Geen goedkoop geld voor gemeenten
Gemeenten en provincies mogen geen geld lenen bij de schatkist, heeft het demissionaire kabinet besloten. Zonder leenfaciliteit is de belangstelling voor bankieren bij de staat gering.
Lenen bij de schatkist zou voor decentrale overheden goedkoper zijn dan lenen bij de bank, maar verlaagt omzet en winst van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Nederlandse Waterschapsbank (NWB), zo blijkt uit onderzoek van Rebel Group Advisory. Decentrale overheden en het Rijk zullen daar als aandeelhouder van die banken negatieve financiële gevolgen van ondervinden. Net als de overblijvende klanten van de sectorbanken, zoals corporaties en zorginstellingen. Die moeten voor dezelfde diensten meer gaan betalen.
Bij BNG en NWB is het besluit van het kabinet met instemming begroet. ‘Het was nog beter geweest als het besluit van het kabinet een definitief karakter had gehad,’ zegt BNG-bestuurder John Reichardt. ‘Nu wordt de mogelijkheid opengelaten dat een volgend kabinet een ander besluit neemt, waardoor de kwestie toch een beetje boven de markt blijft hangen.’
De suggestie van de onderzoekers om als alternatief schatkistbankieren onder te brengen bij de sectorbanken, maakt weinig enthousiasme los bij Reichardt. ‘Los van het feit dat we dan een soort administratiekantoor worden, vraag ik me af of dat van de Europese mededingswetgeving mag. Wij zitten er niet op te wachten.’ De discussie over schatkistbankieren speelt sinds oktober 2008, toen bleek dat diverse lagere overheden tientallen miljoenen euro’s hadden geparkeerd bij onbetrouwbare IJslandse banken.
Toenmalig minister van Financiën Bos stelde destijds dat die problemen voorkomen hadden kunnen worden met schatkistbankieren. Bij schatkistbankieren fungeert het ministerie van Financiën als bank. Overheidsinstellingen brengen er al hun geld onder en kunnen er ook geld lenen. Schatkistbankieren is verplicht voor onder meer sociale fondsen, ministeries en rechtspersonen met een wettelijke taak, zoals CBS, politieregio’s, UWV en Rijksgebouwendienst. Decentrale overheden kunnen sinds 2004 hun geld bij de schatkist onderbrengen, maar maken daar amper gebruik van. Omdat lenen niet mogelijk is en omdat de rente op deposito’s in de schatkist lange tijd niet concurrerend was met die van commerciële banken.
Hectisch
Uit het vorige week verschenen rapport van Rebel blijkt dat de publieke sector in zijn geheel waarschijnlijk niets opschiet als decentrale overheden ook kunnen lenen bij de staat. Gemeenten met veel leningen zouden er voordeel van hebben, maar de nadelen voor de sectorbanken, hun aandeelhouders en hun resterende klanten kunnen die positieve effecten teniet doen.
‘Alle zorgen die wij eerder hebben geuit over de risico’s van schatkistbankieren worden door dit rapport bevestigd,’ zegt financieel deskundige Kees Huisman van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. ‘Invoering van schatkistbankieren kan gemeenten veel geld kosten. Zeker nu de kapitaalmarkt nog zo hectisch is, moet je geen grote stelselwijzigingen doorvoeren.’
De Unie van Waterschappen en het Interprovinciaal Overleg waren evenmin voorstander van vrijwillig schatkistbankieren. ‘Invoering van schatkistbankieren met leenfaciliteit zou de in 60 jaar door alle overheden opgebouwde marktordening met twee sectorbanken in gevaar brengen,’ aldus de Unie.
De voordelen voor de staat van schatkistbankieren, zoals Wouter Bos die anderhalf jaar geleden benoemde, worden in het rapport niet bevestigd. Als decentrale overheden geld kunnen lenen via schatkistbankieren, kost dat de staat zelfs geld. En dat terwijl schatkistbankieren momenteel jaarlijks 200 miljoen euro voordeel oplevert voor de staat.
Het verschil schuilt ‘m in het renterisico. De staat dekt dat nu niet af, vanwege de relatief geringe omvang van schatkistbankieren in verhouding tot de totale staatsschuld. Als decentrale overheden echter op grote schaal geld lenen én onderbrengen bij het Rijk, moet dat risico wel worden afgedekt en vervalt het financiële gewin.
Een belangrijk voordeel voor het Rijk is dat de staatsschuld behoorlijk omlaag gaat als alle decentrale overheden zouden schatkistbankieren. Nu worden de leningen bij banken van decentrale overheden wel meegerekend bij de EMU-schuld, maar de uitgezette tegoeden bij banken niet. Bij schatkistbankieren komt dat uitgezette geld terecht bij het Rijk en mag dat tegoed van naar schatting 20 miljard euro van de totale schuld worden afgetrokken. De EMU-schuld zou dan met 6 à 7 procent dalen.
Het Rebel-onderzoek noemt deze verlaging een politieke keus, die losstaat van de financiële effecten voor de publieke sector. Met het kabinetsbesluit van vorige week lijkt de discussie over schatkistbankieren voor decentrale overheden gesloten. Voor gemeenten blijft schatkistbankieren amper interessant als er geen geld geleend kan worden. Alleen de provincie Noord-Holland zet sinds kort al zijn geld weg bij Financiën; een direct gevolg van het debacle met de IJslandse tegoeden. Groningen en Drenthe willen een deel van hun reserves onderbrengen bij de staat.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.