Decentralisatie
Voorzetten voor decentralisatie heet het VNG-rapport dat de mogelijke taken op een rij zet die van rijk en provincies richting gemeenten kunnen. De inventarisatie dient als startpunt voor de taakgroep decentralisatie onder leiding van Ed d'Hondt.
Tientallen taken kunnen blijkens het rapport net zo goed, zo niet beter, door gemeenten ter hand worden genomen: de uitvoering van de Awbz, de jeugdzorg, kunst- en cultuurbeleid, de huurtoeslag, de ww, het verstrekken van omgevingsvergunningen tot en met zowat alle uitvoerende taken voor natuur, agrarische aangelegenheden, waterschapswegen en -keringen. Uitgangspunt is dat alle gemeenten - of het nou gaat om Losser of Amsterdam - straks exact hetzelfde takenpakket moeten hebben.
Zelfs als ook maar een kwart van al deze taken straks daadwerkelijk wordt gedecentraliseerd, zijn ernstige capaciteitsproblemen te voorzien. Nu al hebben (vooral kleine) gemeenten moeite met het aantrekken - en behouden - van personeel. Schaalvergroting lijkt dus de meest voor de hand liggende oplossing. Toch is dat volgens het VNG-rapport helemaal niet nodig: met lenen bij en leunen op de buurgemeenten zouden ook de allerkleinsten een heel eind moeten kunnen komen. Dat er op die manier veel louter lege hulzen overblijven, wordt niet als een probleem gezien. Evenmin als over het gebrek aan democratische legitimatie. Althans, er wordt in het geheel niet over gerept.
Onbeantwoord blijft ook het antwoord op de vraag die mij na lezing van het rapport bleef bezighouden: als alle gemeenten alles moeten kunnen, waarom mogen ze dan niet in vrijheid hun salarisschalen oprekken? Wettelijk kan het nog niet, maar daar valt wat aan te doen. Ja, maar, hoor ik de criticasters al, dan wordt het wel heel erg duur allemaal. Laat ik het antwoord geven in de vorm van een vraag. Wat koop je voor heel veel voorzetten als een fors deel van de lokale overheden geen ‘spitsen’ kan aantrekken om ze in te koppen?
Hans Bekkers
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.