Advertentie
financiën / Achtergrond

Alles op groen

De risico’s, kosten en baten van klimaatinvesteringen: in gesprek met onder andere Gerrit Hiemstra en Herman Wijffels.

30 september 2022
Limburg-overstroming.jpg
Overstromingen in Limburg

Weerman Gerrit Hiemstra krijgt weleens het verzoek een weerkaartje voor de toekomst te maken. ‘Zo maakte ik eens een kaartje van Nederland over vijftig jaar met dingen die ik op dat moment onvoorstelbaar vond, zoals dat het hier 40 graden zou worden’, zegt hij. ‘Vijf jaar geleden was dat voor meteorologen nog onvoorstelbaar. Twee jaar later was het zover.’ Ons land reageert, aldus Herman Wijffels, ‘traag en met weerzin.’

Gebiedsmarketeer

Certus Groep in opdracht van gemeente Vlissingen
Gebiedsmarketeer

Strategisch Adviseur Energietransitie

JS Consultancy
Strategisch Adviseur Energietransitie

‘Onze toekomst is lastig te voorspellen’, vertelt hij, ‘want we krijgen te maken met weersverschijnselen die niet in ons systeem zitten. In Italië kostte een bomba d’acqua, een wolkbreuk, zeker tien mensen het leven. Dat soort verschijnselen geeft ons een blik op de toekomst en ze gebeuren over de hele wereld. In Nederland was er enorme schade door overstromingen in Zuid-Limburg. Deze situaties zijn er meer en meer en nemen in omvang toe.’

Het weerkaartje van de toekomst is moeilijk te maken – het kostenplaatje is zo mogelijk nog complexer. Met de investeringen mag niet worden getreuzeld want de incidenten stapelen zich. Het kabinet investeert tientallen miljarden euro’s, maar daarmee is de onzekerheid niet uit de lucht. Om te zorgen dat de juiste investeringen worden genomen is het belangrijk te weten welke risico’s, kosten en baten er zijn.

‘In de kern komt het erop neer dat we toe zijn aan een volgende fase in de lange geschiedenis van het beschavingsproces dat de mensheid is’, vertelt econoom Herman Wijffels. ‘Dat zijn grote woorden maar het is wel mijn visie. Veel moet anders en veel mensen hebben moeite om het verleden los te laten. Ik zie juist het aantrekkelijke van wat zich voordoet. Wat er gebeurt rondom de oorlog in Oekraïne zorgt − geluk bij een ongeluk − voor een enorme veranderingsimpuls bijvoorbeeld op de gebieden van voedsel en energie. Maar we hebben in Nederland heel veel moeite die switch om te zetten.’ Er zijn een paar dingen die hier volgens Wijffels spelen. ‘Nederland is nog steeds primair een handelsland. We kijken naar wat er is te verdienen door te verhandelen en transporteren – dat is de kernmentaliteit van de Nederlander.

Nederland is een zwaar fossielverslaafd land

Herman Wijffels

Zo iemand kijkt naar de korte termijn en ziet veranderingen op de lange termijn niet snel aankomen. Dat is één.’ Het tweede, zegt hij, ‘is dat Nederland verhoudingsgewijs een zwaar fossielverslaafd land is. Door onze ligging aan zee hebben we een enorm petrochemisch complex opgezet na de Tweede Wereldoorlog en dat betekent dat er heel veel belangen in zijn gevestigd. Voor de landbouw is dat niet anders. Het leidt ertoe dat Nederland traag en met weerzin reageert op de noodzaak die zich al een paar decennia voluit aandient.’

Middelen

Nu de noodzaak zich aandient in de vorm van stijgende energieprijzen, is de neiging om mensen middelen te verschaffen om de rekening te kunnen betalen. Prima, maar voor de langere termijn is volgens Wijffels de logische oplossing om ze uit de afhankelijkheid van de markt te investeren. Hij pleit niet voor allemaal overheidssubsidies, maar voor een gezamenlijke actie van slim ingezette overheidsmiddelen en particulier kapitaal: ‘Koppel sociale en ecologische duurzaamheid aan elkaar. Het is wat mij betreft cruciaal dat we de mensen die het minst weerbaar zijn meenemen in de transitie en als het ware een koplopersrol toebedelen. Niet door het ze zelf te laten doen, maar door het te laten doen door woningcorporaties of via gericht beleid. Zorg bijvoorbeeld dat de kwetsbaren niet in de bijstand komen. Dankzij die investeringen is er dan minder noodzaak om de bijstand te ondersteunen. Alles wat er te koop is, is ofwel markt ofwel overheid. Er zit niets tussen waarmee mensen zelf de mogelijkheid hebben om voor zichzelf te zorgen. Ik zie dat als een volgende fase van emancipatie. Dat moet tussen de oren komen – van de Haagse koppen en van de lokale.’

Het is duidelijk dat daar significante investeringen voor nodig zijn. Voor financiering kijken overheden bijvoorbeeld naar de Nederlandse Waterschapsbank, die sinds de oprichting na de Watersnoodramp onder bijna alle omstandigheden financiering heeft kunnen leveren – het raakt aan het bestaansrecht. Vandaar dat de bank goed heeft moeten nadenken over de risico’s van de energietransitie.

‘Bankiers zijn risico-avers’, vertelt chief commercial officer Frenk van der Vliet. ‘Alle banken zullen zeggen dat ze risico-avers zijn, maar voor ons geldt dat des te meer. Als wij onze triple A-rating verliezen, kunnen we onze klanten niet meer goed bedienen en we zijn uniek in de zin dat we nog nooit een kredietverlies hebben geleden. Maar toch zijn we, om de energietransitie te faciliteren, de laatste tijd opgeschoven in onze risicobereidheid.’

Windmolenparken, energienetwerken, warmtenetten – het zijn geen projecten zonder risico’s, zegt Van der Vliet. ‘De situatie kan zich voordoen dat iets te weinig rendeert. Warmtenetten zijn afhankelijk van het aantal aansluitingen en als een windmolen te weinig draaidagen heeft dan zijn er te weinig inkomsten. Bij leningen aan overheden is het risico veel lager omdat, hoe wrang ook, zij altijd belastingen of heffingen kunnen verhogen om leningen terug te betalen. Die zekerheid is er bij de financiering van duurzame energieprojecten niet. Dus nemen we meer risico.’

Kietelen

Eerder dit jaar kwam de bank met iets nieuws: de sustainability linked loans, oftewel aan duurzaamheid gekoppelde leningen. ‘Waar banken gewend zijn bij leningen allerlei convenanten op te nemen, zoals een interest coverage ratio en noem maar op, gebruiken we bij dit type lening specifieke duurzaamheidsdoelstellingen, zoals energieverbruik en CO2-voetafdruk. En in plaats van de stok hebben we gekozen voor de wortel: als de klant aan bepaalde jaarlijks te meten doelstellingen voldoet, krijgt die korting. Op deze wijze kun je klanten extra kietelen, extra stimuleren. We horen van overheden dat het helpt bij interne discussies, dus het is smeerolie op bestuursniveau.

Komende jaren willen we dit type leningen veel breder uitrollen.’ Er zijn enorme investeringen nodig, maar Van der Vliet denkt dat er goede stappen worden gezet, zoals de Nationale Prestatieafspraken voor de sociale woningbouw eind juni: ‘Er wordt vol ingezet op het reduceren van energieverbruik.’ Maar misschien dat overheden nog meer zouden kunnen doen bij het beschikbaar stellen van terreinen en het afgeven van vergunningen. Sneller handelen. ‘Als je bijvoorbeeld ziet dat er soms wel tien jaar kan zitten tussen het plan voor de aanleg van een windpark en het tijdstip waarop die molen daadwerkelijk draait… en dat is niet omdat het maken van die molen zo veel werk is. Vanaf het moment dat de schop in de grond gaat kan er binnen twee jaar een heel groot windpark zijn aangelegd. Maar de besluitvorming duurt lang. Je kunt je afvragen of we die tijd wel hebben.’

‘Toch, als je ziet waar we als Nederland vandaan komen: een aantal jaar geleden stonden we onderaan de Europese ranglijstjes en nu zijn we gestaag aan het klimmen. De oorlog in Oekraïne en de stijgende grondstofprijzen zorgen ook voor een economische prikkel. De inzet begint vruchten af te werpen, maar we moet nu wel doorzetten.’

Baten

Tot zover het risico en de kosten. Wat zijn de (financiële) baten? Economisch klimaatonderzoeker Kaj-Ivar van der Wijst van het Planbureau voor de Leefomgeving werkte mee aan een groot Europees onderzoek waaruit blijkt dat de wereldwijde investeringen meer opleveren dan ze kosten. ‘We weten al heel lang dat klimaatbeleid geld kost’, licht Van der Wijst toe. ‘Maar de reden dat we dat klimaatbeleid hebben is om schade te voorkomen. Tot nu toe was het lastig in te schatten hoe hoog die schade zou zijn. In dit onderzoek hebben verschillende teams de klimaatschade laten berekenen. Dus we weten wat de kosten zijn wanneer we het Parijse klimaatakkoord niet uitvoeren. Maar ook wanneer we dat wél doen.’ En dan blijkt, zegt Van der Wijst, ‘dat elke euro die je aan klimaatbeleid uitgeeft je op termijn 1,5 tot 4 euro aan besparingen oplevert.’

Als we rond 2060 quitte draaien, dan is dat binnen een generatie

Kaj-Ivar van der Wijst

De kosten gaan natuurlijk voor de baten uit: de kosten zullen de komende decennia moeten worden gemaakt en de besparingen zullen zich pas eind deze eeuw uitbetalen – al zou de wereld al wel rond 2060, 2070 quitte spelen. ‘De baten komen later, maar ook weer niet heel veel later. Als we rond 2060 quitte draaien dan is dat binnen een generatie. En de dijken bouwden we voor veel langer dan één generatie.’

Ook is er natuurlijk een grote mate van onzekerheid. De onderzoekers bepaalden een bandbreedte, tussen uitersten waarbij het heel erg mee- of tegenvalt, en kozen het meest waarschijnlijke scenario. Ze konden ook niet alle bronnen van klimaatschade meenemen – biodiversiteitsverlies is bijvoorbeeld financieel heel moeilijk uit te drukken. ‘Dus onze berekeningen zijn nog een onderschatting zijn van de klimaatschade. We weten dat er onzekerheid in zit, maar we hebben vertrouwen in de hoofdboodschap. Ook is 1,5 tot 4 keer hogere baten een grote range – en het kan ook 1,2 worden of 6 – maar dat er meer baten zijn dan kosten, dáár hebben we vertrouwen in.’

Financiële prikkel

Een belangrijk etisch dilemma is of Nederland, naast de eigen hoeveelheid koolstofdioxide die het moet reduceren, niet ook moet meebetalen aan de investeringen voor andere landen. Dit omdat Nederland historisch gezien heel veel CO2 heeft uitgestoten. Die kwestie is buiten dit onderzoek gelaten, legt Van der Wijst uit, maar het kan iets zijn voor vervolgonderzoek. Net als de vraag wat de rol moet zijn van bedrijven, overheden en centrale banken, alsook de uitsplitsing per regio en per land.

Daar wil Van der Wijst graag iets over meegeven: ‘We hebben niet specifiek naar Nederland gekeken, maar wat geldt voor de wereld geldt ook voor Nederland. We zien dat we al best veel last hebben van klimaatverandering, bijvoorbeeld door de overstromingen in Zuid-Limburg. Het gaat niet alleen om de koraalriffen van Australië – ook op Nederlands niveau geldt dat de baten veel hoger zijn dan de kosten. Het is goed voor de portemonnee om dit te doen.’

De financiële prikkel zal belangrijk zijn, verwacht meteoroloog Hiemstra. ‘Financiën zijn de grote motivator en daar moet je gebruik van maken. Maar de grootste hindernis is toch dat mensen zich moeten realiseren hoe belangrijk het is. Iedereen zit zo vast in wat ze kennen. Mensen zijn bang voor alles wat nieuw is. Het is daarom heel belangrijk dat mensen in bestuursfuncties hun verantwoordelijkheid nemen en zorgen dat er zo weinig mogelijk hindernissen zijn om de verandering te kunnen maken.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie