Advertentie
financiën / Nieuws

Eenderde budget lagere overheden blijft onbenut

Het is verre van uitzonderlijk dat gemeenten en provincies dertig procent van de geraamde investeringen niet plegen. Onderbesteding is een structureel probleem bij de lagere overheden.

29 mei 2009

Structurele onderbesteding
Limburg, zo blijkt uit het meest recente onderzoek van de Zuidelijke Rekenkamer, heeft vorig jaar tachtig miljoen euro overgehouden omdat geplande projecten niet tot uitvoering kwamen. Dat is eenderde van het geraamde resultaat. De onderbesteding was er de afgelopen vijf jaar structureel.

Optimistische planning
In Brabant, Gelderland en Overijssel is daar volgens rekenkameronderzoek ook sprake van, zij het in iets mindere mate. Grote steden doen daar blijkens onderzoek van Otto Paans niet voor onder. Den Haag hield de afgelopen jaren telkens ruim meer dan dertig procent over van het investeringsbudget. Rotterdam gaf in 2006 zelfs twee derde van het door de raad beschikbaar gestelde geld niet uit. Oorzaak nummer één is een te optimistische planning.

Lees hier de column Foutje van 500 miljoen, uit Binnenlands Bestuur nummer 22, 29 mei 2009
Lees hier de analyse De klos met Bos, uit Binnenlands Bestuur nummer 22, 29 mei 2009

 

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Ruud Grondel / wethouder
Dit is weer typisch accountantspraat. Vertraging, die overigens vaak geen vertraging is, maar ingeschat, want zonder besluit in het investeringsplan start de voorbereiding niet, is niet hetzelfde als de investering niet plegen.
Gevaarlijke accountantspraat, omdat het beeldvormend is op een onvolledige manier.
Matthijs Wachtmeester / sr. medewerker p & c
Wanneer het gaat over de uitputting en onderuitputting van budgetten voor investeringen en projecten is het gevaarlijk om conclusies te trekken wanneer de beoordelingstermijn maar één jaar is. Deze bestedingen kennen altijd een naijl ten opzichte van de planning, op jaarbasis inderdaad aan te duiden al onderuitputting. Maar wanneer die onderuitputting niet toeneemt van jaar op jaar betekent dat niet anders dan dat de budgetten wel degelijk besteed worden en dus niet onbenut blijven. Hooguit kun je je dan ergeren aan de vertraging bij de realisatie van de projecten.
De in het artikel gehanteerde term structureel vind ik helemaal gevaarlijk, want die kan leiden tot verkeerde en misplaatste conclusies.
Stel dat een gemeente een jaarlijks investeringsbudget heeft van € 100 miljoen voor de jaren 2008 t/m 2014 en dat de "structurele" onderuitputting € 30 miljoen bedraagt. Dat betekent dat in 2008 € 70 van de € 100 miljoen is besteed, in 2009 wordt € 170 van de € 200 miljoen besteed en uiteindelijk in 2014 wordt € 670 miljoen van de beschikbare € 700 miljoen besteed.
De onderuitputting is dan niets anders dan een boeggolf die de gemeente voor zicht uit duwt. Alle projecten en investeringen worden gerealiseerd, zij het in een iets ander ritme dan de jaarlijkse cyclus van begroting en jaarrekening. En dat is een heel andere conclusie dan dat de investeringen niet gepleegd worden, zoals in de eerste zin van het artikel wordt gesteld.
Advertentie