen uitgeven? De conclusie is dus dat het gemeentefonds gekort kan worden, ongeacht of de gemeenten veel of weinig besteden en ongeacht de kwaliteit van de voorzieningen. Deze redeneringen gaan we komend jaar nog veel horen. Ik wens u daarom vooral een goedkoop 2012!
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.