Advertentie
financiën / Nieuws

‘Geld gemeenten veiliger bij Financiën’

Het spaargeld van lagere overheden is in betere handen bij het ministerie van Financiën omdat zij de expertise missen. ‘Paniekvoetbal’, meent de VNG.

17 oktober 2008

Verwijten wil Pierre Heijnen niet maken richting gemeenten die, omdat ze hun spaargeld hadden gestald op een hoog renderende buitenlandse bank, miljoenen hebben verloren in de kredietcrisis. Het PvdA-Tweede Kamerlid gaat er althans vanuit dat ze te goeder trouw en volgens de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) hebben gehandeld en dus alleen geld hebben gestoken in kredietwaardige banken. Die wet is niet zo slecht, vindt hij. Aanscherping van de regels voor sparen en beleggen acht hij onnodig. Ook de provincies als toezichthouders op de gemeentefinanciën treft geen blaam.

 

‘Ik zet wel vraagtekens bij de capaciteit en kwaliteit van de treasury-functies bij gemeenten en provincies. Uit onderzoek van een tijdje geleden bleek dat bij provincies niet erg goed geregeld. Ik heb dat vervolgens zelf getest bij gemeenten. Daaruit bleek dat de functie van treasurer vaak een klusje erbij is voor iemand op de financiële afdeling. Dat geldt niet voor de grote steden’, zegt de oud-wethouder van Den Haag. ‘Maar vooral van kleinere gemeenten mag je eenvoudigweg niet hetzelfde verwachten.’

 

Heijnen pleit ervoor de treasury van gemeenten uit te besteden aan het ministerie van Financiën, zoals dat al gebeurt voor zbo’s en de politie. Het is in zijn ogen niet alleen veiliger, er is ook een efficiencyslag te behalen. ‘Bij meer massa, is de kans op een hoger rendement groter. Als je het centraal doet , kun je beter op de duurzaamheid van beleggingen letten. Je kunt voorkomen dat je als overheden investeert in bijvoorbeeld clusterbommen’, zegt Heijnen.

 

Pech

 

Op Binnenlandse Zaken is er volgens hem animo voor zijn voorstel, ‘want ik kan me niet voorstellen dat het ministerie voor niets een inventarisatie laat maken welke decentrale overheden geld hebben uitstaan bij buitenlandse banken die in problemen zijn geraakt. Ik maak daaruit op dat het ministerie bereid is maatregelen te treffen- of minstens te overwegen - om risico’s die decentrale overheden lopen met het beheer van hun financiën te verkleinen’.

 

In de Tweede Kamer krijgt hij steun van Kees Vendrik (Groen-Links). Die stelt voor een plan van oud-minister Zalm (Financiën) van stal te halen, die tijdens zijn bewind poogde gemeenten te verplichten alleen bij de Nederlandse Staat te bankieren. Toen hield de Tweede Kamer dat tegen. Vooralsnog lijkt minister Bos meer te voelen voor de verplichtinig decentrale overheden alleen te laten bankieren bij de Staat, de BNG of de Waterschapsbank.

 

Namens de VNG spreekt directievoorzitter Pans over ‘paniekvoetbal’. Hij prijst de gemeentelijk treasury-afdelingen juist omdat ze de afgelopen jaren zulke hoge rendementen haalden, ‘een veelvoud van de nu geleden verliezen’. Het overhevelen van het financieel beheer van gemeenten richting rijk is volgens Heijnen ‘één van de lessen die we moeten trekken uit de crisis’. 

 

Dat soort conclusies gaat VU-professor Jan Hendrik de Ru te ver. Volgens de specialist economisch bestuursrecht is er ‘niks mis mee’ dat provincies en gemeenten beleggen of sparen. ‘Zolang dat maar gebeurt volgens de regels van de wet Fido, bij instellingen die ondertoezicht staan, onder andere van de Nederlandse Bank’, zegt hij.

 

‘Het is jammer dat gemeenten het geld voor een deel kwijt zijn. De wet Fido steekt volgens hem goed in elkaar, maar het zijn volgens hem buitengewone tijden, waarin buitengewone dingen gebeuren, zoals het feit dat de wettelijk vereiste A-rating ineens niet meer toereikend blijkt. Op grond van die a-typische situatie ingrijpende structurele maatregelen nemen, acht hij niet wijs. ‘Voor de gedupeerde gemeenten is het ‘helaas, pindakaas. Een kwestie van botte pech’, zegt hij.

 

Kunstje

 

Volgens Erik van Marle, directeur van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement, is het een slecht plan om het ministerie van Financiën verantwoordelijk te maken voor het financieel beheer van gemeenten. ‘De verantwoordelijkheid voor risico’s hoort daar te liggen waar ze gelopen worden. Daar kun je de oorzaken het beste beheersen’, zegt hij. In de praktijk werkt het volgens hem ook niet als treasury door Financiën wordt gedaan. Een gemeente die geld nodig heeft voor een project, moet daar snel over kunnen beschikken. ‘De boel vertraagt enorm als het via Financiën loopt’, zegt Van Marle. Hij raadt gemeenten wel aan hun treasury-statuten tegen het licht te houden. ‘In menig statuut staat nog dat geld bij iedere bank met een A-rating kan worden gestald. Het lijkt mij verstandig dat te verhogen naar Triple-A’, zegt Van Marle. ‘Of je schrijft een spreiding van je vermogen voor over vijf banken met een A-rating. Hoe dan ook, pas je statuten aan aan de tijd.’

 

Actief treasury-beleid staat alleen hoog op de risico-agenda in gemeenten die veel aan projectontwikkeling doen. Maar daarmee is geenszins gezegd dat ze het kunstje beheersen. Van Marle: ‘Er is te weinig expertise in huis en maar weinig gemeenten huren die extern in.’

 

Overheden in crisis

 

Welke gemeenten, provincies en andere overheden hebben geld uitstaan bij banken in IJsland of de Verenigde Staten en dreigen dit geld nu kwijt te zijn? Zie voor de laatste ontwikkelingen www.binnenlandsbestuur.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie