Gemeente dwingt stratenmakers nog te vaak op de knieën
Machinaal bestraten verzacht het werk van stratenmakers aanmerkelijk, maar dat wordt door opdrachtgevers, meestal gemeenten, te vaak onmogelijk gemaakt, vindt de Arbeidsinspectie.
Stratenmaken: het is hét standaardvoorbeeld van een zwaar beroep. Al ver voor hun pensioen haken veel stratenmakers af met versleten knieën en ruggen. De arbeidsinspectie gaat daarom vanaf volgende maand streng controleren of gemeenten het machinaal bestraten wel mogelijk maken. Landelijk projectleider bij de inspectie Dick Juffermans: ‘Machinaal stratenmaken moet de norm zijn. Werken ‘onder de hamer’ willen we zo veel mogelijk uitbannen en opdrachtgevers hebben hierin een belangrijke verantwoordelijkheid.’
Sinds dit jaar zijn de normen aangescherpt: machinaal werk is voor alle werken in principe de standaard, behalve als het echt niet kan. Tot voor kort gold dat alleen voor werken groter dan 1500 vierkante meter. Maar in de praktijk kwam het er toen om allerlei redenen vaak al niet van. Het loopt nogal eens stuk op gebrekkige voorbereiding door de gemeenten, legt Juffermans uit. Die staan er niet of te weinig bij stil dat zij in hun opdracht bepalen of machinaal werken al dan niet mogelijk is.
‘Een gemeente bepaalt bijvoorbeeld dat steeds niet meer dan 30 meter van de straat open mag liggen. Dat is te weinig om machinaal te kunnen bestraten. Het komt ook voor dat tegelpakketten worden besteld die niet voor de machine geschikt zijn. Of ze ontwerpen een stoep die te nét te smal is voor een machine.’ De brancheorganisatie legde in een document vast in welke situaties machinaal werken wel of niet mogelijk is. Vanaf april worden opdrachtgevers verplicht om die regels toe te passen. De Inspectie gaat daarop ook speciaal controleren, waarschuwt Juffermans.
Hardleers
Gemeenten moeten vanaf april in voorbereidende fase een zogenaamd ‘Straatwerkplan’ te maken, waarin ze vastleggen welke onderdelen van het werk wel en niet machinaal kunnen worden gedaan. Het handwerk helemaal verbieden kan niet, zegt Juffermans.
‘Maar door dat werkplan worden ze in ieder geval wel gedwongen stil te staan bij machinaal werken en daarmee de werkomstandigheden van de uitvoerders. Nu is het ook nog wel eens aantrekkelijk voor gemeenten om bedrijven in te huren die helemaal “onder de hamer werken”, omdat die hun diensten goedkoper aanbieden. Als ze in het bestek moeten opnemen wat er machinaal dient te gebeuren, valt die concurrentiegrond ook weg.’
Uit onderzoek van de inspectie in 2008 bleek dat de helft van de gemeenten bij het ontwerpen van de te bestraten ruimte en bij de aanbesteding nog geen rekening hield met de werkomstandigheden van de stratenmakers. Toen zijn gemeenten al gewaarschuwd dat ze dat volgens de Arbowet wel verplicht zijn. Bij zo’n vijftig hardleerse gemeenten zijn ‘stevige brieven’ neergelegd, zegt Juffermans. Die gemeenten kunnen in ieder geval op een bezoek rekenen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.