Advertentie
financiën / Achtergrond

De markt runt het theater

De exploitatie van een theater is voor veel gemeenten een ‘hoofdpijndossier’. Is uitbesteden aan een commerciële partij het ei van Columbus?

06 november 2015

De exploitatie van een theater is voor veel gemeenten een ‘hoofdpijndossier’. Is uitbesteden aan een commerciële partij het ei van Columbus?

Toen bij theater De Nieuwe Doelen in Gorcum voorjaar 2015 een flink exploitatie­tekort opdook en de gemeente het theater wilde sluiten, ontstond er direct commotie. Onder artiesten natuurlijk, die via social media benadrukten dat ze altijd zo graag naar Gorcum kwamen: ‘Eén van de tofste zaaltjes van Nederland mag gewoon niet dicht! Punt’, twitterde Youp van ’t Hek.

De bevolking roerde zich in de regionale media ook: de één vond dat Gorcum zonder theater degradeerde ‘van een stad tot een dorp’, de ander liet weten juist best naar Utrecht te willen reizen voor een voorstelling en een derde bekritiseerde de ‘visieloosheid’ van de gemeente die de subsidie van het theater met een ton had verlaagd. Feit is dat kort nadat de gemeente bekendmaakte dat ze op zoek ging naar een externe partij voor de exploitatie van de Nieuwe Doelen, er zich spontaan twaalf geïnteresseerde exploitanten meldden.

Eén daarvan is Coulissen podiumexploitatie, een nieuw bedrijf, dat wordt geleid door Paul Haighton en Bert Dijkstra. In Bussum en Huizen is Haighton al meer dan vijf jaar exploitant van Spant! en De Boerderij. Daar heeft hij laten zien, zegt hij, hoe je als commercieel bedrijf een lokaal theater overeind kunt houden. Met Coulissen wil hij die activiteiten uit gaan breiden. Zodat het eigen theater geen ‘hoofdpijndossier’ meer is voor een gemeente. Want dat is het negen van de tien keer wel, beweert Haighton. ‘Er zijn minder sponsoren, er is minder subsidie, bezoekersaantallen dalen, je moet als gemeente hogere kosten maken om een theater open te kunnen houden.’

Speciale tarieven
In Bussum was er bij de exploitatie van Spant! (voorheen ’t Spant) inderdaad om de paar jaar wel een hiccup, bevestigt Erik Hogenbirk, beleidsadviseur grote instellingen bij die gemeente. ‘Als het theater een slecht jaar draaide, moesten wij als gemeente financieel bij springen. Daar was de politiek niet blij mee.’ De ‘deal’ met Haighton houdt in dat gebouw en exploitatie van elkaar zijn los gekoppeld. Eventuele tekorten komen niet meer voor rekening van de gemeente. De gemeentelijke bijdrage is met 250.000 euro verminderd van jaarlijks 7,5 ton naar 5 ton. ‘Er zijn afspraken over speciale tarieven en het gebruik van de faciliteiten door lokale verenigingen. We hebben nog steeds invloed omdat we in de raad van toezicht zitten.’

Sinds de nieuwe directie aan is getreden, is Spant! financieel gezond. Waarom lukt het Haighton en Dijkstra wel? Haighton is een echte ondernemer, zegt Hogenbirk. Met een groot hart voor cultuur, dat ook. ‘Hij zit er bovenop, vaart scherp aan de wind. Dat ondernemen is gewoon geen core business voor ons als gemeente.’

Hebben zij met Coulissen de succesformule in huis voor gemeenten die tobben met hun schouwburg? ‘Ons model is zeker niet één op één overal te kopiëren’, zeggen de ondernemers zelf. ‘In een grote stad is de dynamiek weer anders. Daar zal een gemeente een theater nooit sluiten, net zoals ze de voetbalclub niet snel zullen laten vallen.’ Bovendien: ‘In Bussum hebben we veel congressen. Daar ‘subsidiëren’ we onze culturele programmering mee. In Gorcum zou je nooit zoveel congressen binnen halen.’ Maar door als Coulissen meerdere theaters te exploiteren, is er sprake van synergie en schaalvoordelen, dat scheelt geld, zeggen beide ondernemers. Huizen en Bussum delen de backoffice, de telefoon voor beide theaters wordt op één locatie opgenomen, maar daar merkt de bezoeker niets van. ‘Je hoeft maar één keer het wiel uit te vinden. Denk aan pr & marketing, HRM, de administratie. De directeur van een middelgroot theater moet nu nadenken over het ontwikkelen van een website, hij moet een social media-expert in dienst hebben, dat kost allemaal veel geld. We onderhandelen natuurlijk met impresario’s. We hebben een netwerk op het gebied van congressen. Cultuur en commercie gaan hier hand in hand. De horeca is belangrijk.’ Maar bij elk theater gaat het ook om de lokale functie: ‘Speciale tarieven voor scholen, de operettevereniging enzovoort. Die zijn hier welkom en kunnen onze faciliteiten gebruiken. Congressen en evenementen zijn belangrijk, maar het theater moet het hart van je onderneming zijn.’

Musicals
Krijgen we dan geen eenheidsworst in programmering en uiterlijk van de theaters? Haighton: ‘Néé. Natuurlijk moet elk theater het eigen gezicht blijven houden. De directeur moet er lokaal zijn. Hij of zij krijgt hierdoor juist meer tijd voor gasten, artiesten en het lokale netwerk. De rompslomp van de organisatie, het saaie werk, dat doen wij.’

Als Coulissen denken ze ‘nog minstens drie’ nieuwe theaters onder hun hoede te kunnen nemen. Gorcum kregen ze overigens niet, daar gaat management en adviesbureau Drijver en Partners tijdelijk de exploitatie doen. ‘Wij tuigen heel snel tijdelijk een stichting op als er spoedeisende hulp nodig is’, aldus Fons van Beers, senior adviseur bij dat bureau. Van Beers: ‘Welke oplossing je ook kiest, het moet bij je passen als gemeente. Bij de één zit het in een combinatie van functies, bibliotheek of kunsteducatie in het gebouw erbij, bij de ander moet het commerciëler. Eén standaardoplossing bestaat niet.’

Betekent een commerciële exploitant ook per definitie een commerciële programmering? Krijgt de burgerij van Bussum alleen nog maar musicals en Youp van ’t Hek te zien? Dat ontkennen Haighton en Dijkstra. ‘In de kleine zaal (200 stoelen) staan veel onbe­kende talenten, try-outs, daar nemen we echt risico’s en zit de zaal heus niet vol.’

Tekorten
Bovendien kun je daar als gemeente afspraken over maken met de exploitant, zegt Jos Kouwer, strategisch adviseur bij de gemeente Middelburg. Sinds 2011 heeft die stad de exploitatie van de schouwburg uitbesteed aan Frans Lievens (TheaterBV) die ook de theaters van Goes en Terneuzen exploiteert. ‘Voorheen deed een stichting het namens de gemeente, maar toen waren er nog steeds regelmatig tekorten die de gemeente moest bijpassen.’ Middelburg betaalt nu een half miljoen aan Lievens voor programmering en onderhoud, voorheen ging er jaarlijks 7,5 ton naar de exploitatie en deed de gemeente het onderhoud zelf. ‘Het risico ligt bij de exploitant, dat is een groot verschil met de stichtingsconstructie.’ Voor dat half miljoen wil Middelburg honderd voorstellingen terug op jaarbasis. ‘Er is zelfs een soort cultureel profiel met de verdeling toneel, dans enzovoorts. Maar in de nieuwe afspraken laten we dat zitten. Wat hebben wij er eigenlijk voor verstand van? Natuurlijk willen we niet alleen blockbusters, we beschouwen onszelf als culturele hoofdstad van Zeeland, daar hoort een iets risicovoller programmering bij dan bijvoorbeeld in Terneuzen. Dat vertrouwen we Lievens en de raad van toezicht ook toe.’

Onderhoud
Waarom kan Lievens het goedkoper doen? Kouwer: ‘Hij zet zijn personeel anders in, heeft drie theaters en de mensen van bijvoorbeeld de techniek in Terneuzen doen het ook in Middelburg, hij regelt ook het onderhoud. Als overheid moet je geen theater willen exploiteren, dat ondernemerschap verstaan wij gewoon niet zo goed. De commerciële verhuur doet hij ook beter, al is nu renovatie hard nodig.’ De burgers van Middelburg varen er wel bij: ‘Het aanbod was goed en blijft goed. Het gaat om de kwaliteit van het gebodene en wat het kost. Voor ons heeft het alleen maar voordelen: geen financieel risico, goede exploitatie en het kost ons minder.’ Kouwer: ‘Ik denk dat dit model overal zou kunnen. In grote steden is de druk om invloed uit te oefenen op de programmering misschien groter, maar daar kun je afspraken over maken. Carré ziet ook dat artiesten liever naar Ziggo Dome gaan omdat ze daar meer publiek hebben en dus hogere opbrengsten. Een gemeente is geen ondernemer, alleen de beslistermijnen al en de afstemming met de politiek, met zulke randvoorwaarden kun je niet snel en daadkrachtig ondernemen.’

Paul van Oort was directeur van vier schouwburgen en heeft sinds 2002 een eigen adviesbureau, Bureau Culturele Zaken. Hij werkt veel als interim-directeur in de culturele sector en adviseert gemeenten over cultuurbeleid. Hij vindt dat gemeenten veel te ‘sectoraal’ denken. ‘Een gemeente heeft een theater en als er problemen zijn kunnen ze alleen maar bedenken: we besteden de exploitatie uit, dan lopen we financieel geen risico meer. Je zou integraler moeten kijken, stadsbreed, vanuit de bevolking en in samenhang. Welke accommodaties hebben we, waarom hebben we die nodig, hoe verdelen we het?

Het Prins Bernhard Cultuurfonds heeft sinds kort een nieuw fonds: Cultuur en Kerken. Dat kan voor sommige steden interessant zijn, om kerken meer als concertzaal in te zetten. Elke stad is anders, het vraagt altijd om maatwerk.’ Van Oort denkt niet dat het financieel veel verschil maakt of een schouwburg een zelfstandige stichting wordt, of dat de exploitatie wordt uitbesteed. Er moet altijd geld bij, en is het dan ook niet logischer om als gemeente je invloed te houden? Van Oort: ‘De meeste schouwburgen die ik ken, zijn inmiddels ongelofelijk efficiënt georganiseerde bedrijven. Er is op dat gebied veel veranderd, veel goedkoper kan het niet. Een commerciële exploitant haalt misschien meer geld uit de commerciële verhuur, maar zal vaak minder risicovol programmeren: lege stoelen kosten geld. En dan moet je als gemeente wel na gaan denken. Waarom zou je Tineke Schouten of Youp van ’t Hek subsidiëren, die 120 voorstellingen per jaar spelen?’


Advies
Hedwig Verhoeven, directeur van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD): ‘Als een gemeente het beheer van de schouwburg uit handen geeft aan een commerciële exploitant moeten ze scherp zijn in het formuleren van een opdracht. Een theater ligt vaak op een A-locatie: als je zo’n prachtplek uit handen geeft, wat verwacht je daar dan voor terug? Zet het uitgangspunt in een concreet geformuleerd en meetbaar contract en kies dan de juiste partij aan wie je de exploitatie gunt. Stel je op de hoogte van de doelstellingen van de verschillende exploitanten en stel je als hun opdrachtgever op.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie