Boekhouder vs. democratie
De Wet HOF dreigt de gemeentelijke democratie te ondergraven. het geeft de rijksoverheid macht over gemeentefinanciën.
Wat is belangrijker: een sluitende begroting of democratie? Of anders gezegd: wie heeft het voor het zeggen in Nederland: de boekhouder of de politicus? Het lijkt erop dat de boekhouder het wint.
Het kabinet bereidt een wet voor (Wet Houdbare Overheids Financiën) waarin wordt aangegeven hoeveel schuld de overheid mag maken. Niet alleen het Rijk, maar ook provincie, gemeente en waterschap. Dit is als het ware de formalisering van de afspraken die met de introductie van de Euro zijn gemaakt: het begrotingstekort mag niet meer dan drie procent zijn (het EMU-saldo). Een van de gevolgen van deze wet is dat investeringen onderdeel worden van dit EMU-saldo.
Een gemeente heeft jarenlang een bedrag gereserveerd voor een zwembad. Zodra er begonnen wordt met de bouw, dienen er rekeningen betaald te worden. Deze uitgaven worden via de begroting van de gemeente gedaan. Terwijl er geen inkomsten tegenover staan. Met een beetje pech wordt het verschil tussen uitgaven en inkomsten groter dan die beruchte drie procent en kan de gemeente de uitgaven voor het zwembad niet doen. Ook al staat het geld wel op de spaarrekening.
Dat lijkt vervelend voor de betreffende gemeente. Maar volgens mij is er meer aan de hand. Want hoe legt de wethouder dit uit aan de Raad? Niet natuurlijk. Jarenlang sparen en dan geen uitgaven mogen doen omdat dat niet kan vanwege het EMU-saldo. Lijkt mij koren op de molen van Europa-haters SP en PVV.
Het op orde hebben en houden van het huishoudboekje van de overheid is belangrijk en noodzakelijk. Maar belangrijker is dat de verschillende democratische lagen daadwerkelijk democratisch kunnen functioneren. Bijvoorbeeld door zelf te bepalen wat ze met hun spaargeld doen.
Paul Lensink
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.